vrijdag 24 december 2021

De feestdagen voor de deur.

 Einde van de dag, het is al bijna donker en het motregent. Heiligenavond, we zouden niet overdrijven met het eten en drinken, maar we hebben toch weer veel te veel ingeslagen. Marimon, meestal nogal sober, ging op het laatste moment uit zijn bol en bestelde zelfs een traditionele kerstbûche bij de bakker. Een vette kledder waarmee wij de rest van het jaar de Fransen mee voor de gek plegen te houden. Die Fransen met hun tradities... Maar het is blijkbaar besmettelijk.

Overmorgen zitten we, net als iedereen, met een berg restjes en verzuchten we, zoals ieder jaar: hadden we maar een zwerver...

We zouden echt graag een zwerver hebben, eentje die slaapt in een soort hondenhok voor de deur en aan wie je de kliekjes kunt geven. We zouden hem (of haar, maar ik denk dat een haar lastiger is), goed verzorgen. Voldoende dekens, een tochtvrij hok, schone was en eens in de week in bad. 

Raymond had echt een zwerver geadopteerd. Jaren geleden al, wij woonden nog op Pied Sec plage. DéDé was semi dakloos, hij woonde in een aftanse caravan, die niet warm te stoken viel. Raymond had hem opgesleept en op zijn erf gezet, dan kon hij binnen slapen als het heel koud was en af en toe mee-eten. Dat af en toe werd steeds vaker en op de duur woonde hij er permanent in huis. Ik weet niet of Paulette, Raymond's compagne, dat nu zo leuk vond, want DéDé dronk nogal en werd dan stront vervelend. En Raymond dronk gezellig mee.

Hoe wij daar zo tussen verzeild raakten is een nogal ingewikkeld verhaal. Na de Corrèze kochten wij een huisje met uitzicht op de Gironde. Wij kochten dat van Claude. Claude kocht het huis van Raymond en Paulette 150 km noordelijker in Surgères en Raymond ging  verhuizen naar zijn ouderlijk huis te Soubran, (dat hij geërfd had van zijn moeder) op 10 km. afstand van Pied Sec. Maar het had nogal wat voeten in de aarde voordat iedereen daadwerkelijk in zijn gekochte huis zat. Claude verhuisde wel naar Surgères, maar Paulette wilde niet naar Soubran voordat Raymond het erf had opgeruimd en dat erf was werkelijk met geen pen te beschrijven, zo'n rotzooi. Het leek wel een sloperij. Dan had hij ook nog een hele kietelkooi aan slechtverzorgde beesten. Van ezels tot varkens, ganzen, kippen, honden, noem het maar op. Doordat alle hokken bezet waren kon Claude zijn vogels, kippen, eenden en ander klein grut niet daar heen vervoeren. Het werd onze taak om voor vogelopvang te spelen.

De ménage à trois in Surgères liep trouwens zeer harmonieus, Paulette was blij met de zachtaardige Claude die de vloekende, scheldende en drinkende Raymond een beetje temperde. En zij kon moederen over de magere, zich slecht verzorgende Claude, maakte de lekkerste hapjes voor hem en verloste hem van zijn eenzaamheid.Wij vonden het niet erg om het basement met gewonde vogels te verzorgen, de kooien langs te gaan en ze stuk voor stuk met hun eigen ritueel te begroeten, zoals ze gewend waren.

Zo kwamen we veel bij elkaar over de vloer, vierden zelfs een paar keer kerstfeest bij Raymond en Paulette. Op de duur zat iedereen in zijn eigen huis, maar we bleven elkaar af en toe zien. Spraken Raymond streng toe dat hij zijn dieren beter moest verzorgen en aardiger zijn tegen Paulette, die hij als een slavin behandelde.



We hebben ze niet meer gezien sinds we naar hier zijn verhuisd bijna 7 jaar geleden. Vorige week belde ik Raymond om te vragen hoe het ging. Een klaaglijk zwak stemmetje aan de andere kant van de lijn. Ik dacht dat hij op sterven lag. Hij lag op bed met griep of een gewone verkoudheid. Paulette was in het voorjaar gestorven. DéDé zat in een instituut te kuren om van de drank af te komen. Niemand die hem verzorgde, al zijn broers en zussen waren overleden, helemaal alleen op de wereld. Ja hij had spijt dat hij altijd zo lelijk tegen Paulette had gedaan. Naarmate we langer aan de telefoon zaten hoorde ik hem opknappen, hij kreeg zowaar weer praatjes. 

Egoïstische aso, maar o zo vermakelijk. Aso en schreeuwlelijk of niet, we vonden hem toch sympathiek. Ik hoop voor hem dat DéDé gauw terug komt, maar ik denk niet dat de kuur lang zal helpen. Zeker niet met de feestdagen voor de deur. 




vrijdag 17 december 2021

Gevoegd met bisonkit en ducttape.

 Café de Uientuin in het stadje T.


Rond deze tijd 32 jaar geleden, 1989, vorige eeuw. Voelt ook als een eeuw geleden. Onze eerste avond samen. We hebben wat afgekletst die avond,van de zenuwen. En ook gelachen, onbedaarlijk gelachen, ook van de zenuwen. Er viel ook zo veel te vertellen, over de 40 jaar die we gemist hadden samen. Elk een eigen leven. Een heel ander soort leven. Dat moest in elkaar gepast. Er was een mogelijkheid dat het zou passen.We voelden dat het ging passen...

Past het niet, dan voegt het wel zei Corrie van de Corriebeps uit Muiderberg, die mij naailes gaf terwijl ik haar Franse les gaf in ruil. Corrie is nu in de 90 en leeft nog steeds in hetzelfde huis als toen, in haar eentje sinds Bep er niet meer is. Wij hebben inmiddels al samen in 5 verschillende huizen gewoond, Muiderberg, la Corrèze in 2 verschillende huizen, la Charente-Maritime, en nu la Normandie.  

