We kwamen er als een van de eersten aan, zoals het oude mensen betaamt, bij de grote tent om er mosselen/frites te eten. We werden helemaal naar achter gedirigeerd, vlak naast het podium waarop later op de avond gedanst zou worden. Mooi plekje van waar uit we de komende en gaande mens in de gaten konden houden. Veel oudere mensen maar ook veel jeugd, in helder blauw T-shirt gekleed, dat stond te trappelen om ons te mogen bedienen. Waar halen ze al die kinderen vandaan, vroegen wij ons af. Je ziet hier nooit iets jongs. Na een uurtje, 9 uur inmiddels en, gewend om 7 uur te eten, stikkende van de honger, mocht het dan eindelijk los, het turquoise grut. En hoe! Ik heb zelden zo'n goed gesmeerde organisatie meegemaakt. Binnen no time had de hele chapiteau bevolking een portie moules/frites voor zijn neus. Zo lekker en zo veel en zo'n honger dat ik binnen een half uur de hele pan mossels en de bak frites naar binnen geschroffeld had.
Wellicht kwam het door mijn tempo of door het late uur, dat ik langzaam maar zeker een voorgevoel in mijn buik begon te krijgen. Bij de kaas besloot ik maatregelen te nemen, want met mijn gevoelig darmstelsel weet je het nooit. Ik pakte de autosleutels en nam een kloek besluit. Ik ga even polshoogte nemen, zei ik tegen Marimon. Ik laat mijn tas even hier onder jouw beheer en ik ben zo terug.
Met ferme pas liep ik de eetzaal door en wrong mij door de uitgang waar zich ondertussen een prop met hongerige jonge mannen gevormd had. Hier komen de jonge gasten altijd later, na de T.V. of na zich ingedronken te hebben? Nog een eindje over het gras, over een pad, over de weg naar de geparkeerde auto's. Het gevoel in mijn buik werd steeds dringender. Daar moet de auto ergens staan. Maar waar precies? Het is hier pikdonker. Ik kan moeilijk alle sloten hier gaan staan proberen. Mijn mobiel, met lampje, lag nog in mijn tas in de feestzaal. Het wachten was op een passerende auto voor wat licht. Maar er is hier nauwelijks verkeer. Een lichte paniek maakt zich van mij meester. Ik kan hier moeilijk langs de kant van de weg...
Ja oeps, ik vind mijn auto, dit moet hem zijn, even voelen, ja de sleutel past, maar het is al te laat... Gelukkig is het maar 3 km. naar huis, naar de badkamer, naar mijn redding.
Als ik een half uur later terug kom in de feestzaal zijn de meeste oudere mensen achterin weg, alleen Marimon zit er als enige nog trouw te wachten met mijn tas en mijn toetje, waar ik geen trek meer in heb. Het houten podium vult zich met danslustige jongeren. Wij blazen haastig de aftocht, we hebben het wel weer gezien voor vandaag. Jammer toch, net nu het spannend werd.