Hoe geconditioneerd wij mensen zijn, merk ik steeds duidelijker bij het ouder worden. Bij elk woord, elke gelegenheid, is er een associatie. En als je lange tijd met iemand samen bent, heb je die samen. Zo noemde ik vrijdagavond het boodschappenlijstje op: Melk, Karnemelk, Jus d'Orange...en spontaan kwam ons een zowel droeve als vermakelijke gebeurtenis voor de geest.
Jaren geleden alweer, toen we net in de Corrèze woonden, hadden we juist kennis gemaakt met een echtpaar dat al jaren een soort vakantiekolonie organiseerde voor Nederlandse middelbare scholieren. Aangezien zij het harde werken aardig zat waren, zou dit hun laatste kolonie worden. Omdat ze nogal vermoeid oogden en ik had begrepen dat ze nog niet erg gevorderd waren op Frans taalgebied, bood ik aan hen te helpen indien nodig.
Dat bleek twee dagen later al het geval. In de avond ging de telefoon. Ellis, zou jij de weekend arts kunnen bellen, want een van de leraren doet zo raar.
-Wat doet hij dan?
-Hij loopt maar heen en weer, is angstig, probeert de bloemen van het plastic tafelzeil te vegen en praat wartaal.
Ik bel de dienstdoend arts, nog eens en nog eens. Hij neemt niet op.
Ik bel terug: Hoe gaat het nu? -Erger, veel erger, hij is doodsbang.
Ik bel de SAMU nr.15. Ik leg de situatie uit.
-Wat doet hij nu?-
-Dat weet ik niet want ik ben daar niet-
-Waar bent u dan?-
-Ik ben thuis-
-Waarom bent u niet bij de patient?-
-Omdat de patient niet bij mij thuis is-.
Zo komen we niet verder. Gaat u er nu maar naar toe, dan ga ik er ook naar toe, komen we gelijk aan.
Wij waren er eerder. De patient lag in bed en was in een toestand van totale paniek. De SAMU arriveerde snel daarna, met zuurstofmaskers en de hele reut. Tegelijk kwam de huisarts aan, compleet met drankkegel. Patient op de brancard vastgesnoerd en in razende vaart naar het hospitaal in Tulle.
De volgende morgen gingen Marimon en ik daar eens polshoogte nemen. Hij lag nog steeds op de eerste hulp en de verpleging was heel blij met ons bezoek, want ze wisten helemaal niet wie die wartaal uitslaande man was. Een Nederlander, zover waren ze. Kunt u hem verstaan, praat hij zin of onzin? Wij legden ons oor te luisteren. Onzin. Het is wel Nederlands, maar wij kunnen er geen wijs uit. Zij installeerden hem in een kamertje. Wij probeerden met hem te praten. Hij was niet meer angstig, maar wist niet hoe of wat.
De dokter kwam. Wij hadden nog steeds geen idee. De dokter wel.
Vraag eens aan meneer wat hij zoal drinkt.
-Eh, wat drinkt u zoal?
Zonder te blikken of te blozen antwoordde de patient:
-Melk, Karnemelk, Jus d'Orange...
De dokter had na onze vertaling moeite om zijn lachen in te houden. Wij ook nadat de patient het bellenknopje voor de verpleegster aan zijn mond zette. Toen ging ons eindelijk een licht op. Delirium Tremens.
Ik dacht altijd dat je dat kreeg na een ongelooflijke hoeveelheid drank op te hebben. Maar in dit geval betrof het een ver gevorderde alcoholist, die plotseling zonder kwam te zitten. Later hoorden we dat hij al een poos in de ziektewet zat wegens overspanning (alcoholisme) en omdat het beter ging, was hij uitgenodigd mee te gaan op de schoolwerkweek. In de bus dronk hij netjes melk, karnemelk en jus d'orange.. Dat moest wel, want de fles Bokma zat onderin!
Hij is niet met de bus teruggegaan, zijn zoons zijn hem komen ophalen. Arme zoons. Was een aardige man, trouwens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten