zondag 14 september 2014

Over oude mensen en de dingen die voorbijgaan.


Op gegeven moment besefte ik, dat ik het vrolijke, kleine, oude vrouwtje op de grote opoe-fiets al een hele poos niet gezien had. Vast dood of in een tehuis, dacht ik. Maar op een dag, een paar weken geleden toen ik een fietstochtje zou gaan maken, stond zij daar plotseling, gewoon voor haar huis. Nee, ze was niet dood en zelfs niet ziek, de dokter had haar slechts afgeraden nog te fietsen nadat zij een duizeling had gehad. Minder mobiel, dus minder zichtbaar.



Zo verdwijnen er elk jaar enkelen van de oude garde uit de circulatie. Je mist ze niet gelijk, maar het wordt leger.

Zo ook toen we de Dyane van Franck kochten. Er kwamen altijd twee broers naar de bijeenkomsten in de Mairie. Ineens was het er nog maar een. Hij wilde graag van zijn broers auto af, want hij kon er niet mee overweg en hij had er al een. Toen we de auto gingen bekijken vertelde hij over zijn broer en hoe eenzaam hij nu was. Van de buren hoorden wij dat de broer zich had verhangen in de schuur. Van het kleine vrouwtje op de grote fiets, hoorde ik dat het in de familie zat. Zijn zus had zich ook van het leven beroofd, twintig jaar geleden al. De achtergebleven man van die zus, die ik ken van de gemeenteraad waar ik een blauwe maandag deel van heb uitgemaakt en die tijdens de laatste Driekoningenborrel in de Mairie, een malaise kreeg, heeft er nu een echte overheen gekregen, hoorde ik gister, weer in de Mairie, waar we bijeen waren om een comité des fêtes op te richten. Ik weet niet of hij nog leeft, maar er werd gefluisterd dat als hij er nog uit komt, hij niet meer zal zijn dan een légume (een groente). Dat is er weer een.

En nu is Francky ook dood, een jaar na zijn broer, netjes in het ziekenhuis, waar hij slechts op bezoek was voor een controle aan zijn arm, waarmee hij een poosje terug uit een boom was gevallen.
Ik ben zijn graf gaan zoeken en na wat navraag en speurwerk, voilà. Een heuse tombe, waarin zijn ganse familie, broer incluis.


Ik heb de prulletjes die we in de Dyane hadden gevonden, een paar klompjes, een soort médaille en een stoffen staartje, aan de tombe vastgemaakt. Toevallig zat er ergens een handig haakje. 


Het staat wat ontheemd op zo'n chique tombe, tussen de dure kruizen en kunstboeketten. Maar iemand zal het herkennen.

Ieder jaar wordt het leger tegen de wand in de Salle des Fêtes tijdens de Nieuwjaarsborrel. Daarom willen mensen vaak niet daar gaan zitten. Dan ben je er volgend jaar niet meer!
Wij voelen ons nog zo sterk en gezond, dat we het erop wagen.
Hoewel wij ons er van bewust zijn dat wij het noodlot tarten. 


De burgermeester, ook overleden dit jaar.








De laatste drie mohikanen van vorig jaar. 



Ik was steeds van plan om ze te interviewen, maar het is er niet van gekomen, zoals dat meestal gaat.


Ik heb toen nog met een van hen gesproken, een interessante dame. Maar ik heb haar niet meer opgezocht en nu is het te laat, want dit jaar heb ik haar niet meer gezien...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten