zondag 28 juni 2015

In het hol van de leeuw.


Het meertje bij ons achter, dat gevuld wordt vanuit de bron.


Na Parijs en een zondagse rustdag om op adem te komen, heb ik mij maandag weer op het kippenhok gestort, dat nog steeds niet vosbestendig was en is. Rond de ren liggen nu zware stenen, die hij niet omver krijgt. Maar de deur daar kan hij, na enig graafwerk,  zo onder door.

Daarom maar twee tegels gelegd, achteraf gezien aan de verkeerde kant. Ik laat ze maar liggen, want vier is beter dan twee en bovendien heb ik er heel veel werk aan gehad, want na ze uit de voorhof gewrikt te hebben, waar ze met cement waren vastgezet, en bewerkt te hebben met de anti-hufter beitel en een perfect passende, met zand opgevulde bedding te hebben uitgestoken, ga ik zo'n kunstwerk toch niet weer afbreken voor een miniem plaatsingsfoutje. Die snerters zijn het toch niet waard dat ik ze bescherm, want overdag wagen ze zich de laatste dagen steeds verder van huis. Gister hebben we ons de voering uit de keel geroepen, maar tevergeefs. Na een intensieve speurtocht, vond ik ze in het oerwoud achter de kapel, praktisch in het hol van de leeuw.

Dit is het pad naast de kapel, waar zij naar beneden lopen.

Dit is de bron achter de kapel.

De pick-nick tafel naast het meertje (zie boven), waar zij langs liepen.

En dan wordt het gevaarlijk, want daar huist de vos.


Hier vond ik ze terug, heerlijk badderend en pikkend in het beekje.









Voor straf heb ik ze vandaag maar eens in hun prachtige bijna-veilige buitenverblijf opgesloten. En ook om ze van hun slechte leggewoontes af te krijgen.

Sinds een paar weken is een van de twee ineens onder de hortensia gaan leggen. Een uitstekend bedachte plaats van hun kant bezien, want niet vanaf de buitenkant waar te nemen en heerlijk koel.


Perfecte plek, ware het niet dat Léon dat ook vindt.

Sinds gister helpt hij bij het broeden. Of hij zit gewoon te pesten.


Intussen schildert Marimon het trappenhuis.


De dames kakelden en fladderden en maakten zo'n stampij, dat ik ze maar weer losgelaten heb. Maar wel nadat ze beloofd hadden dicht bij huis te blijven. En ze hebben woord gehouden.



Half 10, veilig achter slot en grendel.


En Marimon hij schilderde voort.

zondag 21 juni 2015

In mijn gele néopreen naar Parijs.


En daar sta je dan ineens in je gele néopreen bloemenrok midden in Parijs. Dat hadden ze op La Chapelle niet kunnen denken.

We waren zo opgewonden als kinderen op een schoolreis, zo erg zelfs dat Marimon in de trein niet meer wist hoe hij een foto vanaf zijn mobiel op facebook moest zetten. 


Een paar uur later droeg vader trein zijn provinciaaltjes aan de grote stad over.


Heel duidelijk was het daar niet. Geen bord wees ergens naar toe. Je kunt naar links of naar rechts, op goed geluk. Wij kozen rechts.
Daar was het eerste bord met stadsplan. Marimon vindt daarmee altijd goed zijn weg, gelukkig. Ik wens mij meer een kaart als het rad van fortuin, die ik in de gewenste richting kan draaien.  Marimon kan de kaart in zijn hoofd draaien, blijkbaar. Dat schijnen mannen te kunnen. Later liepen we toch verkeerd, maar dat kwam omdat een werknemer van de ville de Paris het bord naar de theaters in de foute richting had geplaatst. Daardoor hebben we wel een omweg gemaakt, maar gelukkig leidde deze route ons helemaal rond de begraafplaats van Montpartnasse, die we een volgende keer zeker uitgebreid gaan bezoeken, (als we betere schoenen aan hebben).

Een paar keer vragen, meestal aan de verkeerde, ook een zoekende toerist, en ineens stonden we in dè straat.


Rue de la Gaîté, straat van de vrolijkheid. Een hele straat vol met restaurants, bars, theaters en music-halls. Zelfs Bobino!



