zondag 28 augustus 2016

Half jarig

Als hij jarig was, was ik half jarig, en andersom. We scheelden anderhalf jaar en iedere jaardag was er weer gekissebis over hoeveel we scheelden in leeftijd. Een jaar. Niet twee. Niet een. Welles. Nietes. Hij zat wel twee klassen hoger, dat telde mee..

Op onze verjaardag wachtten we ongeduldig tot onze Pa, tuf tuf op zijn Berini naar de Sluizen verdwenen was, om roets, met een sprong in moeders warme bed te landen.
De jarige kreeg daar het gote cadeau (nou ja, groot..) en de half jarige een kleintje, een troostprijs.
Ik weet er nog één. Voor allebei hetzelfde, maar dan de ene een rode en de ander een blauwe. Flip en Flap van Douwe Egberts. Kon je plaatjes in plakken. Een van de twee had zo'n ouderwetse duikinstallatie over het hoofd. Zo'n soort vissekom. De boekjes worden nog aangeboden op Marktplaats voor een tientje de drie.

Het verdere verloop van een verjaardag herinner ik me niet zo. Er was geen feest, er waren geen gebakjes. Trakteren op school, drop en vanilletoffees, van elke soort één. Op een versierde stoel staan voor de klas, waar er voor je gezongen werd. Een op het bord getekende vlag. Dan had je de openbare viering wel zo'n beetje gehad. Thuis kwamen er 's middags wat tantes op de fiets, die namen een potlood voor je mee, of een inktlap van schuimrubber (le grand luxe). Een extra koekje bij de thee.

Vandaag zou hij 70 jaar geworden zijn. Mooi rond getal. Hij hield van even getallen, mijn broer. Maar hij had geen geluk daarmee. Op de 29ste geboren, op de 25ste gestorven en 69 jaar oud geworden. Een mens heeft het nu eenmaal niet altijd voor het kiezen.

                                      Rudy 1950


dinsdag 23 augustus 2016

Het meisje uit Amerika


Het was 1957 en ik was 9 jaar.
D.m.v. een uitwisselingsprogramma op de H.B.S. van mijn zus, kregen wij 6 weken lang, een Amerikaanse High School leerling te gast. Almeda was haar naam, ze was 17 jaar en droeg een vlinderbril.

Wij hadden ons veel van haar komst voorgesteld, mensen uit het buitenland zag je niet veel en al helemaal niet bij je thuis.
Vooral mijn oudste broers, toen 17 en 20, dachten de kat in het bakkie te hebben. Een uitheemse deerne, die in hun fantasie steeds maar mooier werd, zomaar onder hun dak.

Zij viel niet alleen onze broers tegen, maar ons allemaal.
Van de 6 weken dat ze bij ons logeerde heb ik maar een herinnering, en dat was aan tafel, toen mijn vader haar in zijn povere Engels wilde vragen of ze kon schaatsen. Aangezien hij niet op het woord 'schaatsen' kon komen, probeerde hij het met omstandige compenserende strategiën. Hij begon met de beschrijving van een koude winter: 'When the nose is red and the nose is blue...' Hier kon hij niet verder wegens daverend gelach van zijn disgenoten. Niet Almeda, zij snapte er nog steeds geen fluit van, maar het waren zijn onbarmhartige vrouw en kinderen die in een stuip lagen...

Ik weet ook nog, maar het kan ook zijn dat ik dat later van moeder gehoord heb, dat het een zomer was zonder fruit omdat het niet te betalen was voor ons en dat Almeda een zak appels kocht op de markt voor haarzelf en mijn zus er niet eentje van gaf. Dat maakte haar natuurlijk niet populairder bij ons.

Ik heb natuurlijk ook al die tijd met haar op dezelfde kamer geslapen, maar daar weet ik ook niets meer van. Teken dat er niets bijzonders is voorgevallen, positief, noch negatief.
Zo was ze ook, het stijve Amerikaanse meisje met haar prachtige gebit. Ze was vlak, beleefd en koel. Alsof ze bedekt was met een laagje fineer.


Het viel ons niet mee, maar het zal voor haar nog veel erger geweest zijn. Zij kwam hier vanuit een al tamelijk rijk Amerika, in een na-oorlogse gribus die ons nu ook onwerkelijk voorkomt.
Wij hadden de houten kakdoos nog in de schuur, direct op de sloot. De enige watertoevoer zat in de keuken en dan nog alleen maar koud. Ze moest zich wassen met een emmertje ergens in huis, terwijl ze gewend was aan een heuse badkamer met ligbad! Geen enkele privacy met 8 man in een doorsnee huisje. Ouders, 3 jongens en 3 meisjes (haar meegerekend) in 3 slaapkamers. Geen T.V. of koelkast of pick-up.
Wij verstonden elkaar nauwelijks.

Almeda had zelfs een polaroid fototoestel. Zij nam de foto, vandaar dat ze er zelf niet opstaat


Er is nog een herinnering en dat is het afscheid.
Mijn moeder ging met de andere pleegmoeders mee naar Rotterdam, waar de boot naar Amerika vertrok die de meisjes weer mee terug naar huis zou nemen.
Zij deed tijdens het avondmaal op de haar zo pakkend dramatische wijze verslag van het afscheid.
Hoewel Almeda haar geen fluit kon schelen en ze waarschijnlijk blij was dat ze eindelijk ging, wist ze toch een dusdanige sfeer op te roepen, met huilende pleegmoeders, snikkende kinderen de stoomfluit die ging hoehoeoe..., dat ik in tranen uitbarstte.
Niet om Almeda, maar wat wilde het geval? Moeder had een plooirokje voor mij gemaakt (ook nog, met al die mensen in huis) en had daarop avonden zitten zwoegen omdat ze de plooien er niet goed inkreeg (ze kon niet rekenen, net als ik).
Ik had het voor elkaar gekregen om, op de eerste dag dat ik het rokje droeg, er over een hek klimmend, een winkelhaak in te maken. Ik durfde het niet te zeggen en had al die tijd mijn hand over de scheur gehad. Bij die stoomfluit voelde ik, kleine opportunist die ik was, onbewust mijn kans schoon. Blèèèèt.
Kom maar mee naar de keuken, ach dat kind is ook zo gevoelig.. En ik heb ook nog mijn rokje gescheurd, bekende ik onder hete tranen. Geeft niks hoor kind, dat repareren we wel weer. Wat was onze moeder toch een schat.



Ik klom overal op en in.




dinsdag 9 augustus 2016

Nieuwe hobby: Alpaca's kweken.

Als gevolg van mijn moeder's breikous en alle reacties hierop, begon ik te fantaseren over breien in al zijn facetten. Wat zou er mooier zijn als broodwinning en levensinvulling om de hele cyclus van schaap tot sok zelf in de hand te hebben.
Hoofdartikel in deze droom is wol. Daartoe moeten we een producent hebben. Een schaap (ordinaire wol), een geit (mohair), een konijn (angora) of een Alpaca!

Deze laatstgenoemde sprak het meest tot mijn verbeelding. Het fokken of simpelweg houden ervan als huisdier, is in opkomst, zo lees ik. Goud geld kun je er mee verdienen! Maar na enige verdieping in de materie, zag ik dat je eerst heel veel tijd en geld moet investeren wil je een zelfgeproduceerd Alpaca sjaaltje in je handen hebben. Om te beginnen zijn ze niet zo makkelijk van karakter, zodat je eerst een cursus Alpacatemmen moet gaan volgen. Ik las dat, om te voorkomen dat ze naar je trappen, spugen, bijten, je ze eerst in een halster moet wurmen. Dan kun je met ze gaan wandelen ad 40 Euro per 2 personen (en 2 alpaca's). Een workshop voor aankomende Alpacabezitters, kost 95 Euro per dag, en dan zit je nog de meeste tijd koffie te drinken, te lunchen en thee te leuten. Een bezoekje aan de zaadschenker, kost je 500 Euro, en dan begint het fokken pas. De geboorte kost dan weer de dierenarts en wie weet nog oormerken voor de belasting, zoals hier met schapen het geval is. Na een jaar kan het beest dan geschoren worden. Dat kost dan weer een gespecialiseerde schapenscheerder die waarschijnlijk van heinde en verre moet komen. Maar dan kunnen we onze winst opstrijken: 3 kilo echte Alpaca wol, waar na selectie 2 kilo van over blijft. Die gaan we dan skirten, kaarden, spinnen en wassen. Misschien ook nog verven met iets natuurlijks.
Nu kunnen we ons sjaaltje gaan breien.
Dat moet dan wel ongeveer 1000 euro gaan kosten, want ik heb nog niet gerekend: de aanschaf van het eerste beest, de oermoeder en de plaatsing van een stevig en redelijk hoog hekwerk, en de stallen niet te vergeten. Er van uit gaande dat je al een weide bezit, hetgeen wat mij betreft het geval is. Een landloze zou die ook nog moeten kopen of huren.

Tijdens mijn verblijf in Portugal heb ik het experiment met Alentejo schapen gedaan. Slechte keus, want hun vacht is niet krullerig, maar nogal stijl. Moeilijk te spinnen dus. Ik heb, nadat de hele ceremonie doorlopen was, de wol geverfd met maandenlang opgespaarde en overal vandaan gegaarde uienschillen. Het gaf een prachtig resultaat. Een gedeelte met een sterk aftreksel en een gedeelte met minder sterk, zodat de helft van de wol geel werd en de andere helft oranje. Ook had ik bruine wol erbij gebruikt en van deze 3 kleuren een truitje en een muts gebreid voor mijn toen nog kleine dochtertje. Het resultaat was prachtig, maar al heel gauw vielen de gaten er in.
Ze heeft hem misschien 2 keer aangehad.
Experiment mislukt. 

Dit wil echter niet zeggen dat het met Alpaca beesten ook zo zou gaan. Het grote geld verdien je met fokken en workshops met theepartijen. Het breien doe je tussendoor voor de sfeer.

En anders kan ik ook nog schillenboer worden. Met een kar en een paardje.
Of een kar met een Alpaca. Als je dat halster tenminste omgewurmd krijgt.

donderdag 4 augustus 2016

De breikous van mijn moeder


Toen ik deze foto van het breiende meisje zag, dacht ik gelijk aan mijn moeder, Evaline Bot die, geboren in 1910, als klein meisje iedere dag 20 naadjes moest breien aan de lange, zwarte kousen van haar broertjes. Misschien al vanaf haar achtste, voor haar broertje van drie, en later voor de nieuwe broertjes, die maar bleven komen. Ze nam haar kous dan mee naar buiten, zodat ze al breiend naar de spelende kinderen kon kijken. Daar was niets zieligs aan hoor, ze hield van breien en is het tot aan haar dood in 2008, blijven doen. Altijd sokken, want dat ging haar het makkelijkst af. Van HEMA wol, want die was op de duur de enige die dat nog verkocht, zoals ook grote witte onderbroeken, die mijn moeder het liefst droeg. Toen ik er in de HEMA een keer naar vroeg, werd ik discreet naar een hoekje geleid waar ze inderdaad nog steeds in de maten groot, groter en grootst, te koop waren.


Dit zijn de kinderen van mijn moeders straat, die dus getuige zijn geweest van haar gebrei. Zij is de 2de van links achteraan en let wel: met een wit schort.
Want, zoals mijn moeder niet naliet met klem te vertellen, je had witte schorten kinderen en bonte schorten kinderen. De laatst genoemden waren beduidend armer dan de eersten, want wassen kostte tijd en geld. Verschil moet er wezen.

Dat haar moeder schoon en precies was, is indirect de reden geweest dat mijn moeder geen beroep geleerd heeft, want toen zij op de ULO zat en er inmiddels nog een broertje was bijgekomen en haar moeder snikkend met de handen in het haar werd aangetroffen door een tante, riep deze uit: 'Haal die meid dan van 't Franse School!'

En zo gebeurde. Terwijl zij een rapport had waar iedereen alleen maar van kan dromen. Zij vond het zelf niet erg, de vrijheid lonkte en ze was toch een lastpost op school. Ze vertelde zelf dat ze de halve tijd op de gang stond. 'Bot, gang'.

Dit is ze op 13 jarige leeftijd. Je kunt aan haar hoofd wel zien dat ze brutaal en eigenwijs was. Een goede leerling misschien, maar geen makkelijke!

Rechts naast haar, haar vader, uit hetzelfde hout gesneden. Voor haar, haar altijd kwijnende overspannen moeder, die pas gelukkig werd toen ze oud was en niets meer aan haar hoofd had.