Een paar maanden later, nog op de Long Church Lane in het stadje T. Met Tijn en Kayan, (die nu zelf al vader is), in de kinderstoel. Ik denk dat het mijn verjaardag is. Zo te zien zitten we te roddelen en Marimon, die dan nog niet die status bereikt heeft, maar slechts een vaste verkering met goede vooruitzichten mag heten, is ook niet vies van een sappig verhaal, zo te zien.



5 kerstbomen verder in Muiderberg met dochter Vanessa en het poezenbestand.


2021 en 32 kerstbomen verder kunnen we stellen dat we stevig gevoegd zijn. Met bisonkit en duct tape.



donderdag 9 december 2021

Sterven als dakloze.

 Eergister mijn boosterprik gehad en nog steeds een beetje ziek. Niet leuk, maar wat ben ik blij en dankbaar dat ik de koortsaanvallen kon ondergaan in een warm huis, met een warm bed en een warme Marimon er in. 

Tegelijk met de prik kreeg ik via de familielijn het bericht dat er een nicht van ons was overleden. Dat vond ik niet erg, ik kende haar niet eens, (behalve een vage herinnering uit mijn jeugd dat ze mij onverhoeds een zet in m'n rug gaf waardoor ik voorover kukelde toen ik met de nichtjes op het trottoir speelde in de grote stad R). Maar wat mij wel raakte was, waar ze was gestorven. In een shelter van het Leger des Heils. 



Mijn ultieme nachtmerrie, eindigen als dakloze. 

Ik denk trouwens niet dat dit mij zou overkomen. Zelfs als mijn hoeder Marimon mij zou ontvallen, dan heb ik nog twee liefhebbende kinderen die mij zeker niet op straat zouden laten zitten. Had nicht dan geen kinderen? Jawel, maar een dochter was al jong gestorven aan de drank en de zoon, die ze als kind al in een tehuis gepropt had, had geen contact meer met haar omdat ze onaardig was. Heel haar leven was ze lastig en tegendraads. Geen koffie en geen thee, geen vlees en de rest onbespoten. Dat besloot ze niet alleen voor zichzelf, maar haar omgeving moest dat ook. Om de haverklap verhuizen zodat iedereen haar spoor bijster raakte. Onaanraakbaar en onvindbaar. Kwaad op de hele wereld. Kwaad geboren en nooit meer vrede gesloten. 

Er zal niemand zijn die haar mist. Wat erg..

woensdag 1 december 2021

Mijn overgrootvader Taeke Janszoon.

 

Is dit mijn overgrootvader? Zou kunnen, een nicht beweert van wel. Ik heb van vaders kant vrijwel geen foto's en familieverhalen daar was ons vader niet scheutig mee. Zijn familie interesseerde hem geen bal, hij vond zijn broer een arrogante kwal en zijn zuster een saaie tut. Inmiddels heb ik wel uitgezocht dat de familie Bakker rond 1893 uit Friesland was geëmigreerd. De man hier op de foto met zijn vrouw en 8 kinderen, waarvan de meesten volwassen waren of bijna. Zeven jongens en een meisje, waar in Oostdongeradeel geen werk voor was. Ik denk dat het emigratieidee van de jongens uitging en dat ze hun ouders, die in de 50 waren, dus toen al voor redelijk oud doorgingen, met zich mee namen. De man op de foto heeft toen niet zo lang meer geleefd, misschien was hij al ziek toen ze vertrokken. Ze vertrokken naar Groningen, Hoogezand/Sappemeer, waar de jongens op een fabriek gingen werken. Een hele vooruitgang vergeleken bij het boerenbestaan. De overgrootvader, Taeke Janszoon, was een keuterboertje en daarbij waarschijnlijk ook bakker. Geen vetpot, denk ik. Het lijkt mij een lieve man, een beetje een dromer en gewoon een pet te dragen. Dat kun je zien aan zijn haar, de pet lijkt er in gebakken. Ik zie de mond en het kinnetje van mijn kleindochter, maar kan dat wel na 6 generaties? Dan heb ik nog een foto van zijn vrouw met 2 schlemielige kindertjes. Toen haar man stierf is zij een kruidenierswinkeltje begonnen. Of misschien al eerder om de gaatjes te vullen, want het kan goed zijn dat van het schamele inkomen een gedeelte in overgrootvaders keelgat verdween. Dat weet ik niet zeker, maar ik weet wel dat een aantal van zijn zoons aan de drank waren. Dat zal de reden zijn dat mijn grootvader, die ik ook niet gekend heb want hij stierf toen ik 5 was, geheelonthouder is geworden. En in een ruk door ook maar socialist en hoeder van de cultuur in Delfzijl. Hij had de pech en het geluk dat hij op 13 jarige leeftijd een heupziekte kreeg, waardoor zijn been niet verder groeide en hij dus met een verhoogde zwarte schoen door het leven moest klossen, maar ook naar school mocht omdat hij toch nooit zwaar lichamelijk werk kon doen. Misschien was zijn ziekte ook wel een reden om naar Groningen te verhuizen. Hij werd boekhouder bij een stuwadoorsmaatschappij in Delfzijl en woonde boven de zaak, waar mijn vader met zijn (arrogante) broer en (saaie) zus is opgegroeid.
Opa Bakker 1880-1953


De Waterstraat met kantoor in het midden, waar geen auto voor staat.

Opa en oma Bakker met kinderen in de Waterstraat Delzijl. Mijn vader naast zijn vader. Oom Taeke in het midden. Tante Annie (die overigens helemaal geen saaie tut was) staande rechts. 1927.