Dit was het uiteindelijke doel van onze reis. Le théâtre de la Rive Gauche, waar '24 heures de la vie d'une femme', werd opgevoerd.
Een theaterbewerking door Eric Emmanuel Schmitt, van een verhaal van Stefan Zweig. Waarvan, naar ik nu pas op internet ontdek, verscheidene films zijn gemaakt. De eerste al in 1931. De laatste in 2005. Des te later in de tijd, des te meer sex. Zonder sex, geen publiek. Terwijl dit helemaal niet de gedachte was achter het verhaal. De toneelversie was weer hoe het oorspronkelijk bedoeld was. Wat een prachtige voorstelling.


Hoe kun je in een uur en een kwartier een voorstelling neerzetten, 
dat het hele verhaal omvat en dat blijft boeien, minuut per minuut.
Clémentine Celarie, ik had nooit van haar gehoord, ik zal haar nooit meer vergeten.



dinsdag 16 juni 2015

Een kwakkelzomer.



Wat ben ik toch blij met het weer hier. Hetzelfde als in Nederland eigenlijk. Vroeger noemde ik dat een kwakkelzomer, maar nu ik slechter tegen hitte en direkte zonnestralen kan, vind ik het ideaal. Misschien is er toch een verschil met Nederland, de wind is hier niet zo kil en dat scheelt een jas. De laatste dagen maak ik (en soms wij) weer fietstochtjes. In het vroege voorjaar zag ik hier eerst alleen narcissen en later alleen rododendrons, zodat ik mij begon af te vragen of er wel andere bloemen bloeiden. Dat valt goed mee.
Komende herfst ga ik tuinen plunderen.


Er groeit hetzelfde als overal aan de midden-westkant. Hetzelfde als in de Charente en ook in Nederland, eigenlijk.

Wat er wel uitspringt hier zijn de rodo's overal, ook langs de wegkant, en de hortensia's. Dat zegt iets over het water dat hier valt, of zou moeten vallen, want we hebben er nog niet veel van gemerkt.

Onze hortensia's beginnen een heel klein beetje te kleuren, net als de kersen.


Zij staan hier ideaal, op het zuiden met de regenpijp (links) die ze rechtstreeks van water voorziet. Die akelige kippen zien er ook hun voordeel in en hebben hun daartoe bestemde leghokjes de rug toegekeerd. Sinds een week moet ik met mijn artritisknieën op het grint om mijn maaltijd tussen de hortensia's bij elkaar te grabbelen.



En dan die koeien met hun goedige koppen. De stiertjes, die op elk moment van de dag moeder's uier dwingelandig opeisen. En zij blijft staan, lief, rustig, geduldig. 
Zij loeit niet: 'Donder nou es op snertjong met je gedram, zie je niet dat ik sta te grazen?' Zo'n koe doet me denken aan de moeder van een vriendinnetje van vroeger. Dat was ook zo'n lieve, trage, zware vrouw met dezelfde zachte oogopslag. Haar vader daarentegen was een driftig klein kereltje, de huisdemoon, die de boel terroriseerde.
Als je vroeg of vriendinnetje meemocht naar het een of ander, zei hij dat hij er over moest denken en dat we het antwoord zouden krijgen om 3 uur 's middags. Zaten wij uren te wachten en dan had je nog kans dat het antwoord 'nee' was. Weg dag. 
Mijn vader was dan wel een marmite pression (een snelkookpan), maar dit soort sadistische geintjes was hem vreemd.

Dat kleintje ligt daar zo verlaten. Ik weet niet welke moeder haar toebehoort, maar verderop lag er wel een met een grote rode bobbel uit haar achterwerk. Wellicht was zij de volgende er uit aan het persen, maar voor ik mijn fototoestel uit mijn tas van onder de snelbinders vandaan had, was zij alweer opgestaan en niets duidde meer op een naderende bevalling. Koeien kunnen toch rap zijn, als het moet. Of ik ben zo traag.
Hier krijgt de kleine al iets meer aandacht. D.w.z., er staan meer koeien omheen, maar geen kijkt naar haar om.



   Dit instortende huisje intrigeert ons al een poosje. Zou het een herberg/café geweest zijn? Is wel gunstig gelegen op zo'n kruising van wegen. Een opknapperdje. Marimon ziet er wel brood in.


