woensdag 30 april 2014

Nieuwe kipjes.

Vandaag is het een belangrijke dag in mijn leven, want ik ben nu officieel kippenboerin annex egglady, geworden.



Het hokje uitvegen en laten luchten, na het op niet natuurvriendelijk verdelgen, van prille wespennestjes in stadium van aanbouw. De bewoners hebben niet geleden.



Het eet-en drinkgerei heeft een sopje gekregen en de vloer van het hokje een nieuwe kartonbedekking. 

En daar zijn ze dan, nog wel wat verlegen met de nieuwe situatie. Hoewel er natuurlijk weer een kipje de voorste bij zit, die in de toekomst het groepje zal terroriseren. Dat pikt de groep dan, in ruil voor bescherming. Net als de kasteelheer met zijn horigen.



Leon heeft gepiep gehoord, en neemt zijn stelling op het dakterras weer in. Net als vorig jaar.


Tegen zonsondergang hebben de grote kippen door dat er nieuwe bewoners zijn, en onstaat er agitatie rond het kippenhok.

Ik word er bij gehaald, zij vinden dat ik mij ermee moet bemoeien.



Door al dat opgewonden getok en gemauw komen de kleintjes tot leven. Zij komen uit hun hoekje en beginnen zowaar te eten en te drinken.. 











De zwartjes zijn weer het bangst.


Deze stelling geldt niet voor de poezenwereld.



De dag is ten einde. 

Rust wel kleine kipjes in jullie eerste nacht op Pied Sec plage....

vrijdag 25 april 2014

Tripje naar Baskenland

Nu wonen we al 7 jaar vlakbij de Spaanse grens en we hebben nog geen keer de oversteek gemaakt. Nou ja, vlakbij, drie uurtjes rijden tot de grens, maar dan zit je er ook gelijk midden in.



Waar midden in? In Baskenland! Het land met de geheimzinnige taal, waar ook echt geen woord van thuis te brengen is. Behalve misschien het adres waar we moesten zijn: 
Pension La Perla, Loiola Kalea. Van 'Kalea', is het maar een stapje naar 'Calle', Calle de La Brana, het adres van het snoezige hotelletje in Santander, waar we de eerste nacht hebben doorgebracht. Met uitzicht op de baai!



Waar het overigens echt Noord -Spaans weer was. Net Ierland, buitje, zonnetje, fris windje, jasje aan, jasje uit.



Alles groen en fris, zoals ik mij Noord-Spanje herinner.





Dit is Santander, waar we het eerst naar toe zijn gereden. Hier spreekt men gewoon Spaans gelukkig, zodat ik kon testen wat er over gebleven was van mijn vroegere kennis van deze mooie taal. Nou, niet veel. Over Marimon's kennis zullen we het een volgende keer hebben. 


Santander staat in de boekjes aangegeven als een plaats met weinig bezienswaardigheden, terwijl San Sebastian hoog wordt geprezen. Inderdaad staan hier prachtige huizen, kerken en monumenten. Het is inderdaad een hele mooie stad, maar Santander kwam bij ons sympathieker over. Dat kwam door die ellenlange boulevard waarop iedereen in de zon ijsjes liep te eten en ook door het glas jenever in de wijn en tapasbar. 
Maar wat een aardige, vrolijke mensen overal. Zowel in de ene als in de andere stad. En ook in alle andere, kleinere plaatsen waar we stopten om rond te kijken of er een hapje te eten viel en waar we langdurig over een parkeerautomaat met baskische uitleg gebogen stonden, totdat we door hadden dat parkeren overal tijdens de lange middagpauze gratis is. 







In dit plaatsje met gratis parkeren, nuttigden wij een heerlijke maaltijd voor 9 euro. Koffie, wijn, toetje, alles inbegrepen.
Waar leven die mensen van?

In de bus terug langs de never ending boulevard, waar we totaal niet meer wisten waar we waren, en ik de zin 'nos hemos perdidos' al had voorbereid, stapten we op goed geluk uit en bleken tot onze verrassing vlak voor het hotel te staan.
De laatste zonnestralen. 
Dag strand.


