zondag 21 februari 2016
Lang leve de blauwe knoop
Dit vrolijke plaatje is genomen in de Noord-Hollandse duinen, waar wij met de kinderclub 'Jong Leven', naar toe waren gefietst.
Het was eigenlijk niet zo ver van huis, maar het gaf wel de indruk van ver, want thuis betekende wijds, boomloos en plat, gestoffeerd met koeien en schapen. Het Heemskerkerbos, een onderdeel van de Kennemerduinen, was zanderig, heuvelig en bebost. Het tochtje duurde niet langer dan een half uur. De kleintjes werden op het 20 km. karretje van Gerard van Ham de aardappelenboer gehesen, zonder stoelen, dus ook geen veiligheidsriemen. De zijkleppen omhoog en hou je maar aan elkaar vast. Gerardje hield vanachter het stuur een oogje in het zeil zodat niemand over de rand zou kukelen: 'zitten blijven!!', riep hij van tijd tot tijd. Verder moest ieder zijn eigen boontjes maar doppen. Het karretje was trouwens zo stijf opgevuld met kinders, dat zij als elkaars stootkussen dienden. Ik kan het mij nog goed herinneren, dat ik ook bij het karretjesvulsel hoorde.
Ik rechts boven, in giechelmodus
Op de foto zijn we een jaar of 11,12. Vijde of zesde klas lagere school, we zaten allemaal bij elkaar in de klas. De kinderclub had een zangkoortje, een toneel/musicalgroep, en een handwerken/ figuurzaagafdeling. Ik bezocht ze alle drie en dan zat ik nog op de gym ook, dus ik was geen avond thuis.
Eens per jaar was er een uitvoering in de grote zaal van 'Assumburg', het plaatselijk hotel, café-restaurant.
Het bejaardenhuis werd voor die gelegenheid leeggehaald en vooraan gezet, verder werd de zaal gevuld met ouders, buren en familie. Het zat altijd vol. De jaren 50 waren een weldaad voor het verenigingsleven. Er was ook weinig anders te doen, vooral in de winter. De kinderclub werd geleid en in leven gehouden door een sterke geheelonthouderslobby van socialistisch-communistische aard, waar over thuis door mijn ouders en oudere broers wat lacherig- schamper gedaan werd. Mijn ouders, die juist de geneugten van het drank, feest en kroegleven herontdekt hadden na jaren van crisis-oorlog- en broekriem aanhalen, vonden hen maar saaie, degelijke, sandalenlopers. Toch hadden zij wel bewondering voor hun inzet. Althans mijn moeder, want zij was wel een verenigingsmens en steunde als donateur ook alle plaatselijke verenigingen, waarvan op zaterdagmorgen rond etenstijd schrale, in bruine rib geklede vertegenwoordigers langskwamen om haar donatie op te halen. Mijn pa hield niet van verenigingen en al helemaal niet van sober geklede geheelonthouders en zag dan ook met lede ogen aan hoe zijn zuurverdiende weekgeld in hun clubkas verdween.
'Waar is mama?'
'Die staat aan de deur mijn geld uit te delen'.
Ik heb er heerlijke uurtjes doorgebracht. Het koortje leerde mij dat muziek iets met me deed en dat ik zingen heerlijk vond. Bij het kindertheater kon ik echt uit mijn dak. De toneelstukken en musicals werden helemaal zelf bedacht en de kostuums eigenhandig genaaid door vele nuchtere vrijwilligers. Op de uitvoering zelf kwam een echt grimeursbedrijf, Michiels uit Amsterdam, waar Arjen van de Grijn, de grimeur van Koot en Bie zijn carrière begonnen is. Daar heb ik mijn liefde voor het theater aan te danken.
Al met al heel veel fijne herinneringen aan de kinderclub.
Met dank aan de ANGOB.
Hoewel ze soms wel wat ver gingen in hun overtuiging.
Zo mochten wij in het lied van Tom Pillibi met zijn twee kastelen, niet zingen: Uit de fonteinen spuit straks weer de Champagne, maar moesten wij zingen: spuit straks weer Jus d'Orange...
woensdag 17 februari 2016
Jézus en blote benen.
Gister wel zeker een uur met blote benen in de zon gezeten, een fietstocht gemaakt om 9 uur 's morgens door bevroren velden en des avonds met Marimon voor de eerste keer zelfstandig de tango gedanst, de basispassen dan wel te verstaan.
Als straf voor zoveel hovaardigheid en genot, worden wij vandaag wakker met ijs op het slaapkamerraam (aan de binnenkant) en word ik naar binnen gejaagd door een straffe poolwind.
Ik zoek steun,warmte en vergiffenis bij Jézus, mijn dekentje, de Chaise Longue en een boek.
Dat ik mij in deze termen uitdruk, komt waarschijnlijk doordat ik een, mij voor mijn verjaardag door mijn dochter aangeboden, boek aan het lezen ben. 'Bruidsvlucht' van Marieke van der Pol.
Het gaat over een vlucht, een race eigenlijk, van Londen naar Christchurch, Nieuw-Zeeland, die volgestampt zit met Hollandse bruidjes wier verloofdes of nieuwbakken echtgenoten, daar aan de andere kant van de wereld op hen staan te wachten. Natuurlijk gebeurt er allerlei romantisch en verbodens op die 50 uur durende vlucht, waarbij de passagiers het vliegtuig niet mogen verlaten wegens vermeend tijdverlies. Een race is nu eenmaal een race. Er begint natuurlijk van alles te borrelen en te broeien in zo'n benauwde kist vol hormonen. De enige ongebonden jongeman heeft het dus goed getroffen, dat spreekt vanzelf. De hoofdpersoon tijdens de vlucht, is een beloofd bruidje, toevallig heel mooi, maar ook streng gelovig en zwanger. Een leuke combinatie voor verboden en dus spannende situaties. Althans voor meisjes. Geknipt voor mijn Chaise Longue in samenwerking met de koude dag, Jézus en het dekentje.
Ik ried het Marimon af het boek te lezen. Het is reuze spannend voor meisjes, maar niet voor jongens, denk ik. Die willen boter bij de vis.
Maar Marimon dacht er anders over. 'Ik moest het toch maar lezen.. misschien steek ik er wat van op'.
dinsdag 9 februari 2016
Vakantiekolonie.
In de winter van 1957, ik was toen 9 jaar, had ik, als magere spriet, het voorrecht om geselecteerd te worden voor de 'vakantiekolonie'.
Een benaming die het bij kinderen goed deed, maar achteraf de lading niet helemaal bleek te dekken.
Mijn moeder was er wel voor. Wie weet zou haar jongste, 'die maar niet wilde groeien', zoals zij aan ieder die het horen wilde verkondigde, eindelijk eens een pondje aankomen.
En ik wilde ook wel. Het leek mij wel spannend, nieuw en ver.
Zo ver was het trouwens niet, Egmond aan Zee, makkelijk te fietsen van bij ons vandaan. Maar dat wist ik toen niet, geen idee.
Wat ben ik daar ongelukkig geweest. Niet omdat 'de zusters', zo slecht voor ons waren, maar ik kon er gewoon niet tegen.
Het begon al door ons kinderen, jongens en meisjes door elkaar, spiernaakt uit te kleden en in een douchelokaal te werpen, waar je niets zag door de stoom. Ik had nog nooit een douche gezien en was doodsbang, dacht dat ze me gingen vergassen.
Toen onze haren gekamd met de luizenkam, alsof we uit de achterbuurten kwamen. Achteraf kan ik zeggen dat sommige kinderen daar ook echt vandaan kwamen, dus ongelijk hadden ze niet. Maar ik ervoer het als een geweldige belediging, die diep in mijn ziel sneed.
Waar ik vooral niet tegenkon daar, was het massale. De hele dag mensen om je heen die je dag indeelden. Nooit een momentje voor jezelf, zelfs niet in bed, want daar lag je in lange rijen op een slaapzaal. Je moest je elastiekjes uit je haar halen om ze 's morgens weer aan te kunnen leveren. Er ging steevast iets mis overnight met die dingen.'s Morgens waren ze altijd spoorloos. En dan de zuster weer foeteren. Het was al lastig, dat lange haar dat altijd in de knoop zat, waarom wilde ik geen bloempot op m'n hoofd en eronder afscheren, die rommel? Dan dat gehannes met de sprei. Die moest persé op een bepaalde manier opgevouwen, met het hoefijzer naar boven in een bepaalde stand. Dat kreeg ik nooit voor elkaar.
Gemopper. Voor het ontbijt kreeg je wittebrood met rauwkost. Gehakte appel, wortels en peren. Gatver. Ik kreeg het niet door m'n strot. Wel een appel, een wortel, een peer en een stuk brood, apart. Maar niet in stukjes gehakt op m'n brood. Het warme eten werd helemaal door elkaar gehusseld. Het leek wel een verkeersongeluk. Ik at het niet en zat dus de halve middag achter mijn bord in een lege eetzaal.
Altijd in rijen hand in hand lopen, nooit in mijn eentje naar het strand. Je ouders mocht je in die zes weken één maal zien. Mijn vader kwam met mijn broertje op de brommer een keer naar mij kijken terwijl wij op het strand speelden. Ik zag ze in de verte staan en sloeg snel mijn ogen neer. Dit mocht niet! Dit was ten strengste verboden! 's Avonds bij het haren kammen (alweer), stonden de zusters over mij te fluisteren. Dit is ze...psss..dat ouders zo onverstandig kunnen zijn...pss..
Ik zat iedere morgen in de rij voor de dokter. Pijn in mijn buik..
En ik kwam niks aan. Ik was wel gegroeid, maar alleen in de lengte. Dus per saldo nog magerder dan toen ik kwam.
Wat zien wij er allemaal armoedig uit, met die rokken over onze trainingsbroek. Er waren ook wel echte bleekneusjes bij, holle ogen, bijna ondervoed. Hoe kan dat nou, anno 1957, twaalf jaar na de oorlog. Maar er was tot een eind in de jaren 60 nog behoefte aan, blijkbaar. Ik hoorde daar eigenlijk niet thuis, wij hadden genoeg te eten en ik was de hele dag buiten. Maar veel kinderen kwamen uit de stad en daar was het blijkbaar toch moeilijker voor sommigen. De meesten vonden het een eldorado. Nou, ik niet.
Een benaming die het bij kinderen goed deed, maar achteraf de lading niet helemaal bleek te dekken.
Mijn moeder was er wel voor. Wie weet zou haar jongste, 'die maar niet wilde groeien', zoals zij aan ieder die het horen wilde verkondigde, eindelijk eens een pondje aankomen.
En ik wilde ook wel. Het leek mij wel spannend, nieuw en ver.
Zo ver was het trouwens niet, Egmond aan Zee, makkelijk te fietsen van bij ons vandaan. Maar dat wist ik toen niet, geen idee.
Wat ben ik daar ongelukkig geweest. Niet omdat 'de zusters', zo slecht voor ons waren, maar ik kon er gewoon niet tegen.
Het begon al door ons kinderen, jongens en meisjes door elkaar, spiernaakt uit te kleden en in een douchelokaal te werpen, waar je niets zag door de stoom. Ik had nog nooit een douche gezien en was doodsbang, dacht dat ze me gingen vergassen.
Toen onze haren gekamd met de luizenkam, alsof we uit de achterbuurten kwamen. Achteraf kan ik zeggen dat sommige kinderen daar ook echt vandaan kwamen, dus ongelijk hadden ze niet. Maar ik ervoer het als een geweldige belediging, die diep in mijn ziel sneed.
Waar ik vooral niet tegenkon daar, was het massale. De hele dag mensen om je heen die je dag indeelden. Nooit een momentje voor jezelf, zelfs niet in bed, want daar lag je in lange rijen op een slaapzaal. Je moest je elastiekjes uit je haar halen om ze 's morgens weer aan te kunnen leveren. Er ging steevast iets mis overnight met die dingen.'s Morgens waren ze altijd spoorloos. En dan de zuster weer foeteren. Het was al lastig, dat lange haar dat altijd in de knoop zat, waarom wilde ik geen bloempot op m'n hoofd en eronder afscheren, die rommel? Dan dat gehannes met de sprei. Die moest persé op een bepaalde manier opgevouwen, met het hoefijzer naar boven in een bepaalde stand. Dat kreeg ik nooit voor elkaar.
Gemopper. Voor het ontbijt kreeg je wittebrood met rauwkost. Gehakte appel, wortels en peren. Gatver. Ik kreeg het niet door m'n strot. Wel een appel, een wortel, een peer en een stuk brood, apart. Maar niet in stukjes gehakt op m'n brood. Het warme eten werd helemaal door elkaar gehusseld. Het leek wel een verkeersongeluk. Ik at het niet en zat dus de halve middag achter mijn bord in een lege eetzaal.
Altijd in rijen hand in hand lopen, nooit in mijn eentje naar het strand. Je ouders mocht je in die zes weken één maal zien. Mijn vader kwam met mijn broertje op de brommer een keer naar mij kijken terwijl wij op het strand speelden. Ik zag ze in de verte staan en sloeg snel mijn ogen neer. Dit mocht niet! Dit was ten strengste verboden! 's Avonds bij het haren kammen (alweer), stonden de zusters over mij te fluisteren. Dit is ze...psss..dat ouders zo onverstandig kunnen zijn...pss..
Ik zat iedere morgen in de rij voor de dokter. Pijn in mijn buik..
En ik kwam niks aan. Ik was wel gegroeid, maar alleen in de lengte. Dus per saldo nog magerder dan toen ik kwam.
Wat zien wij er allemaal armoedig uit, met die rokken over onze trainingsbroek. Er waren ook wel echte bleekneusjes bij, holle ogen, bijna ondervoed. Hoe kan dat nou, anno 1957, twaalf jaar na de oorlog. Maar er was tot een eind in de jaren 60 nog behoefte aan, blijkbaar. Ik hoorde daar eigenlijk niet thuis, wij hadden genoeg te eten en ik was de hele dag buiten. Maar veel kinderen kwamen uit de stad en daar was het blijkbaar toch moeilijker voor sommigen. De meesten vonden het een eldorado. Nou, ik niet.
donderdag 4 februari 2016
Rood met witte stippen.
De regen komt mij zo langzamerhand de neus uit, ik wil zon!!
Gelukkig hebben we af en toe een verjaardag, in dit geval de mijne.
Ik ben nu een 'Soixantehuitard', wat in Frankrijk een bepaald genre mens mee wordt bedoeld, n.l. degene die mee hebben gedaan aan, of sympathiseerden met de revolutie van '68. 1968, viel in Nederland in 1967, toen er op een stralende junidag rellen uitbraken in het centrum van Amsterdam.
Ik zat op die bewuste dag met mijn vriendinnetje in de tram op weg naar Zandvoort, toen we werden verrast door rellen voor het Telegraafgebouw. Wij gelijk uitstappen natuurlijk, want voor een 19-jarige, zijn rellen spannender dan het strand.
Bovendien reed de tram niet verder. Wij hadden geen idee wat er aan de hand was, maar liepen vrolijk mee achter de reuze rol krantenpapier, die als een tapijt voor ons voeten werd afgewikkeld.
In de loop van de dag, terwijl we ons in de steegjes van het Damrak naar de Nieuwendijk probeerden te beschermen tegen de paarden van de marechaussee, hoorden we flarden van hoe het zat.
Boze bouwvakkers, vakantiebonnen, een in elkaar gestorte dakdekker, opstandige provo's en ontevreden studenten. Verder ook mensen zoals wij, de sensatiezoekers, reltoeristen die van toeten noch blazen wisten. Een jaar later barstte de boel in Frankrijk los.
Daar was zoiets sinds de 'Grote Revolutie' van 1789, niet meer gebeurd. Behalve, mondjesmaat, in de mijnstreek, maar dan wel 2 eeuwen geleden.
De opstand van 1968, in Parijs, was voornamelijk een studentenkwestie en serieuzer dan onze Telegraafopstand een jaar eerder, maar die heeft wel de sluimerende onvredegevoelens getriggerd. In 1969 volgde het Maagdenhuis.
https://www.youtube.com/watch?v=bBtEu9UePHE
Mijn verjaardag verliep minder sensationeel, maar opwindend genoeg voor een 68 jarige.
Marimon had een uitje bedacht naar een stadje, een klein uur gaans richting kust, dat hij ook niet kende, maar dat in de Guide Touristique de Normandie werd aangeprezen als zijnde aantrekkelijk voor de tourist. In de zomer kun je er over de hoofden lopen (zegt het boekje). Nu was het stil.
Een café sympa ontdekt, waar je ook lekker kunt eten en een publiek heeft waar we ons thuis bij voelen.
Bij thuiskomst was de post geweest.
Een pakje van Vanessa met snoepjes en theetjes en ander prachtigs.
En een pakje uit China, maar dat was toevallig, want dat had ik al maanden geleden besteld. Een jurk, rood met witte stippen.
De maat klopt, maar het is geen gezicht, meer voor een 8 jarige bedoeld.
Mijn oma uit Delfzijl had zoiets voor mij en mijn zus gemaakt, maar dan rood met zwarte stippen en voor mij met allemaal stroken. Mijn zus, die 6 jaar ouder was, en dus een jaar of 14, vond het helemaal niet leuk dat ze in dezelfde jurk moest lopen als haar kleine zusje.
Ik ga het ding wel verbouwen, er komt vast nog iets draagbaars uit.
Dit is blauw met witte stippen. Ik was een jaar of 14 en voelde mij een prinses. Die pantoffels passen er niet helemaal onder, dat had mijn vader als fotograaf moeten zien. Ruud speelt gitaar op de achtergrond. Bosje narcissen op tafel. Het was vast voorjaar.
Gelukkig hebben we af en toe een verjaardag, in dit geval de mijne.
Ik ben nu een 'Soixantehuitard', wat in Frankrijk een bepaald genre mens mee wordt bedoeld, n.l. degene die mee hebben gedaan aan, of sympathiseerden met de revolutie van '68. 1968, viel in Nederland in 1967, toen er op een stralende junidag rellen uitbraken in het centrum van Amsterdam.
Ik zat op die bewuste dag met mijn vriendinnetje in de tram op weg naar Zandvoort, toen we werden verrast door rellen voor het Telegraafgebouw. Wij gelijk uitstappen natuurlijk, want voor een 19-jarige, zijn rellen spannender dan het strand.
Bovendien reed de tram niet verder. Wij hadden geen idee wat er aan de hand was, maar liepen vrolijk mee achter de reuze rol krantenpapier, die als een tapijt voor ons voeten werd afgewikkeld.
In de loop van de dag, terwijl we ons in de steegjes van het Damrak naar de Nieuwendijk probeerden te beschermen tegen de paarden van de marechaussee, hoorden we flarden van hoe het zat.
Boze bouwvakkers, vakantiebonnen, een in elkaar gestorte dakdekker, opstandige provo's en ontevreden studenten. Verder ook mensen zoals wij, de sensatiezoekers, reltoeristen die van toeten noch blazen wisten. Een jaar later barstte de boel in Frankrijk los.
Daar was zoiets sinds de 'Grote Revolutie' van 1789, niet meer gebeurd. Behalve, mondjesmaat, in de mijnstreek, maar dan wel 2 eeuwen geleden.
De opstand van 1968, in Parijs, was voornamelijk een studentenkwestie en serieuzer dan onze Telegraafopstand een jaar eerder, maar die heeft wel de sluimerende onvredegevoelens getriggerd. In 1969 volgde het Maagdenhuis.
https://www.youtube.com/watch?v=bBtEu9UePHE
Mijn verjaardag verliep minder sensationeel, maar opwindend genoeg voor een 68 jarige.
Marimon had een uitje bedacht naar een stadje, een klein uur gaans richting kust, dat hij ook niet kende, maar dat in de Guide Touristique de Normandie werd aangeprezen als zijnde aantrekkelijk voor de tourist. In de zomer kun je er over de hoofden lopen (zegt het boekje). Nu was het stil.
Een café sympa ontdekt, waar je ook lekker kunt eten en een publiek heeft waar we ons thuis bij voelen.
Bij thuiskomst was de post geweest.
Een pakje van Vanessa met snoepjes en theetjes en ander prachtigs.
En een pakje uit China, maar dat was toevallig, want dat had ik al maanden geleden besteld. Een jurk, rood met witte stippen.
De maat klopt, maar het is geen gezicht, meer voor een 8 jarige bedoeld.
Mijn oma uit Delfzijl had zoiets voor mij en mijn zus gemaakt, maar dan rood met zwarte stippen en voor mij met allemaal stroken. Mijn zus, die 6 jaar ouder was, en dus een jaar of 14, vond het helemaal niet leuk dat ze in dezelfde jurk moest lopen als haar kleine zusje.
Ik ga het ding wel verbouwen, er komt vast nog iets draagbaars uit.
Dit is blauw met witte stippen. Ik was een jaar of 14 en voelde mij een prinses. Die pantoffels passen er niet helemaal onder, dat had mijn vader als fotograaf moeten zien. Ruud speelt gitaar op de achtergrond. Bosje narcissen op tafel. Het was vast voorjaar.
Abonneren op:
Posts (Atom)