Om 6.45 ontwaakt mit dem Jonas (mit, nach, bei, seit, von, zu 3de naamval). Viel weer in slaap en vergat het lied. Wat had ik ook weer gehoord dat ik zo mooi vond? Marimon wist het ook niet meer. 7.30, het Nieuws. Amerikaanse bommenwerpers vliegen boven Noord-Korea. Ben gelijk klaarwakker.
Tijdens het aankleden doemt er een lied in mij op. Mein Herz....tralalala. Ja die was het!. Die Zauberflöte, Dies Bild ist bezauberend schön, Jonas Kaufmann. Bommenwerpers vergeten.
Later blijkt dat der Jonas bij ons in de kast woont. Zeker gevlucht voor zijn manager die hem wilde veranderen in een play-boy, een wildebras met ongeschoren wangen, een viking, (maar wel met een kittige zakdoek om z'n nek geknoopt). Terwijl het gewoon een degelijke jongen was, braaf tot in het bot, waarschijnlijk lid van de kerkeraad. Hij heeft er zelfs zijn vrouwtje voor op moeten zeggen.
Arme jongen, roem is niet gratis en niet van jezelf.
Gek dat die ultra gevaarlijke situatie in het verre oosten ons niet méér beroerd. De kranten staan er niet bol van, de mensen op straat spreken er niet over. Wat Frankrijk bezig houdt is president Macron met zijn random bezuinigingen en wetswijzigingen. Allemaal om Frankrijk te redden van het faillissement, om een volledig en eerbaar partner van Europa te blijven. Om Angela recht in de ogen te kunnen kijken. Maar de Fransen willen niet gered worden. Zij willen met 55 jaar met pensioen blijven gaan. Zij willen al hun ambtenaren behouden zoals de facteur, die iedere dag met de auto onze oprijlaan op moet om de krant af te leveren en soms een rekening of wat reclameblaadjes. Daar moet toch dik geld bij?
Iedere dag staakt er wel wat, zoals vandaag en gister de ambtenaren. Iedereen wil zijn koopkracht behouden en toch van de staatsschuld afkomen. Zij willen le beurre et l'argent du beurre.
De boter en het geld van de boter. Niemand wil iets inleveren, iedereen wil meer.
Ik lees het prachtige boek van Rien Poortvliet, 'Langs het tuinpad van mijn vaderen', waarin hij teruggaat tot 1650.
Wat een onvoorstelbare armoede. En wat dan het meest verbaast is dat de mensen er niet tegen in opstand komen. Misschien omdat ze gelovig zijn, maar zeker ook omdat ze honger hadden en met een lege maag heb je niet zoveel praatjes. Ze hadden natuurlijk ook geen leider. Ze hadden geen vakbond!!
In het boek staat een Algemeen Verslag van de gemeente Dirksland in het jaar 1850. Dit verslag zal op verzoek van de regering gemaakt zijn, o.a. om na te gaan of het volk nog tam genoeg is of dat er een opstand voor de deur staat. Er werd onder meer gevraagd wat de voornaamste middelen van bestaan waren (landbouw) en of dit gunstige uitkomsten opgeleverd had (niet, slechte oogst, uitwaaingen van ter velde staande vruchten).
Dan is er een vraag: Zijn de ingezetenen rustig en tevreden?
Antwoord: Zij zijn rustig en tevreden.
Algemeene opmerkingen: Steeds veel armoede
Maar zij wisten niet beter. In mijn vroege jeugd hadden we ook niet veel, maar niemand had wat en je zag het ook niet ergens liggen, staan of voorbijkomen. Er waren in het dorp geen andere winkels dan die voor de eerste levensbehoeften. Eet en drinkwaren, kolen, olie. Er was één galanteriewinkel, waar je potten en pannen en andere huishoudelijke artikelen kon kopen. Tegen Sinterklaas was er speelgoed en gingen we met mijn moeder kijken wat er was, om daarop ons verlanglijstje te baseren. Wat we vervolgens niet kregen natuurlijk, maar het kijken er naar gaf al een grote vreugde. En het maakte hebberig! Tegen de Kerst was er tuig om de kerstboom mee te versieren. Ieder kind één bal, dat maakt toch 5 ballen. Min die van mij, want ik liet hem natuurlijk gelijk uit mijn klessen vallen. Kapot, want ze waren toen van ander materiaal gemaakt dan nu.
Brullen, want ik kreeg geen ander en ik was geen lid van de vakbond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten