dinsdag 23 augustus 2016

Het meisje uit Amerika


Het was 1957 en ik was 9 jaar.
D.m.v. een uitwisselingsprogramma op de H.B.S. van mijn zus, kregen wij 6 weken lang, een Amerikaanse High School leerling te gast. Almeda was haar naam, ze was 17 jaar en droeg een vlinderbril.

Wij hadden ons veel van haar komst voorgesteld, mensen uit het buitenland zag je niet veel en al helemaal niet bij je thuis.
Vooral mijn oudste broers, toen 17 en 20, dachten de kat in het bakkie te hebben. Een uitheemse deerne, die in hun fantasie steeds maar mooier werd, zomaar onder hun dak.

Zij viel niet alleen onze broers tegen, maar ons allemaal.
Van de 6 weken dat ze bij ons logeerde heb ik maar een herinnering, en dat was aan tafel, toen mijn vader haar in zijn povere Engels wilde vragen of ze kon schaatsen. Aangezien hij niet op het woord 'schaatsen' kon komen, probeerde hij het met omstandige compenserende strategiën. Hij begon met de beschrijving van een koude winter: 'When the nose is red and the nose is blue...' Hier kon hij niet verder wegens daverend gelach van zijn disgenoten. Niet Almeda, zij snapte er nog steeds geen fluit van, maar het waren zijn onbarmhartige vrouw en kinderen die in een stuip lagen...

Ik weet ook nog, maar het kan ook zijn dat ik dat later van moeder gehoord heb, dat het een zomer was zonder fruit omdat het niet te betalen was voor ons en dat Almeda een zak appels kocht op de markt voor haarzelf en mijn zus er niet eentje van gaf. Dat maakte haar natuurlijk niet populairder bij ons.

Ik heb natuurlijk ook al die tijd met haar op dezelfde kamer geslapen, maar daar weet ik ook niets meer van. Teken dat er niets bijzonders is voorgevallen, positief, noch negatief.
Zo was ze ook, het stijve Amerikaanse meisje met haar prachtige gebit. Ze was vlak, beleefd en koel. Alsof ze bedekt was met een laagje fineer.


Het viel ons niet mee, maar het zal voor haar nog veel erger geweest zijn. Zij kwam hier vanuit een al tamelijk rijk Amerika, in een na-oorlogse gribus die ons nu ook onwerkelijk voorkomt.
Wij hadden de houten kakdoos nog in de schuur, direct op de sloot. De enige watertoevoer zat in de keuken en dan nog alleen maar koud. Ze moest zich wassen met een emmertje ergens in huis, terwijl ze gewend was aan een heuse badkamer met ligbad! Geen enkele privacy met 8 man in een doorsnee huisje. Ouders, 3 jongens en 3 meisjes (haar meegerekend) in 3 slaapkamers. Geen T.V. of koelkast of pick-up.
Wij verstonden elkaar nauwelijks.

Almeda had zelfs een polaroid fototoestel. Zij nam de foto, vandaar dat ze er zelf niet opstaat


Er is nog een herinnering en dat is het afscheid.
Mijn moeder ging met de andere pleegmoeders mee naar Rotterdam, waar de boot naar Amerika vertrok die de meisjes weer mee terug naar huis zou nemen.
Zij deed tijdens het avondmaal op de haar zo pakkend dramatische wijze verslag van het afscheid.
Hoewel Almeda haar geen fluit kon schelen en ze waarschijnlijk blij was dat ze eindelijk ging, wist ze toch een dusdanige sfeer op te roepen, met huilende pleegmoeders, snikkende kinderen de stoomfluit die ging hoehoeoe..., dat ik in tranen uitbarstte.
Niet om Almeda, maar wat wilde het geval? Moeder had een plooirokje voor mij gemaakt (ook nog, met al die mensen in huis) en had daarop avonden zitten zwoegen omdat ze de plooien er niet goed inkreeg (ze kon niet rekenen, net als ik).
Ik had het voor elkaar gekregen om, op de eerste dag dat ik het rokje droeg, er over een hek klimmend, een winkelhaak in te maken. Ik durfde het niet te zeggen en had al die tijd mijn hand over de scheur gehad. Bij die stoomfluit voelde ik, kleine opportunist die ik was, onbewust mijn kans schoon. Blèèèèt.
Kom maar mee naar de keuken, ach dat kind is ook zo gevoelig.. En ik heb ook nog mijn rokje gescheurd, bekende ik onder hete tranen. Geeft niks hoor kind, dat repareren we wel weer. Wat was onze moeder toch een schat.



Ik klom overal op en in.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten