We komen net enigszins aangeschoten thuis uit het dorpcafé. Eens in de maand is er een door de gemeente gerund samenzijn. Altijd even gezellig en vooral nu nadat we een paar dagen ingesneeuwd waren. Heerlijk om de nieuwtjes te horen, de door de sneeuwval afgebroken takken of hele ontwortelde bomen. De grote pruimenboom in de weide bij Marie-Claire waaronder het zo fijn schuilen was tegen de felle zomerzon tijdens een barbecue. En wie er overleden zijn. Ik zat weer naast le mari de la coiffeuse zodat ik de nieuwtjes uit de eerste hand hoorde. De vrouw van Engelsman L., waarmee we een aantal jaren geleden redelijk goed bevriend waren en waarvan we ineens niets meer hoorden. Blijkt dat haar zoon plots gestorven was en zij met ademhalingsproblemen kampte. De laatste 2 jaar liep ze met een oxigène karretje. Nooit gezien. Allemaal in hetzelfde dorp, maar zo verstrooid over een grote oppervlakte dat je elkaar gewoon niet meer ziet als je uit de circulatie verdwijnt. En toen ineens was het afgelopen, en hij, de overgebleven partner, wist niet waar hij het zoeken moest en klampte zich aan de kapster vast om steun en raad. Je zou zeggen dat hij het al een poosje aan had zien komen en zijn maatregelen had kunnen treffen. Misschien wilde hij het niet zien, zoals hij ook nooit een vrienden of kennissenkring om zich heen had gebouwd en daar sta je dan in je eentje. Een begrafenisverzekering is belangrijp, maar een steunkussen van vrienden en bekenden is dat evenzo. Zo kregen we het over het alleen achterblijven en wat je van te voren moet regelen. Bijvoorbeeld onze auto's die allebei op Marimon's naam staan. Bij zijn verscheiden ben ik de auto's kwijt! Nooit aan gedacht. Dus dat gaan we eerst regelen.
In ieder geval waren we het er met ons allen over eens dat de langstlevende van het koppel de pineut is. Zo leerde ik een mooi Frans spreekwoord van de coiffeuse:
Le premier qui part, part avec les fleurs.
Celui qui reste, reste avec les épines.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten