maandag 31 maart 2014

Slaapkamerlol

Toen de poesjes bij ons kwamen, hebben zij om te beginnen het behang in onze slaapkamer flink aangepakt. Dat is nu bijna twee jaar geleden. Zij zijn inmiddels wat handzamer geworden, maar het behang hing nog steeds in flenters langs de muur. Woensdag besloot Marimon om de boel aan te pakken. Ik mocht meedoen, want behang trekken is mijn liefste bezigheid.

Maar zoals het meestal gaat, begin ik met onttakelen en Marimon maakt het weer leefbaar. 

Ik zorg ervoor dat alles vastgelegd wordt.


Inmiddels is het overal een troep.


Maar als alles van zijn plaats is, krijg ik altijd de wildste ideëen.
Als we nu eens....., en dan komt er wat.

Nu bedacht ik dat we, nu we toch bezig waren, de muur tussen de slaapkamer en de keuken er uit zouden kunnen slopen, dan zouden we ineens een hele grote keuken hebben, iets wat altijd onze wens geweest is en dat we allebei nooit gehad hebben.

Goed idee! Enig nadeel zou zijn, dat we dan geen slaapkamer meer hebben. 

De salon! We delen de salon in twee en maken van de ene kant een slaapkamer met een borstwering van onder en glas van boven, zodat je geen licht verliest. We slapen dan zogezegd in de bibliotheek. Wat is er heerlijker dan tussen je boeken te slapen..
En ook makkelijk als je ziek bent, voor het aanreiken van drankjes.
Wij waren een hele dag vol van dit plan. Marimon haalde gelijk het bord met 'A Vendre' van de poort. Van een ander kan je niet verwachten dat hij in de bibliotheek gaat slapen. 

Maar toen we de volgende morgen wakker werden in onze zonnige slaapkamer en wij eens ging testen hoe het is om in de salon wakker te worden, dachten we: dit voelt niet goed. 

Donker en uitzicht op de bamboe.

We doen het niet. Eerst maar gewoon de slaapkamer opknappen.

Maar we gaan wel een gat tussen keuken en salon hakken en een soort brug maken om de trap naar de buanderie (beneden keuken), te overlappen, waar een tafel op kan met aan iedere kant een paar barkrukken, zodat je zowel in de keuken als in de salon aan dezelfde tafel kunt ontbijten. Heb je toch een eetkeuken.

Voor wie het niet snapt, foto's volgen als we zover zijn.

Ik heb mij maar teruggetrokken uit de slaapkamer, want ik moet nodig met de kipjes en de poezen in de tuin werken. 









zondag 23 maart 2014

Een pension voor de poesjes.

Zondag.
Een blik door het badkamerraam belooft ons een woelige dag. Nog zacht en zonnig, maar windveren in de lucht kondigen onbestendig weer aan. Even een rondje tuin voor de eerste druppels uit.  



De forsythia is prachtig uitgekomen door toedoen van meneer Sevenster, een huurder van ons vakantiehuis en tevens bioloog, die ons aangeraden had om de verwilderde struik tot op de bodem af te zagen en dan van de nieuwe spruiten, er enkele in leven te laten, teneinde een beschaafd struikje te kweken. Gelukt!


Even een verfje in mijn haar en op naar de stembus.


Het gaat er weer heet aan toe in Saint Georges des Agoûts, want nadat de al decennia-lang zittende gemeenteraad omvergeworpen werd zes jaar geleden, waarbij oproerlingen de macht grepen, is er nu een tweede lijst ontstaan, bestaande uit oudgemeenteraadsleden, waaronder de toen smadelijk afgezette burgemeester. Op die lijst hebben Marimon en ik gestemd en wel omdat de lijstaanvoerder een flinke doortastende tante is, waar wij graag onze belastingcenten aan toevertrouwen.

Dit is een deel van de zittende gemeenteraad. Ook aardige mensen hoor, daar niet van en het kan mij ook eigenlijk niets schelen wie er wint, maar je moet nu eenmaal iemand kiezen. In het midden de doorschijnende bak met de stemmen. Als je het envelopje door de gleuf laat glijden, zegt de dame erachter: 'a voté', heeft gestemd. Maar voor dat je tot die handeling mag overgaan, moet je eerst bij de linkerdame en de rechterheer, een register tekenen.
Alles wordt in het werk gesteld om fraude te voorkomen.

Allez, nu op naar Frank en Carole, waar wij wellicht onze poesjes stallen als wij in april een paar weekjes buitenslands zijn.
Wij zijn er nooit geweest, weten ook niet precies waar het is, maar kennen ze via via. Frank repareert alles waar een moter in of op zit en zijn vrouw verzorgt de dieren en is draagmoeder geweest.

Eerst tolden wij een poos in een snoezig gehuchtje rond, zonder het opgegeven huisnummer te vinden. Op de duur gingen wij maar een erf op waarvan, op het aantal aanwezige katten afgaand, wij dachten dat het daar wel eens kon zijn. 

Het alleraardigste vrouwtje had inderdaad twaalf katten onder haar beheer, waaronder drie in een doosje op elkaar geperste, waar her en der kopjes en pootjes uitstaken van zes de nacht ervoor geboren jonkies, die geboortig waren uit twee van hen, twee zusjes die gelijktijdig waren bevallen. Is het nog te volgen? 
In het halve uurtje dat we met haar spraken, hebben wij geleerd dat het dorpje zo'n 20 inwoners had, van allerlei nationaliteiten, die allemaal met elkaar omgingen. Inderdaad, toen wij afscheid namen, kwam gelijk de Portugese familie van het overbuurhuis inlichtingen inwinnen. Ook weten we dat er bij de gemeentelijke verkiezingen nog erger strijd ontbrand is dan in ons dorp, waar haar zoon een belangrijke rol in speelt, als zijnde kandidaat voor het burgemeesterschap. Hij kwam er even bijstaan en vertelde dat hij zojuist was aangevallen door iemand van de tegenpartij.
En wat we ook hoorden, was dat onze eigen buurman Tourtelot, die wij altijd gekend hebben als een aardige man, daar precies in dat gehuchtje zijn boerderij had en jarenlang de schrik van de buurt geweest is. Iedereen dolblij dat hij opgehoepeld was.
Ik zal nooit meer zeggen dat Fransen zo gesloten zijn.

Eindelijk dan toch bij ons einddoel aangeland.
Wij werden verwelkomd door een roedel onstuimige, doch vriendelijke bordercollies. 



Op het erf ganzen, eenden en kippen. En een heleboel te restaureren machines, tractoren en automobielen.



 De tuin wordt doorsneden door beekjes.

Er is zelfs een heus meer.

Dit is het huis met gîte.

Maar ze willen er weg, het huis staat te koop. Te groot, te veel terrein, te veel auto's om te repareren, te veel dieren om te verzorgen. Zij willen naar Griekenland, naar Kreta. Kleiner huis, kleinere tuin. Maar wel een grote schuur. Nou, dan weten we het wel, zijn werk zal niet minder worden.

Sympathieke vent. Zijn vrouw hebben we niet gezien, die zat op Kreta bij haar gedragen kind. Wij hopen voor hen dat zij hun huis snel kwijtraken. Maar niet voor ons, want het zijn leuke mensen om te kennen. 

Hier zouden de poesjes moeten logeren. Een buiten en een binnenverlijf. Willen ze dat wel?
Hun gastgevers zijn vriendelijk genoeg, daar zal het niet aan liggen.

Dag, tot over een maand.


Dit weer is het geworden toen we aan het einde van de middag thuiskwamen. Onbestendig.




donderdag 13 maart 2014

Weekje Rome

Ellis is terug op Pied Sec plage. Avé lectoris fidelis.

Ik zie dat mijn laatste bericht dateert van 3 weken geleden. In tussentijd heb ik een buikgriep overwonnen en Rome bezocht, dit laatste met dochter en kleindochter van twaalf. Het was voor haar de eerste keer dat zij de stad van haar voorouders leerde kennen en het beviel goed.

Efficient inpakken moet je ook leren.


Gezicht vanaf de koepel van de Sint Pieter, waar ik oude vrouw, alle treetjes heb beklommen tot op het dak, zonder noemenswaardige ademnood. Een licht hijgje, that's all.


Het was een bijzonder gewaarwording om met drie generaties te reizen. Voor mij was er de herinnering, het terugzien. Voor kleindochter was er de ontdekking, de verbazing. Dochter had de afgelopen jaren al veel van de stad gezien, maar niet alles. Zoals zij mij mooie dingen toonde waaraan ik altijd voorbijgelopen was, zo kon ik haar mijn geheime plekjes laten zien. Zij had in het geheel de rol van herdershond, voelde zich verantwoordelijk voor de jongere en de oudere en nam mij veel draagwerk uit handen.

Wonderlijk hoe goed het ging met zijn drietjes een week lang in een klein kamertje. Geen enkele irritatie. We zijn alle drie niet moeilijk, dat scheelt. En 's avonds op bed verhalen.

Ons hotel, achter het hek, vijf hoog, wat ik ook nog af en toe liep omdat de lift zo'n gammele indruk maakte. Geen ademnood.

Uitzicht vanaf het balkon, in de verte zie je de bergen met sneeuw.

En het lawaai  van het verkeer 's nachts. Overdag maakt het me niets uit, ik vind het zelf niet onprettig dat getoeter en gestamp. Maar 's nachts wil ik stilte. Met het raam dicht slapen dus, net als vroeger in het huis van mijn schoonouders, die aan de Tiber op Porta Portese woonden, aan de via Portuense, een doorgaande lawaaige weg. Alleen op zaterdagavond was het stil, want dan werd de straat afgesloten voor de vlooienmarkt die op zondagmorgen op Porta Portese werd gehouden. Maar om 5 uur 's morgens brak de hel alweer los als de markt werd opgebouwd.


Deze foto is van 45 jaar geleden, op piazza Navona. Ik ben de rechtse met oranje jurk. Wij hadden een pakje gekregen uit Holland, met onder andere pakjes Samson shag mer rode rizla. Dat hadden de omstanders nog nooit gezien, zij dachten minstens dat het drugs waren. Holland drugsland, iedereen is er openbaar verslaafd met toestemming van de overheid onder de welwillende blik van oom agent.

Sinds deze foto en ben ik wel in Rome geweest natuurlijk, heb er ook gewoond, maar nooit meer als tourist. Toen gingen we geen antieke gebouwen bezoeken, ik ging dansen met mijn schoonzusje!

De schoonzus in kwestie, die aan de rand van Rome woont, kwam ons opzoeken met haar dochter en kleindochter. Wij hebben samen gegeten en de tourist uitgehangen. En gekletst natuurlijk. Hoe zij in nette rok van huis ging en ik in hotpants en we dan in de dancing van kleren ruilden. In het noorden liep iedereen al in mini-rok, maar in Italië niet! Daar vielen de stevige geruite rokken nog over de knie en mijn schoonzusje mocht helemaal niet uit zonder toezicht. Ik was vier jaar ouder, 17 en 21 waren we, dus na veel gesoebat mochten we dan 's middags gaan dansen, maar om 7 uur thuis. Dat gaf niks, want je kunt heel wat doen op zo'n middag. Net zo veel als 's avonds.

De schoonzus.

En de rest van de familie, behalve ik want ik ben de fotograaf.


Daniela, Valentina, Vanessa, Chiara en Viola.


Rome is een heerlijke stad. Alles is er mooi. De huizen, de kerken, de ruïnes, de pleinen, de fonteinen. En de mensen zijn er aardig, vrolijk of chagrijnig, maar ze delen alles met je. Als de bus aan de halte voorbijrijdt, is er een collectief schelden. Op de chauffeur, de busmaatschappij, de overheid, de rooien en Berlusconi.
Je hebt zo een gesprek. Met de ober op het terras, de dame achter de ontbijtbar, die aan een hersentumor geopereerd is, waarbij ze iets geraakt hebben, waardoor haar oog uit het lood trekt en ze haar ooglid niet meer omhoog krijgt. Alles mag ik zien: de snee in haar hoofd, het schele oog onder haar vallende ooglid, het gat vanwaaruit de tumor is verwijderd. Mijn verhaal vinden ze ook allemaal prachtig. Hoe het komt dat ik zo goed Italiaans spreek, nou daarom. Oma verteld, men luistert geboeid.

Dit is de bardame, hier ontbeten we iedere dag. 



En dit mag je er niet, in de vieze W.C. beneden in het souterrain.

Zo'n bordje ben ik op al mijn reizen nog niet tegengekomen.


Maar snel een kerk er tegenaan.





De meest vette en niet-deugende engel die ik ben tegengekomen.

Zo kan hij wel weer. Volgend jaar gaan de meiden naar Athene.