donderdag 24 november 2016
Rare wereld.
Afgelopen zondag werd in het theater te Domfront een toneelstuk opgevoerd over, door en voor vluchtelingen.
Er speelde een groot aantal mensen in mee van diverse nationaliteiten en er werden acht talen in gesproken. Voor de koorzang was een niet bestaande taal uitgedacht. De voorstelling was gebaseerd op een Grieks epos uit de Danaïdes, dat verhaalde over vluchten (uit Egypte dit maal) en tegelijkertijd de strijd van vrouwen voor hun vrijheid. Heel aktueel dus allemaal. Het kleine theater zat bomvol.
Ontroerend. Vooral toen aan het einde van de voorstelling, toen het laatste applaus was weggestorven, vluchtelingen die overal tussen het publiek in de zaal bleken te zitten, naar voren werden geroepen. Het applaus barstte weer los, toen het podium zich zwart en bruin met petjes en wollen mutsen kleurde.
De foto is wat bewogen, maar ze zaten ook niet stil en het was ook een bewogen middag.
Helemaal feest werd het toen de muziek weer werd aangezet en het toneelgezelschap samen met de vluchtelingen begonnen te dansen. Natuurlijk zat ik daar met een krop in de keel en tranen achter mijn ogen toe te kijken. Maar ook voelde ik het dubbele van deze ogenschijnlijk zo vrolijke situatie.
Die mensen die hier nu in de zaal zaten te kijken naar een stuk waar zij de ballen niet van begrepen, tussen blanke mensen waar zij nog minder van begrepen, waren vluchtelingen. Asielzoekers, die eigenlijk helemaal niet in Frankrijk wilden zijn, maar weken, maandenlang in de jungle van Calais hadden gebivakkeerd, in de hoop ooit nog klandestien via de laadbak van een vrachtwagen in Engeland te kunnen geraken. Zij zijn daar door onze grensbewakers niet vriendelijk behandeld en uiteindelijk, kort geleden, in bussen afgevoerd naar opvangplaatsen door heel Frankrijk, liefst naar minuscule dorpjes waar ze geen kant heen kunnen. Een aantal heeft de ontruiming niet afgewacht en is op eigen gelegenheid naar Parijs vertrokken, waar zij de straten vulden met hele families soms, maar meestal alleenstaande mannen. Een paar weken geleden zijn ze daar ook weer van afgeplukt en ondergebracht in leegstaande gebouwen, zoals de oude vakantiekolonie in Perrou, een plaatsje niet ver van hier, 55 mannen, overwegend afkomstig uit Afrika. Die zaten daar dus strategisch verspreid tussen het publiek. Schoorvoetend kwamen ze naar voren toen ze daartoe uitgenodigd werden. Wantrouwend, gesloten.
Wat moeten die mensen daar nu van denken, van dit plotselinge onthaal? Zo worden ze van de straat geknuppeld en zo moeten ze onder een daverend applaus op een podium gaan staan dansen. Rare wereld. Ik zou het ze willen vragen, maar zij spreken Frans noch Engels en ik geen Swahili, Eritrees, of enig andere Afrikaanse taal. Zo schieten we niet op.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten