zaterdag 23 februari 2019

Rommelen in de zon.

Het kan niet op in deze maand februari 2019. Vlinders fladderen rond mijn hoofd, een bij zit op een paardebloem, een wesp op mijn hand. Fietsen in korte broek, broodje eten aan de pick-nicktafel, schoffelen in de tuin. En zo hebben we nog vijf dagen te gaan. 

Marimon zaagt de oude en laatste coniferen uit de cour. Ook de door de gemeentewerkers half afgezaagde wilde pruimenboom, met pruimen die niet te eten waren, helemaal afgezaagd.

Ruimte op La Chapelle-plage.

Maar niet voor lang, want als de coniferentroep opgeruimd is, komt op die plek een rij van 4 cypressen. Die passen meer in het tegenwoordige sub-tropische klimaat. Little Italy.

Kijk die bijna 78 jarige tiener eens achter zijn remorque duwen, nog lang niet rijp voor de rollator!

Vorige week hadden we nog zo een last van wateroverlast, dat
de lavendels en sempervivens in de oude varkenstrog stonden te verzuipen.
Dit is inmiddels opgelost door de lavendels te verplaatsen naar het lavendelveld, waar ze horen. Het water er met een kannetje uit te hozen en er wat grond bij te kwakken.

Zo rommelen we maar wat aan onder een stralende zon. 
Geen verwarming aan in huis en nog steeds 20 graden binnen en 17 buiten! We gaan met zijn allen naar de verdommenis, maar laten we er nog even van genieten..

woensdag 13 februari 2019

De heerlijkste lentedagen vallen in februari.

Na een regen en stormperiode, is de lente toch nog plotseling op ons neergedaald. Voor de eerste keer weer buiten gegeten, wat in de tuin gesnoeid en geknipt en in de ligstoel geluierd.


En vandaag, op de derde mooie dag, naar Rennes. Dat was precies een jaar geleden, ook in februari, met net zulk mooi weer. Warm in de zon, puffend in al die winterkleren en fris in de schaduw, blij dat je toch die winterjas nog steeds aan hebt.

Rennes, mooie oude stad, met her en der een instortend vakwerkhuis en vlak erachter graafmachines die een metrobuis aan het uithollen zijn. Het oude maakt plaats voor het nieuwe, zoals het hoort.



Een vrolijke stad met veel jonge mensen, dat doet altijd goed. Veel studenten, maar ook veel bedelende jongeren, meestal met hond en soms ook een heel ander genre, zoals een dame die mij aansprak, gewoon mens, netjes gekleed, zo rond de 50, zij vroeg mij wat geld. Ik vroeg haar wat het probleem was, want dit leek mij een bijzonder geval. Mijn gootsteen zit verstopt, zei ze en ik heb geen geld voor een loodgieter, u mag geven wat u wilt. Ik vond dit wel een plausibele reden en wilde ook wel wat geven, maar had geen geld in mijn zak en Marimon was al doorgelopen. Toen ik die te pakken had, was ze verdwenen. Jammer. Waar is de lallende oude clochard met wijnfles gebleven? Daar  hoef ik tenminste niet verder over na te denken, die geef ik een euro en klaar.

Zou ze het al met de plopper geprobeerd hebben?





woensdag 6 februari 2019

Van de bank naar de wijde wereld. 1970

Vroeger hadden wij babyboomers het maar makkelijk. Wat werk betreft tenminste, wonen was een ander verhaal, maar dat is nog steeds zo. Werk was overal. Op de middelbare school kwamen jobhunters al op kantoorpersoneel jagen. Je hoefde slechts te kunnen rekenen, schrijven en lezen. Typen was een plus. Niet voor mij. Ik liet me niet vangen, gruwde toen van een kantoorbaan. Maar een paar jaar later kwam het mij toch wel goed uit, maar dan via een uitzendbureau. Je kon komen en gaan wanneer je maar wilde, werd beter betaald en je zat niet steeds tegen dezelfde mensen aan te kijken. Je maakte geen carrière, dat niet. Maar dat was ook niet de bedoeling. Ik wilde reizen, vrij zijn. Uitzendburo's maakten dat mogelijk. 's Winters werken en 's zomers weg. Op de dag dat je weer terugkwam van de zon lag er alweer een baantje op je te wachten.


Zo vind je dan een buitenlandse verloofde en die kun je rustig meenemen naar de bank waar je op dat moment werkt, want cijfers zijn overal hetzelfde en op een telmachine werken kan iedereen.
Betaalcheques tellen, de hele dag. Die gingen tot 50 gulden en werden daar in het hoofdkantoor verzameld vanuit de bijkantoren over het hele land. Je moest het snel doen en geen fouten maken, want aan het eind van de dag moest de rekening kloppen tot op de cent. Zo niet dan gingen we kienen. Ieder met de strook uit zijn telmachine voor zich terwijl de chef de bedragen van de cheques oplas. Dat kon je zo een uur kosten. Wee de sukkelaar die de fout had gemaakt.
Hier sta ik met een bosje collega uitzendkrachten bij de munt. We werkten bij het hoofdkantoor van de ABN/AMRO bank, die toen nog niet zo heette. Het was geloof ik de ABN, die fusie kwam pas jaren later. 



En dan eindelijk op een dag smolt het ijs en kon je weer gaan, de wijde, zonnige wereld in.











zondag 3 februari 2019

Fietsen naar La Fosse Arthour.

Gister naar het strand voor het eerst weer deze winter. Cancale ontdekt en de Point de Grouin, (vraag me niet hoe je dat uitspreekt). 

Vandaag nog mooier weer, dus ben ik op de fiets gestapt en naar La Fosse Arthour gereden. Daar zou volgens de legende het graf van koning Arthur liggen. Heb het nog niet kunnen vinden, maar evenzogoed is het een bijzondere plek. Het landschap verandert daar namelijk heel abrupt, van relatief vlak sta je ineens voor een klimmuur.

Die rots staat zo scheef, kan ik ook niks aan doen.


Aan de voets van de rots loopt een pad en aan de linkerzijde daarvan kolkt een rivier. Als je die, via een houten bruggetje oversteekt en het pad naar boven volgt, sta je opeens voor een meer. (geen foto van gemaakt).


Het is maar een km. of 15 van hier, 3 kwartier fietsen voor mij, heuvel op heuvel af. Aardige zondagmiddagbesteding.