Het interieur.
Zie de stamtafel. Volgens mij ligt daar ook nog een vloerkleed.


Zondag waren we in Domfront, een English breakfast eten bij Molly's.

Het is de laatste week dat ze open zijn, want hoewel ze er pas een jaar zitten, verkassen ze naar Mayenne, waar ze een groter restaurant met meer mogelijkheden openen. Hier kun je n.l. alleen English breakfast en Fish and Chips met Mushy Peas eten. De direkte aanleiding tot dit besluit was, dat de huisbaas de huur drastisch wilde verhogen. Nu heeft hij zichzelf in de vingers gesneden, want ik denk niet dat hij nog nieuwe huurders krijgt.








Domfront is hard aan het achteruitgaan. In de oude bovenstad lopen nog wel toeristen rond en zitten de terrassen nog vol. Maar als je naar beneden loopt, zoals in het straatje van Molly's, staat alles leeg of er zit een verzekeringskantoor in. Gorron is nu the place to be.
Velen proberen hun kans daar waar er nog wat leven in de brouwerij is. Ik heb er sinds kort het zwembad ontdekt.

Volgend blog een reportage over Gorron.

zaterdag 13 juni 2015

De eerste gekleurde kers.



Ach wat was ik vorige week toch zielig alleen op La Chapelle.
Zondag veranderde alles eensklaps, toen Marimon knarsend en krakend met een auto vol plantgoed het erf op kwam rijden.
Een paar uur eerder had hij al gebeld: -Ik weet niet of ik het haal, want uit de versnellingsbak komen helse geluiden-. 
-Bel me als je strandt, dan kom ik tenminste de plantjes redden-!

De plantjes zitten inmiddels veilig met de wortels onder de grond. Heeft wel een hele week geduurd, en niet alleen door hun aantal, maar ook omdat het omstandig planten is hier. Eerst moet je een 10 cm dikke laag grint weghalen, dan een rondje uit de plastic beschermlaag snijden en dan pas kun je planten.


Zo'n schattig klein snertplantje vind je nauwelijks nog terug in zo'n grote tuin. Heb deze onder een treurwilgje gezet, want het verlangde half-schaduw. Op de duur zal het de bodem gaan bedekken, maar geldt dat ook op grint, zo vraag ik mij af.


Verder veel red tape. De nieuwe kentekenbewijzen waren vorige week plotseling toch nog aangekomen en de bijbehorende platen konden op de auto's geschroefd. Bij het nakijken van de post bleek dat woensdag de laatste dag voor het invullen van het Franse belasting formulier per internet was. Omdat het een nieuwe, 'simpeler' versie was, nam het invullen een dag in beslag.
Tussendoor waren we met de krakende Suzuki Swift bezig. Of liever de garagiste, waarvan we sinds vanmorgen weten dat hij Gaëtan heet, was er zoet mee. Eerst was de vraag: Is het de versnellingsbak of de koppeling. Het laatste zou gunstiger zijn dan het eerste. Het bleek het eerste. Omdat de katalysator ook al aan zijn eind is, dachten we dat de auto de reparatie niet meer waard zou zijn. Marimon was al op het internet aan het struinen voor een vervanger. Even naar de garage voor overleg. Maar na de plensbuien van donderdagavond, wilde mijn oude paarse dame vrijdagmorgen niet starten en zaten we helemaal zonder vervoer. Op de fiets door de regen om brood? Na een uurtje opdrogen deed zij het gelukkig weer. Maar vanmorgen hetzelfde liedje. Inmiddels kennen we de gebruiksaanwijzing: 
Stort het wel dan start zij niet en start zij wel dan stort het niet.

Vanmorgen in de garage gekozen voor een nieuw scenario.
De garagiste heeft een occasieversnellingsbak weten te scoren, alles bij elkaar komt het op 1000 euro. Veel geld, maar een nieuwe kost meer. Bovendien zijn we aan haar gehecht en hadden we geen behoorlijk afscheid kunnen nemen. Zet de trekhaak, die Gaëtan er op Marimon's verzoek had afgesloopt, er maar weer op. Hè, hè.

