vrijdag 20 december 2013

Bij Claude in de keuken.



Het was weer gezellig bij Claude in de keuken.

Wie was Claude ook weer? Zeven jaar geleden kochten wij het huis van Claude aan de Gironde. Claude op zijn beurt, kocht het huis van Paulette en Raymond, 100 km. noordelijker. 
R. en P. hadden het ouderlijk huis geerfd, hier 15 km. vandaan.
Tot zover alles normaal. Alleen, toen Claude zijn rechtmatig gekochte huis betrok, wilden R. en P. er niet uit. De reden daarvoor was, dat R. in de dertig jaar dat hij er gewoond had zoveel troep op het erf had verzameld, dat je een bulldozer zou hebben moeten huren om het erf leeg te krijgen. Maar ondertussen was het erf te S., waarnaar ze aan het verhuizen waren, ook al een ravage geworden. P. weigerde van de ene naar de andere vuilnisbelt te gaan en eiste dat beide erven leeg werden opgeleverd. Zo leefden zij gedrieën nog een half jaar samen.
Claude vond het niet zo erg, want hier op Pied Sec was hij, de vijf jaar dat hij er gewoond had, zeer eenzaam geweest en had nauwelijks voor zichzelf gekookt. P. behandelde hem als een zoon en buffer in haar slechte huwelijk met de bruut R. Zij kookte de lekkerste maaltijden voor hem en je zag hem opknappen.
Ondertussen had Claude de meeste van zijn spullen weggehaald toen wij het huis betrokken, maar nog niet al zijn vogels en schildpadden meegenomen. Die hebben wij nog maandenlang verzorgd. Door deze driehoeksverhouding, hebben wij elkaar aardig leren kennen en zien wij elkaar nog van tijd tot tijd.

Claude in zijn keuken. Hij maakt cous-cous als hoofdgerecht en wortelrasp als entrée.
Het is een mannetje van niks, die een serie waarschijnlijk nog door zijn moeder gebreide slipovers uit 1954 afdraagt. Zijn haar, of wat er nog van over is, kamt hij strak naar achter à la Rudolfo Valentino. In zijn gebit vallen forse gaten. Hij is bescheiden, beschaafd en aardig. Het proto-type dat altijd overal weggepest wordt. Daar is hij minder eenzaam dan hier. Het gehuchtje heeft hem opgenomen. Gelukkig maar.

Maar nu Paulette. Met haar gaat het niet goed. Zij wordt 83 en is er toe veroordeeld om de slavin te spelen op een van vuil en schulden zinkend schip.
Hun erf is nog steeds onbeschrijflijk smerig, met autowrakken en ander schroot, met vervuilde dieren en stinkende mest. Inmiddels is de dierenbescherming weer eens langs geweest, begeleid door twee agenten en de burgemeester. Of dat wat helpt? Zij hebben een brief gestuurd, waarschijnlijk met een boete of een sommering, maar die ligt ongeopend bij de andere op de stapel. Zij kunnen geen olie meer kopen en de stroom zal worden afgesneden. Bij dit alles komt, en dat vind zij het ergste, dat hij haar de hele dag loopt uit te schelden. Haar zonen komen niet meer, anders wordt het knokken.

Dit is Raymond. Het is een bruut, maar het ergste is dat hij ook heel grappig is, zodat wij toch steeds weer in lachen uitbarsten, hoe boos we ook op hem zijn.


Tot vorig jaar nog was zij fit en had zij een weerwoord. Maar sinds haar gezondheid aan het afbrokkelen is, is haar weerstand op. Kan zij niet weg dan? Juist wel en dat is het stomme. Zij heeft een paar jaar geleden een huisje gekocht aan de kust, op haar naam. Zij wonen al 43 jaar samen, maar zijn niet getrouwd. Financieel is zij onafhankelijk. Waarom gaat zij niet bij hem weg? Liefde? Angst? Zij zegt dat zij zich verantwoordelijk voor hem voelt. Dat hij naar de bliksem zal gaan zonder haar. Dat gaat hij zeker, maar met haar net zo goed. Toen stak zij het op haar geloof. Zij was al eens gescheiden (van een man die haar in elkaar sloeg), en de kerk had haar daarvoor ge-excommuniceerd. Verschrikkelijk! Nu gaat zij linea recta naar de hel voor al haar zonden. 
Hoe wij, haar buurvrouw, Marimon, ik, haar zonen, ook op haar inpraten, zij verlaat hem niet. Is dat nu trouw? Of is het angst voor de leegte, of voor God, of voor hem? Wij weten het niet.

Zullen wij haar ontvoeren, samen met hun vastgebonden kat?






Geen opmerkingen:

Een reactie posten