De volgende dag, een rit door de bergen/heuvels met in het stuwmeer verdronken dorpjes, waar alleen de kerktoren nog bovenuit stak. In de middag San Sebastian, pension La Perla, midden in het winkelcentrum.

's Avonds, vanuit de kamer.


Café's hadden vaak zo'n rand aan de straatkant, waarop rokers hun glas kwijt konden. De drinkende dames wilden niet op de foto.

Marimon op zijn jaardag in de tapasbar, waar de bediening de drukte niet meer aankon, en je na afloop zelf mocht zeggen wat je allemaal genuttigd had. 












Marimon kon geen afscheid van de dag nemen, en wachtte op het bankje voor de deur van het pension tot de laatste voetganger verdwenen was.

De deur van ons pensioncita.

Grauw en donker op de terugweg. Half uurtje tukken op een parkeerplaats en het licht aan laten staan. Dat werd accuklemmen kopen bij het tankstation en een vriendelijke voorbijganger vragen om ons te assisteren. Dat komt van al die wijntjes bij de maaltijd.

Home, sweet home. De poesjes waren heel blij en de kippen ook.

zondag 20 april 2014

Mijn overgrootmoeder, een geschiedenis.



Zo'n bestaan leid (of lijd) ik nu. Altijd met mijn snufferd naar de aarde gebogen om perkjes fris te houden of paadjes schoon te krabben. Héee, het is lente, wat een verrassing!

Wezenlijk niet veel verschil met mijn Friese overgrootmoeder, waarin ik mij de laatste dagen verdiep.

Ik heb nooit veel nagedacht over de familie van mijn vader's vader, de Friese tak. Misschien omdat mijn vader er ook niet veel over zei en zelfs zijn eigen vader zijn familie doodzweeg.
Als ik al eens probeerde op internet iets over hen te weten te komen, liep mijn zoektocht al snel dood. Er zijn ook zo veel Bakkers. Maar nu heb ik een goede tip van mijn stamboom-expert-nicht gekregen en sindsdien weet ik meer. Veel meer dan mijn eigen vader wist over zijn familie. Het lijkt niet interressant op het eerste gezicht en op het tweede gezicht ook niet. Al generaties verbleven zij in de Friese armoedehoek. Zij trokken van Ferwerdadeel naar Dongeradeel, van Achtkarspelen naar Boerenkoolstronkeradeel, naar ik mij voorstel met een sliert kinderen op een boerenkar, om maar een korst brood te scoren en niet van honger om te komen. Ik lees dat in de zuid-oosthoek van Friesland, de mannen voor een scheet en drie knikkers in het veen hun rug braken, als ze geluk hadden, want wie geen werk vond mocht creperen in een hol onder de grond. Ik las dat mensen echt in holen woonden. Er werd een (oude!)70 jarige vrouw gevonden die op daar op de grond sliep. De bedeling heeft haar een deken bezorgd. Wat aardig hè, van de bedeling. 

Ik denk dat mijn overgrootouders wel heel arm waren, maar niet zo dat ze op de grond sliepen. Het waren keuterboertjes, de op één na laagste kaste. De laagsten waren de dagloners of los-werklieden.

Op gegeven moment trokken zij met de hele familie de grens over naar Groningen. Hoogezand-Sappemeer, waar de industrie in opkomst was. Taeke en Lijsbeth hadden acht zonen en één dochter. De kinderen waren in de leeftijd van 9 tot 26. Een was er al getrouwd en naar Barneveld getrokken. De jongens vonden allemaal werk in de fabrieken, behalve mijn opa.

Gelukkig voor hem, kreeg hij als kind een heupziekte, waardoor een been niet verder groeide. Hij hield zijn verdere leven een kinderbeentje (dat wij nooit gezien hebben, vroeger kleedde men zich niet uit in het bijzijn van anderen) en had een hoge zwarte schoen. Omdat hij daardoor niet geschikt was voor zwaar werk, mocht hij naar de ULO. Hetgeen in 1893 stond voor een heuse studie.   Hier grootvader links zittend op de foto met zijn gezin. Mijn vader staand met lorgnet.


Later volgde hij boekhoudcursussen in de avonduren en kreeg een goede baan op een kantoor in Delfzijl. Hij was een socialist van het eerste uur, richtte de coöperatie 'de Dageraad' op, was een bekende in de kringen van de geheelonthouding, was lid van de kunstkringcommissie, zat in de filmkeuring en speelde hoofdrollen in de plaatselijk toneelvereniging. Dit alles ter verheffing van de arbeider! Zijn broers daarentegen zijn de fabriek niet ontstegen en een paar van hen zelfs aan de drank ten onder gegaan.
Geen van hen werd oud. 73 jaar was de maximum bereikte leeftijd. Maar er was ook geen kindersterfte in het gezin.
Misschien wel door de goede zorgen van moeder Lijsbeth.

Dit is het arme mens, dat vanaf haar 18de jaar om de twee jaar een kind moest baren. Het schijnt dat de baby op schoot mijn opa is.
Ik vind beide kinderen nogal drollig kijken, zeker onder de indruk van de fotograaf. Moeder ziet er lief, overwerkt en onderdanig uit.

Dit is de bijbehorende overgrootvader. Je ziet precies waar zijn pet heeft gezeten. zijn voorhoofd is ook witter dan de rest. Ik vind hem er zachtmoedig uitzien. Hij werd maar 53.

Zij trokken aldus naar Hoogezand-Sappemeer rond het jaar 1892 en een jaar later was hij dood. Zat dat mens daar in haar eentje met 8 kinderen nog thuis, waarvan de jongste tien jaar was. Mijn opa was toen 13 en ik denk dat hij toen ook ongeveer die heupziekte kreeg. Moeder begon een kruidenierswinkel om in leven te blijven. Zij had natuurlijk ook al die werkende zoons nog thuis, die wel zullen hebben bijgedragen in de kosten. Zij heeft later haar winkeltje overgedaan aan haar jongste zoon Ritse, die het verzopen heeft. Ik hoop dat het mens toen al dood was. 

zondag 13 april 2014

Chicken Ellis

Wat is dit?


Dit is een graankwekerij in mijn kofferbak.







Ik had besloten dat dit de week van de automobile zou worden, van mijn automobile dan wel te verstaan. Arme Layla wordt door mij schromelijk verwaarloosd. Deze week heeft ze een professionele sopbeurt gekregen bij de wasserette van de Super-U. Ikzelve heb het interieur voor mijn rekening genomen en kijk eens wat ik onder het viltkleedje bij het reservewiel aantrof. Een graanveld in staat van ontkieming! De ideale kweekomstandigheden, zo bleek. Warm en vochtig, want ik vergeet het raampje nog al eens dicht te doen.

Ik bewaar n.l. vaak zakken kippevoer in de kofferbak, omdat ik het nergens anders muizenvrij kwijt kan. Op een dag hoop ik een grote voorraadtrommel of melkbus ergens te vinden, maar winkels verkopen geen oude melkbussen. Wel nieuwe, maar vraag niet naar de prijs. Soms vergeet ik dat de zak al geopend was en neem ik de bocht te kort, vandaar.

Kippevoer brengt mij op plan 2 van deze week. Omdat ik altijd met een overschot aan eieren zit, vier van mijn vijf kipjes leggen zomer en winter iedere dag elk een ei, behalve Lou-Lou, maar die is gepensioneerd, pleeg ik ze links en rechts weg te geven. Men wil mij dan betalen en maant mij niet de philantroop uit te hangen.

Zo kwam ik op mijn kippenplan. Mensen hebben vaak geen ruimte, tijd of zin om kipjes te houden. Maar ze willen wel graag eieren natuurlijk en het liefst van gelukkige, gezonde kippen.

Dus heb ik voorgesteld om voor iedere gegadigde een kuiken op te potten, die dan aan het einde van de zomer gaat leggen en waarvan ze dan hun eitjes kunnen kopen voor een schappelijke prijs. Zo heb ik mijn kippenfokkerijtje, ben ik uit de voederkosten en worden de eieren afgenomen zonder dat ik daar mee moet leuren en het belangrijkste: weer een paar minder eieren uit de legbatterij en weer een stel gelukkige kippen op de wereld.

Zij betalen aan mij hun kuiken, plus iets voor het babyvoer. Ik zorg voor de rest. Het kuiken wordt vernoemd naar de eigenaar. Hoewel ik niet denk dat ik ze uit elkaar kan houden als het er meer dan vier zijn en dan ook nog van dezelfde kleur.

Ik heb het idee op de gym gekregen en er waren gelijk belangstellenden. Inmiddels wordt ik gebeld, het balletje is gaan rollen. Bijna allemaal Engelse ladies.Vanmiddag komt een dame kijken die 'American Lily', wordt genoemd. Zou ik binnenkort 'Chicken Ellis', gaan heten?

Ik ben inmiddels het kleuterhokje ontvangstklaar aan het maken. Weet ondertussen wat de zwakke kanten zijn. O.a. schaduw en schuilplaats. Daarom maak ik een bamboe-dakje aan het einde van de ren, dan hebben ze beide. Ook een zonne- en regenklep aan de voorzijde zou niet gek zijn, maar dat is afdeling Marimon, die ook zijn rol krijgt toebedeeld in de kippenfarmsaga.
Hoe zou dit weer aflopen?


Ondertussen is het de hele week super mooi weer geweest. 
 Alles bloeit en groeit. De Gouden Regen is nog niet zo mooi geweest en over Pied Sec plage is een groen waas gekomen.
Vandaag wisselend, de zon komt en gaat, windje is fris. Vestje aan, vestje uit. Sjaal om, sjaal af. 
Toch maar buiten eten. Alweer asperges, heerlijk.








En weer geraniums, omdat het zo vrolijk staat.

Tjonge, wat een leven. We gaan hier nooit meer weg. Alleen nog even Polly van de Agency verwittigen.

maandag 7 april 2014

Pop en Lampje.

Zaterdag waren we even naar Bordeaux voor een lampje. Een Tiffany wel te verstaan, want wij  hebben de jaren zeventig nog bewust meegemaakt en dat heeft zijn sporen achtergelaten.

Zij hadden bijna geen wandlampjes, wat hier gek genoeg een 'applique' genoemd wordt. Een applicatie, volgens het woordenboek, een 'ornementaal oplegwerk'. Volgens mij, zo'n geborduurd dingetje dat je ter verfraaing, op een kledingstuk naait. Maar dat is misschien wel hetzelfde.

Maar Fransen benoemen wel vaker dingen verkeerd of zetten het op de verkeerde plaats zoals: 
la gorge, de hals, wordt ook bedoeld: de boezem. Zo heet een b.h., een soutiens-gorge. Een halsophouder dus.
Mal au reins (nieren), als je pijn in de rug hebt en mal au coeur (hart), als je misselijk bent.

Kledingstukken worden ook verkeerd benoemd, d.w.z. dat zij het waarschijnlijk goed hebben, maar dat het bij het over de grens komen verkeerd is gegaan.
Aardappels in de schil, heten pommes de terre en robe de chambre. Aardappels in kamerjas. Niet in een peignoir, want dat is meer een badjas of een kapmantel. Une veste, kan een vest zijn, maar meestal wordt er een colbert mee bedoeld. Terwijl het woord colbert niet bestaat in het Frans. Colbert was wel een minister, heel vroeger. Zou die de colbert geïntroduceerd hebben? Een corsage is het lijfje van een japon, zo eentje die je met haakjes opent (en sluit). Niet te verwarren met korset, wat tot mijn verbazing, in het Nederlands met een k geschreven wordt. Korset, rijglijf, heet warempel gewoon corset in het Frans. Zo leer je nog eens wat.

Maar daar hadden we het niet over. Terug tot onze moutons(schapen). Volgende maand komt er een container uit China met verse appliques in onze favoriete lampenwinkel aan. 
De slaapkamer moet dus nog even wachten. 
Maar als je daar toch rondneust, zie je altijd iets waar je al heel lang naar verlangt hebt en eigenlijk niet buiten kan leven. Zeker niet nadat je het gezien hebt. Zo hebben wij weer een onnodig, maar o zo snoezig lampje mee naar huis genomen.


En dan nog iets dat helemààl niet nodig was: een pop.


Is ze niet snoezig? Het is de pop die ik als kind wilde hebben, maar nooit kreeg omdat ik nu eenmaal een jaren 50 kindje was.


En nog een bij daglicht. Regelrecht uit China, voelt ze zich al aardig thuis op mijn bureau. 

Ach ja, mannen verzamelen autootjes...


donderdag 3 april 2014

Betsy

Klik hier op


Deze dame is dus naar Frankrijk vertrokken en bij ons in de buurt aangeland. Wij kwamen in hetzelfde circuit terecht, waarin we al eens kennis hadden gemaakt met de zoon. Tussen ons ontstond gelijk het begin van een vriendschap.

Vandaag hebben Marimon en ik hun huis in wording bezocht en aansluitend gelunched in het plaatselijke chauffeursrestaurant.


Ik heb al eens eerder over deze dame bericht. Wat mij en iedereen het eerst opvalt, is haar look. Zij maakt een zeer sjieke indruk, terwijl haar outfit niet kant en klaar uit een duur modehuis komt, maar geheel is samengesteld uit eigen maaksel of rommelmarkten.

Vroeger in Engeland heeft ze wel, vaak dure, kleding ontworpen en gemaakt. Ze kleedde de ladies uit de betere kringen. Hoe kwam zij daar zo in terecht als arme gescheiden vrouw met twee kinderen? Dat kwam, zoals zij mij zo aardig uitlegde, doordat zij een vriendin had, die weer een vriendin had, who had the benefit of an addressbook. Zo gaat dat.

In haar jeugd won zij een wedstrijd in tekenen. De prijs was, een tekenopleiding op een middelbare school. Haar eerste carrière was zodoende in de reclamewereld. Later is ze gaan schilderen en dat doet ze nog steeds. In Engeland worden nog altijd schilderijen van haar verkocht op bekende exposities.











Haar zoon, die al een jaar of 10 in Frankrijk woont, verzamelt oude (antieke) fietsen. Knapt ze op en probeert ze door te verkopen, hoewel er in Frankrijk weinig vraag naar is, want hier wordt nauwelijks gefietst, behalve door kuddes sportfietsers in fancy outfits en eigenlijk kan hij er ook moeilijk afstand van doen, zodat de wanden van de fietsenschuur bol beginnen te staan.
Ook verzamelt hij grammofoonplaten, daar staat hij wel eens mee op een brocante. Hij verbouwt tussen de platen en de fietsen door het grote oude huis, en maakt de bovenverdieping gereed voor zijn moeder, die eigenlijk liever in de grote tochtige schuur wil, een wens die misschien ooit nog wel eens verwezenlijkt zal worden, met veel tijd en nog meer geld. Maar eigenlijk was Russel diskjocky. En speelde hij en nog trouwens, in een band. 


De band heet 'Terminal Cheesecake' en zal deze zomer op 7 juni optreden in Eindhoven op het psych lab festival.

Nooit van gehoord, maar wie ben ik.


Volgende week gaat hij op tournée in Europa. Ik zal dan zijn moeder bezig houden en haar meenemen naar het château de Beaulon in Saint Dizant de Gua, waar in het kasteelpark een vijver ligt waar het water van een prachtig turquoise is en volgens de overlevering een rijtuig met vier paarden in was verdwenen, omdat er vreemde krachten uit de bodem opborrelen. 
Echt iets voor Betsy.


Op de terugweg uitgestapt om een rotonde te bewonderen.
Dat zijn ware kunstwerken in deze regio. Kijkt maar.