Dan zijn we nog bezig om onze reis naar Parijs a.s. zaterdag, voor te bereiden. Het gaat de trein worden, maar wat een gedoe om dat uit te zoeken. Vanaf Flers, de dichtsbijzijnde grotere plaats met een station, kun je alleen om 6 uur 's morgens een direkte verbinding naar Parijs krijgen. De rest gaat over Le Mans, Caen, kortom, je ziet half Frankrijk voor je op bestemming bent. Gelukkig gaan er 's avonds, in het weekend tenminste meerdere treinen terug, maar de laatste vertekt om 20 uur. Dat wordt geen nachtbraken dus. 
Wij hebben er voor gekozen om de trein te pakken in Argentan. Wel een uur rijden, maar van daar gaan er meerdere treinen. De laatste nog steeds om 20 uur. Geeft in ons geval niet, want wij gaan een theaterstuk zien in de middagvoorstelling vlak bij gare Montparnasse, waar de treinen uit Normandië aankomen.

Wij hebben ook de eerste onweersbui met bijbehorende wolkbreuk hier mogen beleven. Terwijl ik des middags nog zo lekker onder de oude eik lag te lezen, barstte enige uren later het onweer los



Donker op klaarlichte middag.











Een druk weekje weer. Ja, met Marimon's wederkomst is niet alleen mijn eenzaamheid, maar ook mijn rust verdwenen!. 


Maar de wolkbreuk, daar kon hij niets aan doen..






vrijdag 5 juni 2015

Moederziel alleen op La Chapelle.


Moederziel alleen op La Chapelle, voelde de eerste dagen verlaten aan. Om mij beter te voelen, speelde ik dat het erger was. Robinson Crusoë, op zijn eiland met alleen wilden, wat je zou kunnen vergelijken met de mij omringende boeren. Ze zijn er wel, maar wat moet je er tegen zeggen. Fait trop chaud, fait trop froid, pas de pluie, trop de pluie, ça pousse? Voilà. Klaar. 

De volgende dag klaarde het weer op en dat scheelde al de helft.
In de tuin hakken en knippen met af en toe een zonnetje. Ik begon mijn zegeningen te tellen. Er zijn de poezen en de kippen, de kikkers en de visjes in de vijver en al dat jonge goed dat opkomt.
En dan nog de bakker en de slager en de postbode. En internet!
Dat is al veel meer dan Robinson had. We slaan ons er wel door. On se débrouillera.



Dan, een paar dagen later, is het ineens stralend weer. Ik ga een rondje fietsen en zie dat onze Engelse buurvrouw in haar vakantiehuis is aangeland. Even begroeten en weg eenzaamheid.

's Avonds eet ik bij haar. Allerlei lekkere opgerolde dingetjes.

Vandaag zijn we gaan lunchen een dorp verder in het café waar we zaten te internetten tijdens de verhuizing.


De jonge Engelse eigenaresse, die samen met haar man (de kok) het bedrijf runt. 22 is ze pas.


Eèn levende ziel in de buurt en het verlaten gevoel is weg.
Gelijk een kip die alleen achterblijft als zijn zuster is gedood. Die kwijnt weg totdat er een vervangster is, geeft niet wat voor een. Geiten, ezels, schapen, zij kunnen niet alleen.




Ho, de vergelijking met de kip is niet helemaal juist. Zij is bang voor een dreiging vanuit de natuur, daar tegen zoekt zij bescherming. Zoekt de mens geen bescherming? Natuurlijk wel. Maar niet alleen tegen de natuur, maar ook tegen zijn medemens.
Als ik hier als enige groene niet-spuiter een bord aan mijn deur hang tegen het met gif bespuiten van mijn kerkplein, tegen het met de trechter stuffen van ganzen en tegen Marine le Pen, staat binnen de kortste keren de hele boerenstand met hooivorken op de hof. Ik treed dus niet naar buiten met mijn mening, wat inhoudt dat ik, als het puntje bij het paaltje zou komen, omringt blijk door vijanden.
Dus zoek ik een zwijgende medestander. De Engelse buurvrouw .



Zo kunnen wij allemaal wel alleen wonen, maar hebben wij toch een réseau achter de hand van verwante zielen.
Vrienden, familie, buren, collega's. 

Ik heb dat hier nog niet opgebouwd, vandaar mijn eenzaamheid.