vrijdag 25 april 2014

Tripje naar Baskenland

Nu wonen we al 7 jaar vlakbij de Spaanse grens en we hebben nog geen keer de oversteek gemaakt. Nou ja, vlakbij, drie uurtjes rijden tot de grens, maar dan zit je er ook gelijk midden in.



Waar midden in? In Baskenland! Het land met de geheimzinnige taal, waar ook echt geen woord van thuis te brengen is. Behalve misschien het adres waar we moesten zijn: 
Pension La Perla, Loiola Kalea. Van 'Kalea', is het maar een stapje naar 'Calle', Calle de La Brana, het adres van het snoezige hotelletje in Santander, waar we de eerste nacht hebben doorgebracht. Met uitzicht op de baai!



Waar het overigens echt Noord -Spaans weer was. Net Ierland, buitje, zonnetje, fris windje, jasje aan, jasje uit.



Alles groen en fris, zoals ik mij Noord-Spanje herinner.





Dit is Santander, waar we het eerst naar toe zijn gereden. Hier spreekt men gewoon Spaans gelukkig, zodat ik kon testen wat er over gebleven was van mijn vroegere kennis van deze mooie taal. Nou, niet veel. Over Marimon's kennis zullen we het een volgende keer hebben. 


Santander staat in de boekjes aangegeven als een plaats met weinig bezienswaardigheden, terwijl San Sebastian hoog wordt geprezen. Inderdaad staan hier prachtige huizen, kerken en monumenten. Het is inderdaad een hele mooie stad, maar Santander kwam bij ons sympathieker over. Dat kwam door die ellenlange boulevard waarop iedereen in de zon ijsjes liep te eten en ook door het glas jenever in de wijn en tapasbar. 
Maar wat een aardige, vrolijke mensen overal. Zowel in de ene als in de andere stad. En ook in alle andere, kleinere plaatsen waar we stopten om rond te kijken of er een hapje te eten viel en waar we langdurig over een parkeerautomaat met baskische uitleg gebogen stonden, totdat we door hadden dat parkeren overal tijdens de lange middagpauze gratis is. 







In dit plaatsje met gratis parkeren, nuttigden wij een heerlijke maaltijd voor 9 euro. Koffie, wijn, toetje, alles inbegrepen.
Waar leven die mensen van?

In de bus terug langs de never ending boulevard, waar we totaal niet meer wisten waar we waren, en ik de zin 'nos hemos perdidos' al had voorbereid, stapten we op goed geluk uit en bleken tot onze verrassing vlak voor het hotel te staan.
De laatste zonnestralen. 
Dag strand.


De volgende dag, een rit door de bergen/heuvels met in het stuwmeer verdronken dorpjes, waar alleen de kerktoren nog bovenuit stak. In de middag San Sebastian, pension La Perla, midden in het winkelcentrum.

's Avonds, vanuit de kamer.


Café's hadden vaak zo'n rand aan de straatkant, waarop rokers hun glas kwijt konden. De drinkende dames wilden niet op de foto.

Marimon op zijn jaardag in de tapasbar, waar de bediening de drukte niet meer aankon, en je na afloop zelf mocht zeggen wat je allemaal genuttigd had. 












Marimon kon geen afscheid van de dag nemen, en wachtte op het bankje voor de deur van het pension tot de laatste voetganger verdwenen was.

De deur van ons pensioncita.

Grauw en donker op de terugweg. Half uurtje tukken op een parkeerplaats en het licht aan laten staan. Dat werd accuklemmen kopen bij het tankstation en een vriendelijke voorbijganger vragen om ons te assisteren. Dat komt van al die wijntjes bij de maaltijd.

Home, sweet home. De poesjes waren heel blij en de kippen ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten