dinsdag 24 december 2024

Alweer Kerst.


 Het is weer zo ver. Jozef, Maria, de herdertjes en wij zijn in volle verwachting van de verlosser, die ongetwijfeld op een keer zijn werk gaat doen. Buiten wachten op de dingen die niet komen gaan, weet ik niet goed wat er van mij verwacht wordt met Kerstmis. Dampende pannen wildbraad bereiden is tegen mijn principes en kerkbezoek lijkt mij te koud. Er rest mij niet anders dan de lampjes in de boom onsteken en naar Freek de Jonge luisteren/kijken. 

Vroeger, als kind, was het ook niet mijn favoriete feest. Het kwam ver na Sinterklaas, Sint Maarten, mijn verjaardag, Luilak en het schoolreisje. Wat was er wel leuk aan? Naar de galanteriewinkel van Koomen een bel of bal uitzoeken. Ieder kind een bal. De boom aankleden. Mocht ik niet mee meedoen, want ik liet alles uit mijn klontjevingers (uitdrukking van mijn vader) vallen. Pats, daar ging mijn vers gekochte bal al. Huilen, krijsen. Maar een nieuwe bal zat er niet in, net als je lampion die in de fik vloog met St.Maarten, pak je verlies, want er was geen lampion of kerstbal B. 

De Kerstavond zelf. Als het donker genoeg was gingen de lichtjes in de boom aan. Echte kaarsen en een emmer water onder handbereik. Het was echt donker in de kamer. Her en der een flakkerende kaars bij welk schaars licht mijn moeder een kerstverhaal voorlas, of verzon. Des te zieliger des te beter, over verdwaalde kindjes in de sneeuw, die dan uiteindelijk toch een lichtje zagen branden in een huisje. Daarbinnen was dan geen heks of kinderverkrachter (die hadden we toen nog niet), maar een lief oud stelletje (zoiets als wij). En we zongen uit volle borst, zelfs mijn vader zong mee. Nu zijt wellecome en de herdertjes die bij nachte lagen te waken in het veld. Leek me wel koud, maar daar in Bethlehem was het warmer, naar het scheen. Na het zingen hadden we het wel een beetje gehad en werd de kokosnoot uit het kerstpakket opengebroken met hamer en bijtel. Maar eerst een gaatje er in met de handboortol om de kokosmelk er uit te laten lopen. De smaak er van viel me altijd weer tegen. Bovendien was het helemaal geen melk, maar water.

Dan was het kerstfeest als zodanig eigenlijk over en begon mijn vader onrustig te worden. Hij had lang genoeg tussen zijn familie doorgebracht en wilde dolgraag weg. Maar waar naar toe? De café's waren dicht en bij kennissen kun je niet aankomen op Kerst (wat hij toch wel door vervelingsnood gedreven deed, maar al snel naar buiten gekeken werd, waarna hij chagrijnig thuiskwam en van moe nog eens een reprimande kreeg. 'Dat doe je niet, op Kerstavond op bezoek gaan!' De man was helaas wat wereldvreemd, hij deed het wel.

Op school was er ook Kerstfeest, dan moesten we een aardappel van huis meenemen waarvan we een kaarsenhouder maakten door een gat er in te boren waarin een meegebracht kaarsje gezet werd. De school verschafte rood en groen crêpepapier, waarvan ze een vrachtautolading schenen te bezitten, dat wij dan weer rond de pieper drapeerden, van boven vastgebonden met een draadje of lintje. Licht uit, gordijnen dicht, de kaarsjes aan en zingen maar. We kregen een kerstkransje en een mandarijntje, want die leken ook wel met vrachtwagenladingen aangevoerd te zijn. Nooit kreeg je een sinaasappel of mandarijn, maar met Kerst waren ze ineens overal.

Geen wild voor ons dus, maar voor de gemiddelde Christenmens wel! Vandaar dat er in de bosjes bij ons achter waar 'onze' herten huizen, al bij het krieken van de dag twee jagers probeerden een kerstmaal bij elkaar te schieten. Het motterde en ze vingen niks. Logisch, want zodra de herten de jagers ontwaardden, namen zij de vlucht over het veld. De jagers leken ze niet gezien te hebben of deden alsof. Ach, je hebt er ook aardige tussen. Maar 'onze' vijf herten zijn gered. Voorlopig, even... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten