dinsdag 29 november 2016

Afke's Tiental en een Cattery.

Ik probeer mijn blog een beetje op te leuken door er filmpjes op te zetten en leuke selfies, maar ik ben daar geloof ik niet voor geschikt, want ik weet al weer niet meer waar de filmknop zit en van een selfie van mijzelf (van wie anders), schrik ik zodanig dat ik het maar weer opgeef.
Een mens gaat rare dingen doen als hij alleen is.                                                                    
Marimon was vorige week woensdag vertrokken en is gister (gelukkig) weer teruggekomen. Alleen is toch maar alleen. 


De week alleen is op zich goed verlopen. Je moet zorgen dat je voor jezelf blijft koken, dat je op tijd brood haalt, dat je iedere dag minstens iemand spreekt. Die iemand moet je opzoeken (en daar ben ik dan weer te lui voor, want ik vind het eigenlijk in mijn eentje ook wel lekker), want de kans is klein dat er iemand hier aan de deur komt bellen, behalve de postbode met een aangetekende brief.

En die kwam dan ook, met het eindrapport van de expert en de rekening van de advocaat. Dat rapport was niet onverdeeld gunstig voor ons, want de expert gelooft niet dat wij in die 8 jaar dat we op Pied Sec woonden, nooit de vegetatie zo kort geknipt hadden dat we de muur niet konden zien. Kortom, wij zijn een stelletje leugenaars en hebben de scheuren in de muur wel degelijk gezien. Kosten: 15.000 euro of een leuke kleine Suzuki. Het geval is nog niet voor de rechter geweest, maar die gaat ongetwijfeld op de bevindingen van de expert af. Jammer.
Dit betekent dat we minder geld zullen hebben om de gîte te verbouwen dan gedacht, ofwel zo arm zijn als de neten.

Wat gaan we hieraan doen?? HOSSELEN!!

Marimon en ik hebben onze eerste brainstormsessie al gehouden en voorlopig eindproduct is een cattery.

Vooruitlopend op welke beslissing dan ook, heb ik afgelopen week onder een stralende zon  en een gure noord-oostenwind, het achterveld aangepakt. Alle braambossen met de knipschaar verwijderd, de meeste rotzooi rond de ex-caravan weggesleept en het sluippad of holle weg achterin opengeknipt en gezaagd.

Wat doe ik verder?

's Morgens doe ik het huis en de kook en speel ik piano, wat niet meevalt met mijn stijve vingers en onwillig hoofd. Het is eigenlijk meer een oefening tegen veroudering dan een muzikale aanwinst. Maar wie weet, op de hele lange duur, speel ik nog eens in de hal van enig station, waar ook ter aarde.

's Avonds, als ik niets meer wil dan rust aan mijn vermoeide hoofd en benen, lees ik Afke's tiental, vanwege zijn vredige saaiheid.

Begin vorige eeuw, schat ik dat het verhaal zich afspeelt. Een doodarm, doch liefdevol gezin met een heleboel aardige kinderen, wie kent het verhaal niet? Maar wat mij vroeger toen ik het las niet opviel, maar nu des te meer, is dat er heel wat afgemept werd door al die vriendelijke mensen. Het begint al op blz. 9, waar de oude baker een stel vechtende jongens uit elkaar haalt: 'Oude Saapke deelde links en rechts oorvijgen uit. Op blz.14 wordt zoontje Jetse voor straf de straat opgestuurd in de vrieskou, waar hij de verdere middag moet blijven. Blz. 18: 'De oude Meint had de meisjes (4 en 6) bont en blauw gelagen. Blz. 34: Mem gaf Klaas een oorvijg waar hij van duizelde. Zelf de baby die zijn pap uitspuugt moet er aan geloven: 'Het schalkse gezichtje krijgt dan een tikje'. Op blz. 130 gaat het er helemaal ruig aan toe tijdens een boottochtje:' O Heit sla mij toch', snikte hij, 'ik heb het verdiend! 'O...o....o....!' En Marten? Die vond eigenlijk dat de jongen al genoeg geleden had; maar nu Jetse zelf zo smeekte om geslagen te worden, nam hij hem toch maar even over de knie. 'Zo', zei hij half lachend, 'dat gaat net goed, zo zonder broek!' en nu ging het: 'Klets, klets!' en nog eens 'Klets!'-en die paar frisse klappen brachten Jetse weer helemaal in zijn evenwicht. En nu Klaas nog!-Die spartelde wel erg tegen, maar hij moest er toch aan geloven. 'Klets,klets!' Dat klonk toch zo fris en krachtig, na al die doorstane angst! Heit fleurde er zelf helemaal van op. 

Dat brave Afke's Tiental, dat generaties lang door de ganse jeugd gelezen werd, zou nu verboden worden...


donderdag 24 november 2016

Rare wereld.


Afgelopen zondag werd in het theater te Domfront een toneelstuk opgevoerd over, door en voor vluchtelingen.
Er speelde een groot aantal mensen in mee van diverse nationaliteiten en er werden acht talen in gesproken. Voor de koorzang was een niet bestaande taal uitgedacht. De voorstelling was gebaseerd op een Grieks epos uit de Danaïdes, dat verhaalde over vluchten (uit Egypte dit maal) en tegelijkertijd de strijd van vrouwen voor hun vrijheid. Heel aktueel dus allemaal. Het kleine theater zat bomvol.


Ontroerend. Vooral toen aan het einde van de voorstelling, toen het laatste applaus was weggestorven, vluchtelingen die overal tussen het publiek in de zaal bleken te zitten, naar voren werden geroepen. Het applaus barstte weer los, toen het podium zich zwart en bruin met petjes en wollen mutsen kleurde.


 De foto is wat bewogen, maar ze zaten ook niet stil en het was ook een bewogen middag.

Helemaal feest werd het toen de muziek weer werd aangezet en het toneelgezelschap samen met de vluchtelingen begonnen te dansen. Natuurlijk zat ik daar met een krop in de keel en tranen achter mijn ogen toe te kijken. Maar ook voelde ik het dubbele van deze ogenschijnlijk zo vrolijke situatie.

Die mensen die hier nu in de zaal zaten te kijken naar een stuk waar zij de ballen niet van begrepen, tussen blanke mensen waar zij nog minder van begrepen, waren vluchtelingen. Asielzoekers, die eigenlijk helemaal niet in Frankrijk wilden zijn, maar weken, maandenlang in de jungle van Calais hadden gebivakkeerd, in de hoop ooit nog klandestien via de laadbak van een vrachtwagen in Engeland te kunnen geraken. Zij zijn daar door onze grensbewakers niet vriendelijk behandeld en uiteindelijk, kort geleden, in bussen afgevoerd naar opvangplaatsen door heel Frankrijk, liefst naar minuscule dorpjes waar ze geen kant heen kunnen. Een aantal heeft de ontruiming niet afgewacht en is op eigen gelegenheid naar Parijs vertrokken, waar zij de straten vulden met hele families soms, maar meestal alleenstaande mannen. Een paar weken geleden zijn ze daar ook weer van afgeplukt en ondergebracht in leegstaande gebouwen, zoals de oude vakantiekolonie in Perrou, een plaatsje niet ver van hier, 55 mannen, overwegend afkomstig uit Afrika. Die zaten daar dus strategisch verspreid tussen het publiek. Schoorvoetend kwamen ze naar voren toen ze daartoe uitgenodigd werden. Wantrouwend, gesloten.
Wat moeten die mensen daar nu van denken, van dit plotselinge onthaal? Zo worden ze van de straat geknuppeld en zo moeten ze onder een daverend applaus op een podium gaan staan dansen. Rare wereld. Ik zou het ze willen vragen, maar zij spreken Frans noch Engels en ik geen Swahili, Eritrees, of enig andere Afrikaanse taal. Zo schieten we niet op.

zondag 20 november 2016

Het is weer zo ver...snurk...

Het is weer zo ver.....snurk.


Heerlijke maand november, stormen, regenslierten en tukjes met de snorrende poezen.

Vanmorgen half tien, even naar Thérèse aardappelen halen. Zij was daar verwoed bezig de vloer te dweilen, er lag een hele plas van de afgelopen nacht. Zij had geen oog dicht gedaan door de storm en de regen, die vrij spel hadden met al die scheuren, naden en kieren. Of ik strepcils meegenomen had. Dat had ik, strepcils het wondermiddel. Strepcils tegen aardappelen. Zij hoest nog steeds, ze stikt er bijkans in.

-Het wordt tijd dat je in je nieuwe huisje gaat wonen..
-O, maar ik hoest al heel lang..
-Maar je woont hier ook al heel lang..

Daar moest ze om lachen en toen weer om hoesten.
Je kunt met nog zoveel logica aan komen zetten, een echt antwoord krijg je niet. Het grote raadsel is nog steeds: Waarom gaat ze niet in haar opgeknapte huisje wonen? Haar antwoord is steevast: Omdat ik mij daar niet thuis voel. Zo eenzaam zonder buren. In het tochtige kotje heeft ze wel overburen, maar die komen niet bij haar en zij niet bij hen. Bewegende schimmen geven toch houvast, blijkbaar.

Gister eindelijk van de oude caravan verlost die het erf al jaren ontsiert. Bij de garage zag ik een ingedeukte auto die blijkbaar rijp was voor de sloop (la casse). Ik noemde de caravan en of hij een casse wist. O ja, dat wist hij en hij wilde hem er nog naar toe brengen ook. En afhalen van bij ons en dat alles gratis en voor niks. Kijk een aan. Maar we moesten hem wel tot aan het gemeentepad zien te doen geraken. Een goodwillbezoekje aan de zieke buurman met trekker dus. Hij zou zijn schoonzoon vragen.
De volgende morgen, zaterdag, stond de schoonzoon al met zijn zoon voor ons neus, terwijl wij nog niets aan het door braamstruiken overdekt geval gedaan hadden. Geen nood, het trekkertje bleek sterk genoeg.

Wel ramde de caravan bijna het hek. Het enige hek op het terrein dat nog overeind staat.




Zonder brokken bij de weg aangeland. Marimon had vast een stuk van de omheining gesloopt. 's Middags kwam de garagiste de caravan, waarvan een band half en de ander geheel plat was, met een camper ophalen. Dat geeft niks, zei hij, ik rijd langzaam. We hebben de hulptroepen met de hele familie uitgenodigd op het avond apéro. Wij wilden de kleinzoon een fooitje geven voor de moeite, maar daar kon geen sprake van zijn, zijn ouders wezen dat met klem af.

Afgelopen week hebben wij er weer een gezamelijk zangkoor bij, van de muziekschool in Domfront. Het is 's avonds, dus bezocht door de werkende mens, wat een jongere generatie betekent. Dat doet plezier na al die koren met oude knopstoelen zoals wij. En geen noten, maar alles uit het hoofd.


Dit is Marimon in mijn jas. Vorige week zat hij met mijn vest aan (10 maten te klein) en nu weer mijn jas. Hij had niets ervan gemerkt. Gelukkig ik wel, anders zou hij zo bij de slager gestaan hebben. Staat trouwens wel aardig.


zondag 13 november 2016

Kerstaanbieding

 Deze zondagmorgen, net als alle andere zondagmorgens, uit mijn bed gejaagd door Kerkelijk gedreun, Christelijk gezaagde, bloedstollende Halleluja mantra's. Ik dacht dat Frankrijk sinds de Revolutie een lekenrepubliek was, waarin de bewoners worden geacht hun godsdienstvoorkeur binnen hun deur te houden. Dat zouden moslims eens moeten proberen, twee uur zendtijd op France Musique claimen op zondagmorgen om hun gezangen de ontwakende wereld in te sturen. Deden ze dat maar. Ik zou er zelf voor kiezen, maar de meeste luisteraars niet denk ik en de meeste stemmen gelden. Nu vraag ik mij wel af of de gemiddelde France Musique luisteraar, een klassieke muziekliefhebber dus, bovendien in een land waar op zondag morgen gemiddeld tien gelovigen de mis bezoeken, wel zo blij is met deze muziekkeus. Wie zou dat eigenlijk bepalen?


Een voordeel is dat we vroeg uit ons zondagse bed zijn en zodoende de kipjes kunnen observeren die we gister uit een legbatterij met zogenaamde uitloop, gered hebben.

Tot elf uur blijven ze daar binnen om te leggen, daarna mogen ze gaan wandelen. Maar gek genoeg deden ze dat niet. Er liepen wel wat kale kipjes weifelend een paar meter het modderige erf op, maar geen enkele waagde de oversteek naar de sappige weide. Waarom renden ze niet naar de vrijheid?
Binnen was het een herrie van belang en niet alleen, want toen ik zo maar een deur opendeed op zoek naar de baas, sloeg een verstikkende walm mij tegemoet.

Veilig in ons hok.
Na de hele morgen in het nachthok te zijn gebleven, waagden er een paar het om de ren in te gaan. Om drie uur deed ik de deur van de ren open en ja hoor, daar gingen ze, even een uurtje stappen. Rond vier waren ze weer netjes in de ren. De twee oude kippen zagen de invasie met lede ogen aan, maar gooiden ze er nog niet uit.

Zij zien er nog wat flodderig uit, maar dat komt wel goed.




Dat schreef ik een uur geleden. Rond vier waren ze terug in de ren, maar tien minuten later waren ze er weer uit en tegen donker waren ze nog steeds niet allemaal present en liepen wij het terrein af te speuren. De laatste vond ik onder de coniferenheg op het achterveldje. Ik heb er een kwartier op mijn hurken gezeten met een bakje voer, maar ze was niet te vermurwen. Juist toen ik mij voornam haar in de kladden te grijpen, kwam ze aangedrenteld en was nog net voor sluitingstijd binnen. De ouderejaars kwamen ook pas op het laatste moment en liepen rechtstreeks naar hun slaapplaats, zonder schermutselingen. Zes uur, aardedonker en eindelijk alles op stok. Een kippemoeder heeft het ook niet makkelijk...



Dit boek heb ik afgelopen week te leen gekregen. Ga Hosselen!
Dat heb ik mij ter harte genomen. Ik ga hosselen. En fait, ik ben al aan het hosselen. Het grote hosselen is begonnen...

Eerste hosselplan: Eierenhandel. Clandestien, want naar het schijnt mag je als particulier geen eieren verkopen, zelfs niet weggeven). Nee, je moet ze kopen in de megasupermarkten, die ze weer kopen van uitlooplegbatterijen, die ieder jaar 6000 één-jarige kipjes de nek omdraaien, zodat ze de stallen uit kunnen gassen (misschien gassen ze wel met de kipjes er nog in) om weer een nieuwe voorraad peuters binnen te kunnen laten. Daar komen mijn kipjes nu net vandaan. 6000 dode kipjes min 6.

Tweede hosselplan: Logeerkamer in bed en breakfast omtoveren. Ben ik mee bezig.

Derde hosselplan: Cattery. Zit in de bezinningsfase.

Vierde hosselplan: Minicamping op de grote weide. Is in bestuderings en marktonderzoekfase.

Vijfde hosselplan: Gîte bouwen in de garage. De uitvoering van dit plan is geheel in handen van Marimon, maar die zit weer niet in de hosselmodus, dus dat kan nog wel even duren.

Wat betreft hosselplan 2:

Kerstaanbieding: Vier overnachtingen met ontbijt + een door ons liefdevol te bereiden en samen met ons te nuttigen Kerstmaaltijd, dit alles voor 200 Euro. Hoort zegt het voort!!



Gezang in de blauwe moskee in Shah Alam!