woensdag 21 mei 2014

La vie associative. Het verenigingsleven.

Het is nu bijna vier jaar geleden dat ik lid werd van de theatergroep in het dorpje T. Ik stapte er binnen terwijl de jaarvergadering werd gehouden en was meteen getuige van de eerste, en naar later bleek, niet de laatste ruzie in de groep.

De onenigheid was tussen Marie-C., de hoofdrolspeelster en tevens gezicht van de groep, en de voorzitter, waarvan zij vond dat hij autoritair was. 

Nu vind ik zelf, dat een voorzitter wat autoriteit moet uitstralen, anders wordt het een zootje, zeker met een Marie-C. die overal doorheen zit te kwebbelen. En daar wrong hem nu juist de schoen, de grande dame wenste niet op haar vingers getikt te worden als een acht jarige scholier. Gedraag je dan ook niet als zodanig, dacht ik zachtjes.

Hij beloofde beterschap en de repetities voor de twee eenakters werden voortgezet. In de een kreeg ik de rol van dienstmeisje, (je moet ergens beginnen, nietwaar) , en in de ander was ik een orkestlid. Het ene stuk, waar ik dienstmeisje was, is een paar maal opgevoerd, het ander kwam steeds maar niet van de grond omdat er veelvuldig van rol gewisseld werd door: ziekte, rolwisseling, overspannenheid, burn outs, ruzie en overspel.

Vorig jaar kwam de grote klap toen de ene helft van het echtpaar, dat vermeende ontrouw moest spelen, ook in het echte leven al een aantal jaren er een tweede dame op na bleek te houden.
In de twee stukken viel er toen een belangrijke rol weg, die niet op te vullen bleek. Ik vond het zelf niet zo erg dat de boel op barsten stond, daar ik nu al drie jaar in het gespeelde orkestje dwarsfluit zat te spelen en steeds dezelfde zinnetjes te zeggen, die ik gek genoeg, toch slecht kon onthouden. 

Wij hielden een vergadering waar, wie weet waarom, de voorzitter overal de schuld van kreeg. De grote meerderheid zat er zwijgend en mokkend bij. 

Met ons huidige gezelschap: theater in de tuin, vorig jaar.



Een paar weken later riepen de voorzitter en zijn vrouw de leden op tot een nieuwe vergadering, waarin beslist moest worden wie nog door wilde en wie niet. Wij waren met vijf en gingen door.
Wij hebben nieuwe leden gezocht en gevonden, en besloten te beginnen met sketches omdat de meeste nieuwkomers geen toneelervaring hadden. Er heerste steeds een goede sfeer op de repetities, niemand was de baas en alles liep op rolletjes.
Begin juni zou ons eerste optreden zijn in de Salle des FĂȘtes, samen met een beginnend zangkoortje uit de streek.
Van de afvalligen hadden we niets meer vernomen.

Tot een paar weken geleden. Tijdens onze repetities hadden we wel een bar achter de coulissen zien staan en ons afgevraagd aan wie die toebehoorde. Op een dag zagen we een affiche hangen,
optreden in diezelfde Salle des FĂȘtes van de nieuwe/oude/heropgestarte groep 'De Bron', (laten we het in het Nederlands vertalen om herkenning te voorkomen). 
Dit is de naam van het oergezelschap, waar de latere toneelgroep uit is ontstaan, en dat al minstens dertig jaar oud is. 
Bleek dat zij vroegere leden van het begin der tijden hebben opgespoord en al maanden in het geniep aan het repeteren waren. Zij op woensdag en wij op donderdag, in hetzelfde gebouw....!

Afgelopen vrijdag hadden zij hun voorstelling. Volgens getuigen zat het gebouw vol tot aan de nok. Ze speelden heel goed. Ja logisch, zij hebben ervaren toneelspelers, wij hebben beginners..

Succes dus. Een punt voor de tegenpartij. Nee, twee punten, want niet aleen hebben zij een eigen groep opgericht, maar zij hebben nog succes ook. Proficiat.


 Maar wat moeten wij nu? Over twee weken hebben wij onze voorstelling. In hetzelfde gebouw. Er komt natuurlijk geen hond naar ons kijken. Of tomatengooiers. Ach jee.

Ik vind dat we met onze eer onder de arm moeten opstappen naar het volgende dorp, waarvan de burgemeester al heeft gemeld dat hij ons met open armen zal ontvangen. Dan daar verder gaan en na de zomer een voorstelling geven. Laat het dorpje T. aan de oorspronkelijke groep, waar ze zo populair blijken te zijn.

Reddite ergo quae sunt Caesaris, Caesari.




Het vorige gezelschap: met onze zelf in Bordeaux gescoorde orkestjurken, die nooit hebben kunnen dienen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten