donderdag 23 juli 2015
Een nieuwe tandarts en een schoon terras.
Wat is het toch een heerlijk klimaat hier. Meestal rond 23 graden en wisselend bewolkt. Ik voel mij in de zomermaanden dan ook niet meer een gevangene in eigen huis. Heerlijk buiten werken, wat ik dan ook elke dag doe. Vandaag het achterterras van de garage annex toekomstige gîte aangepakt. Het onkruid, hoewel er steentjes liggen, stond er kniehoog en Allan's bouwafval lag er nog steeds. Ik heb als kers op de taart het turquoise tuinsetje er neergezet. En toen was er koffie om de sfeer aldaar op ons in te laten werken en verbeelden dat er al gasten in de gîte zijn.
KOFFIE!!!
Sinds gister heb ik er echter nog een tweede tuintaak bij.
Als boetedoening voor mijn ongetwijfeld begane zonden, haal ik met engelengeduld de klimop uit de meidoorheg die het kapelletje omarmd. Marimon gaat om dezelfde reden de deur schilderen. De adelijke erfgenaam en ex-eigenaar, gaf ons in vol vertrouwen de sleutel, nadat hij ons over zijn beruchte familie had verteld, die naar verluid de Engelsen èn de Saracenen uit Frankrijk had verdreven. