vrijdag 18 juni 2021

Een gevonden voorwerp

De laatste week van mei tegelijk met het mooie weer kwam de socializing weer op gang. Eerst op een terras, een paar weken later het restaurant. Wat hielp om de bijna vergeten vrienden en kennissenkring weer op te reutelen, was het organiseren van Marimon's 80ste jaardag. Die was in het voorjaar geruisloos voorbijgegaan wegens algehele sluiting van de wereld. Maar, zo gokten wij, in juli moet het leed toch grotendeels geleden zijn. Hoe gaan we dat doen, hoe was het ook weer, feest vieren..
Eerst een lijst samenstellen. Wie kenden we ook al weer? Hoeveel mensen kunnen/mogen we uitnodigen? Locatie: het kasteeltje een dorp verder en niet meer dan 30 personen, want meer kan de kasteelheer, die voor ons gaat koken, niet aan. De vergaderingen over hoe en wat en wie waren al een feestje op zich en door de mensen van onze invitatielijst te bellen, hoorden we de nieuwtjes. Oh, maar je weet dus helemaal niet dat mijn man al maanden in het ziekenhuis ligt met gebroken ruggewervels? Neen, wij weten niks, wij leven al maanden onder een cloche. Ook is toch onze grote vreugde ons Engels/ Franse taalgroepje weer gestart. In een iets andere samenstelling, dat wel, want er is een splitsing ontstaan tussen de vaxxers en de anti-vaxxers. Niet dat er echt ruzie is, maar ter vermijding van polemieken houden we het gescheiden en gezellig. Alleen de kasteelheer zelf hoort eigenlijk niet bij ons kamp, maar die gruwt zodanig van het vaccin dat hij het woord niet over zijn lippen krijgt, waardoor er ook geen discussies ontstaat. Wel vraag ik hem iedere week of hij al wat besloten heeft. Dan rilt hij alleen maar, en daar is alles mee gezegd.

Ook goed voor de sociale contacten was het onverwachte bezoek dat zich eergister tegen het vallen van de nacht bij ons aandiende. Ik zat boven de relaxen op de w.c., toen ik door het openstaande raam een klaaglijk gemekker hoorde. We hebben katten, soms kippen, eekhoorns en een eenzame haas die af en toe langs komt. Maar dat klinkt toch anders. Dan hoor ik Marimon roepen op een manier die ogenblikkelijke aandacht vereist. Ik ren naar beneden en zie een zwart schaapje in de tuin staan. Of een lam eigenlijk nog. Het wil naar de koeien, maar die staan achter prikkeldraad en de nacht is niet ver weg. Ik begin te bellen naar links en naar rechts, alle boeren in de buurt. Nee, een zwart schaap kenden ze niet, nooit gezien, maar misschien die en die...Ik pak mijn paarse autootje en race naar de genoemde boer, die geen boer was maar loodgieter. Nee, ik heb alleen witte schapen, kijk maar. Maar misschien, als je nou hier in rijdt en dan de eerste rechts en dan weer een kilometer het land in, helemaal het laatste huis daar wonen mensen die alles maar los laten lopen en nergens op letten en grom grom mopperdemopper. Dat lijken mij nou leuke mensen, dacht ik. Er op af! En ja ik kom uiteindelijk aan het eind van de doodlopende weg en daar staat een soort caravan zonder wielen met een blaffende hond er voor en uit de behuizing rolt het ene mens na het andere, van oud tot jong, heel vrolijk en spraakzaam en in voor een verzetje. Een zwart schaapje, ja die loopt daar wel eens rond, die is gewoon vrij. Is hij van jullie? Neeee, niet van ons, hij is gewoon vrij. Inmiddels is het bijna donker. Op de terugweg langs de doodlopende weg ontmoet ik nog een eenzame man die met zijn jachtgeweer in de aanslag over het land staat te turen. Bent u misschien een zwart schaap kwijt? Nee, u? vraagt hij chagrijnig. Gauw naar huis maar en daar is het probleem inmiddels opgelost, want het beestje had toch een doorgang in de omheining gevonden en was achter de koeien aangegaan. Iedereen blij.



De volgende dag komt er iemand het gras bij de kapel maaien en ik leg hem het raadsel van het zwarte schaapje voor. Had hij een oorbel in? Nee, zei ik, nu je het zegt, dat had hij niet. Dan is hij van niemand. Het is waarschijnlijk van een bepaald ras ( ik verstond de naam niet goed), dat gewoon rondzwerft. Ze kunnen honderden kilometers lopen, altijd in kleine groepjes. Ze zijn klein en zwart. Deze was alleen, wat niet normaal is dus. Is hij zijn kompanen kwijtgeraakt onderweg? Of weten de zigeuners in de caravan zonder wielen er meer van... Of de man met het jachtgeweer dat over de velden stond te turen.. Er blijken nog veel raadsels in ons buurtje onopgelost te zijn, want waar komen al die vrolijke mensen in die caravan nu ineens vandaan? Nooit gezien. Ni vu, ni connu. Wie weet wat of wie zich allemaal tijdens de covid periode gevestigd heeft in ons toch anders zo rustige dorpje. Morgen maar weer eens een ritje maken door het achterland met een gevonden voorwerp. Met een kaboutertje misschien?