Roodje blijkt kuren te hebben af en toe. Vanmorgen in Domfront bij de Intermarché met de verse buit in de kofferbak, deed de rechter richtingaanwijzer het niet. Lichte paniek sloeg toe, maar gelukkig is de weg naar huis toevallig een kwestie van almaar linksaf slaan. We zijn het niet meer gewend dat iets het niet doet. Vroeger, met al die wrakken waar we in rond reden was je verbaasd als alles het wel deed.
Het begon al nog voor ik zelf een rijbewijs had. In 1969 met 3 vriendinnen een Fiat 500 gekocht voor 100 gulden en daarmee naar Rome. Slechts 1 van ons 4 had een rijbewijs. Toen deze ene haar contactlenzen te lang had ingehouden waardoor ze een dag blind was, viel de onderneming stil. We hebben 5 dagen werk gehad om er te komen, bij Utrecht hadden we de eerste lekke band. Een aardige politieman heeft het wiel voor ons verwisseld. 'Waar gaat de reis naar toe meisjes?'. 'Naar Rome meneer'. We hebben Rome gehaald en het autootje daar naar het kerkhof gereden.
Aardige Duitse mensen met een tankstation. Ik plak en kleur Fietje op de auto. Bij de eerstvolgende stop werd door Nederlandse vrachtwagenchauffeurs het streepje van de F gescheurd natuurlijk.
Toen, met mijn Italiaanse echtgenoot, die ik tijdens deze reis in Rome ontmoette, hebben we jarenlang de reis Amsterdam-Rome gedaan in een lange serie malafide ocassionnekes. Ik herinner mij een ruitenwisser die plat lag. Ieder aan een kant met een touwtje, slif sloef slif sloef, in de regen natuurlijk, anders heb je geen ruitenwisser nodig. Een andere keer viel de uitlaat er af. we leken wel een opstijgend vliegtuig. Langs autoslopen om een passende uitlaat te vinden. Dit was in Frankrijk. Op Kerstavond met een pas gekochte Fiat 500, waar de jongens dezelfde middag nog een vervangmotor ingezet hadden, halsoverkop naar Rome omdat de familieroep te luid werd. Wat hebben mijn ouders een angsten moeten doorstaan, hun jongste dochter die daar verdwijnt in de donkere nacht. Aan de grens bij Arnhem zag de cabine ineens blauw van de rook, waren ze vergeten olie in de versnellingsbak te gooien.We zijn aangekomen in Rome. Iedereen blij. Voor de terugtocht bood schoonvader welwillend zijn Alfa Romeo Giulietta aan. Hij vond het niet verantwoord om met het Fiatje terug te keren en vond het voor hem zelf wel handig, zo'n klein karretje in het drukke Romaanse verkeer. Nou graag, wel bedankt, mooie ruil. De barre rit terug zal ik nooit vergeten.
Alles deed het, dat wel. Behalve de verwarming, want die had schoonvader nooit nodig gehad in Rome. Het regende een beetje toen we weggingen, maar dat ging al snel over in natte sneeuw en toen in droge sneeuw, koude droge sneeuw. We hadden 1 slaapzak met ons drieën, daar mochten we om de beurt in. De ruit bevroor natuurlijk. Met een doorgesneden aardappel (waar haalden we die vandaan?) probeerden we een kijkrondje vrij te houden. Ik heb het in mijn leven nog nooit zo koud gehad. We spraken niet meer, we suften alleen nog maar. 1800 km lang. We hebben het overleefd.
Al die ritten, zonder veiligheidsriemen, in al die rijdende doodskisten, zonder te slapen, hebben we zonder ongelukken overleefd. En het mooitje was, ik had nog geen rijbewijs, maar mijn Italiaan ook niet. In die 5 jaar is hij 1 keer gecontroleerd. In Rome. Uw papieren a.u.b. Ik zat naast hem en ik dacht: Nu zullen we het hebben, wat gaat hij nu zeggen. Kentekenbewijs, check. Groene kaart, check. Rijbewijs... Met een stalen gezicht overhandigde hij zijn Nederlandse verblijfsvergunning. Ze staren er een poosje op en zeggen dat het in orde is. Tja, in Italië zeiden ze toen van politieagenten dat ze altijd met zijn tweeën zijn. De ene kan lezen en de andere kan schrijven.

Jaren en vele wrakken later. Met mijn renaultje op bezoek bij mijn vriendin in Amsterdam. Op bovenstaande foto staan we op het punt de terugreis te aanvaarden. We wisten nog niet dat we een kwartier later zonder benzine in de IJ-tunnel zouden zitten. Nou ja, bijna. We gleden op de laatste druppels de tunnel door en konden zo de gestranden parkeerplaats op. Daar hebben we eeuwig moeten wachten op de wegenwacht want ik was geen lid en moest terplekke lid worden anders kreeg ik geen kannetje benzine. Eigen schuld dikke bult.Hoe vaak heb ik niet met een leeg tankje staan liften naar een pomp? Gewoon te makkelijk, te veel vertrouwen in mijn goede gesternte, te lui om te tanken. Meestal ging alles goed. Vroeger konden we alles.