woensdag 3 oktober 2012

Herr Heinzelmann

Ik ben nog steeds aan het bijkomen van een culturele uitwisseling tussen Blaye en Zülpich, die afgelopen weekend heeft plaatsgevonden. Het was nog wel een lustrum. Veertig jaar al zijn deze twee steden bevriend. Vandaar dat er zoveel krakkemikken met stokken en krukken uit de bus rolden. Die zijn natuurlijk in de bloei van hun leven deze vriendschap aangegaan. 
Marimon en ik wilden ons er eigenlijk aan onttrekken, want het programma leek ons niet echt aantrekkelijk. Maar aangezien Marimon's zangkoor blijkbaar nauwe banden had met de fêterende Duitse stad, werd ons ook een Duitse gast toegewezen, de cameraman. Dit hield in dat wij hem niet stiekem voor eigen gebruik op Pied Sec plage konden houden, nee hij moest juist overal met seine Nase opstaan om alles vast te kunnen leggen. 

Blaye is een half uur rijden van hier en een half uur terug. Wij hebben dit weekend van vrijdag tot dinsdag zo ongeveer de afstand  Pied Sec plage-Parijs gereden. Maar we hadden het wel getroffen met onze Herr Heinzelmann. Hij was de 500 km wel waard.

Hij was zelfs een verademing na al die overbeleefde Fransen, die nooit zeggen wat ze nu eigenlijk willen. Herr Heinzelmann, voor ons al snel 'der Hubert', wees gelijk bij binnenkomst in ons huis vrijdagavond in onze drankkast aan wat hij wilde. Ich möchte gern een pilsje en doe me maar een jenevertje erbij. Wat, geen jenever?? Dan maar een grappa of een wodka of allebei. Alsjeblieft, alles wat je wenst, en we drinken graag mee. Het werd een heel genoeglijke avond en laat en de volgende dag een kater. Maar dat geeft niks, als je er maar een leuke avond voor hebt gehad. En dat hadden we. Bijzonder leuk ook om weer eens Duits te kunnen praten.


Goed, der Hubert was leuk. Maar verder heb ik alleen maar geleden. Zaterdag hebben we onze gast afgeleverd en zijn we ons eigen programma gaan doen. Ook cultuur. 's Middags bij Dries, die een association heeft opgericht, een soort vrienden-cultuurclub, die naar Dries vernoemd, l'Idiot du Village, de dorpsgek heet. Het zou hem niet verbazen als het dorp hem zo achter de hand noemt, en hij wil ze waarschijnlijk voor zijn. Er was een verhalenverteller in de door de leden op zijn erf gebouwde arena, en daarna natuurlijk een besprenkeld samenzijn. Des avonds naar Rufus, die optrad in een heel klein schattig kerkje in het midden van nergens. Rufus is een in kleine kring beroemde soort Freek de Jonge, maar eigenlijk in het dagelijks leven acteur voor film en T.V. Het was heel bijzonder dat hij in zo'n klein kerkje kwam optreden, niemand begreep waar wij dit aan te danken hadden. Wij hebben Rufus gezien op nog geen 2 meter afstand. Als dat niet bijzonder is.

Maar goed, zondag konden we niet meer onder Zülpich uit en hebben we de vreselijkste dingen moeten meemaken, zoals volksliederen in 2 talen aanhoren: De Marseillaise en Deutschland, Deutschland über alles. Het is goed dat ze elkaars talen niet machtig zijn, anders zouden ze ter plekke de wapens weer oppakken. Dat zou Europa eens moeten aanpakken: die malle volksliederen. Je zou er zo weer oorlog door krijgen..

Maar het zal wel ergens goed voor zijn, zo'n uitwisseling. Ze komen nog eens ergens en horen een andere taal. Veel cultuur werd er echter niet uitgewisseld, of het moest de eet en drinkcultuur zijn. Tjong, jonge wat een ge-eet..


 En meezingen, inhaken en deinen. Het leek de bierfeesten im Beiern wel. Zelfs dansen! Ineens bleken al die krukken en stokken te kunnen dansen. Ik zag steeds Erik en het Klein Insectenboek van Bomans voor me, daar gingen ook al die dieren met elkaar dansen, torren met konijnen, slakken met rupsen..En die toespraken waar geen einde aan kwam. En klappen. En weer een toespraak. Maar het dieptepunt was wel dat we naar die majoretten met hun dikke billen moesten kijken, toen was bij mij de korenmaat vol.
Ik ben er nog twee dagen chagrijnig van geweest.

Herr Heinzelmann kon er echter geen genoeg van krijgen, die heeft voor een maand gebunkerd.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten