woensdag 23 augustus 2023

De wereld staat in de fik terwijl wij ons tuintje aanharken.


Canada staat in de fik en Griekenland en Portugal en Haiti. Modderstromen in de Alpen, hittegolven rond de Middellandse Zee.Tornado's in Mexico en Californië. 

Maar niet hier, ik plant mijn cyclaampjes van de Lidl.

Vluchtelingen die verzuipen bij bosjes. Zwarte arbeidsmigranten in Tunesië die de woestijn in worden gejaagd, hele gezinnen met kleine kinderen, zonder eten of drinken, zonder dak om onder te schuilen voor de hete kogel aan de hemel. Saoudi-Arabië dat raketten afschiet op Somaliërs die na een lange reis door Afrika proberen de grens over te komen. Maar niet hier, ik plant herfstastertjes van de Lidl.

En dan hebben we Putin nog en Jevgeni met zijn Wagner leger.

En de bom, zoveel landen met de bom in hun nachtkastje.

Maar niet hier, nog niet. Het is daar, ver weg, op het nieuws. 

Buurvrouw Thérèse maakt zich ook niet druk, zij heeft geen T.V. en ook geen computer. Zij zit met haar neus in de moestuin. De haricots verts vereisen al haar aandacht. Ze weet niet eens waar al die landen liggen, ziet niet het verschil tussen Nederland en Engeland, hoewel ik haar al een paar maal de atlas onder haar snufferd gehouden heb. Zij ziet alleen lijntjes, begrijpt niets van kaartlezen. Toch is zij ook naar school geweest, lang geleden, 6 klassen en hup de moestuin in.

Maar toch heeft ook zij haar angsten. Voor het bejaardenhuis, waar ze niet in wil, maar waarvoor ze zich ook zorgen maakt omdat ze in geval van nood denkt er niet in te mogen omdat ze het niet betalen kan. En angst voor de voie verte, het op een oude spoorlijn aangelegde fietspad, want daar zouden dieven en verkrachters in de bosjes zitten. Niet dat ze daar ooit zou komen. Ze kan helemaal niet fietsen en ook nauwelijk lopen trouwens. Kruipen kan ze, door de moestuin. Je hebt nog nooit zo'n mooi strakke, onkruidloze tuin gezien. 

Zo houden wij beiden ons hofje bij, genieten van het mooie weer en de beesten. Ik van mijn kipjes, zij van haar koeien. Onze wensen zijn niet groot, een dropje regen zou al fijn zijn. Wij houden de boze wereld ver, ik op het nieuws, zij op de voie verte.


 

zondag 13 augustus 2023

Met zijn allen transgenderen.

Nu de gay-week weer voorbij is en ik alle relevante verhalen van h l b q tot z in alle bijlagen van alle kranten gelezen heb, begin ik te beseffen dat ik akelig ouderwets normaal ben of eigenlijk niet.  

In mijn jeugd zo'n 60 à 65 jaar geleden bestond dit allemaal niet. Of het bestond stiekem wel, maar daar kon je beter over zwijgen anders werd je uit de gemeenschap gepest. Homo werd je pas in de stad, zoals mijn moeder dan zei: 'Die en die, ja die is later nog homo geworden'. Wij hadden op het dorp wel Heintje Deftig, die sprak en kleedde zich netjes, was vrijgezel en waste de ramen voor zijn moeder. Iedereen vond hem wat vrouwelijk, maar heel aardig dat hij het huishouden deed voor zijn moeder.

Toen in het kielzog van de vrouwemancipatie kwamen de lesbos. Toen de travestis, de queers en nog later de transgenders. De laatste groep lijkt mij snel groeiende.

Zou het een modeverschijnsel zijn, of ligt het in de evolutie van de mens besloten? Mannen en vrouwen gaan steeds meer op elkaar lijken, beroepen zijn meestal niet meer specifiek vrouwelijk of manlijk. Wat kleding betreft ook, vrouwen dragen bijna geen rokken meer en steeds lompere schoenen. Mannen blijven een beetje achter op dit gebied, wel een ringetje door hun oor of een staart, maar nog steeds geen rok. Langzaam maar zeker worden we één geslacht, zijn we van alle gedonder af. Maar zo ver is het nog niet.


 Ik las dat transgenders bij grote bedrijven zoals Ahold 6 maanden ziekteverlof krijgen om te verpoppen. Een goede zaak, want het lijkt mij een hele klus en als je dan tussendoor ook nog steeds naar school of kantoor moet waar alle ogen op je gericht zijn om je baard of borstgroei te meten...

Het makkelijkst zou zijn om jong te beginnen met transgenderen, als je nog tussen de geslachten zweeft, voor de puberteit. Maar weet je  dan al zeker wat je wilt. Ik zelf wilde als kind dolgraag een jongetje zijn, want dan kon je meer. Jongetjes stonden overal met hun neus boven op, kijk maar op foto's uit vroeger tijd die op straat genomen zijn. Ik was een wildebras, hield van slootje springen, schreeuwen, stoer doen, met stokken slaan, vechten. Ik was op straat altijd enig meisje met een groep jongens en had de meeste praatjes. Maar thuis was ik een meisje dat wel in bomen klom, maar ook met poppen speelde en zondags graag met lakschoentjes aan naar de zondagschool ging, zedig met mijn tasje op schoot. Ik wilde een broek aan en geen strik in mijn haar, maar met een jaar of 12 bij het komen van de borstjes, en groeiende belangstelling van de jongens, koos ik toch maar voor het meisje in mij. Ik heb nooit spijt van die keus gehad.

Laten wij hopen dat er niet te vroeg met zo'n ingrijpende ingreep begonnen wordt, want het is wel voor je hele leven en nog steeds geen garantie voor het eeuwige geluk.



donderdag 3 augustus 2023

Het Amerikaanse meisje.

 

Het was 1957 en we zaten nog altijd in de na-oorlogse armoede. We hadden geen koelkast, geen auto, geen T.V., geen warm water en het ergste, geen douche. Niet dat wij dat zo erg vonden, we wisten niet beter. Maar voor het verwende Amerikaanse meisje dat opeens op ons dak viel moet het de hel geweest zijn.

De H.B.S. waar mijn zus op zat, had een uitwisseling georganiseerd met Amerikaanse high school leerlingen. Zo konden die kinderen eens met eigen ogen zien dat hun Marshallhulp nog geen echte zoden aan de dijk had gezet. 

Ze bleef 6 weken. Wat moet dat kind bij ons ongelukkig geweest zijn. Ons gezin sprak nauwelijks Engels. De oudsten hadden op school wat opgestoken, onze ouders wat kromme zinnen van de paar jaar ULO jaren geleden. Waar sliep ze?. We hadden 5 kinderen, 3 jongens, 2 meisjes en 3 slaapkamers. Ik sliep met mijn zus op een kamer. Lag zij er dan ook nog bij? Ik heb daar helemaal geen herinnering aan, om met Rutte te spreken. Wassen ging met een lampetkan die naar de slaapkamer werd gehesen. De kleintjes wasten zich bij de (koude) kraan in de keuken met een washandje. Een voor boven en een voor onder. En eens in de week in de teil voor de kachel, gewoon in de huiskamer. Mijn broertje en ik in hetzelfde water, zoals iedereen dat toen deed. 

Ik had eigenlijk geen contact met haar. Ze was er en dat vond ik best, verder trok ik mijn eigen plan, net als toen mijn oma Delfzijl een poosje bij ons inwoonde, ik kan mij ook niet voorstellen waar die sliep. Mijn arme zus die zat pas echt met haar opgescheept. Ik herinner mij wel dat het fruit die zomer heel duur was zodat mijn moeder dat niet kon kopen. Almeda (zo heette ze), toog met mijn zus op de fiets naar de markt in Zaandam, waar ze een zak appels kocht waarvan ze er niet één uitdeelde, zelfs niet aan mijn zus die naast haar liep. Dit deed bij mijn zus en bij ons allemaal, de deur dicht.

Het enige aantrekkelijke aan haar was dat ze in het bezit was van een fototoestel, vogens mij een polaroid waar de foto's zo uitrolden. In kleur!! Vandaar dat we toch nog een paar herinneringen aan haar hebben, hoewel ze niet op deze foto's hierboven staat, omdat zij die heeft genomen. Niks aan gemist.


Het Amerikanisme begon al toe te slaan in die tijd. Hier heb ik mijn eerste (en laatste) nylonjurkje aan, dat toen mode was, door moeder gemaakt. Je hoort er natuurlijk niet mee in bomen te klimmen.



In dit huisje woonden we toen. Het moest al die mensen herbergen. 


We hebben nooit meer wat van het schaap gehoord, wel een bedankbrief van haar moeder. Dat ze er zo van opgeknapt was nu ze gezien had wat echte armoe was. Nou zeg, zo arm voelden wij ons niet, iedereen leefde zo, we hadden geen honger en geen kou. Een warm bedje met een kruik en pinda's op zaterdagavond. Wat wil een mens nog meer?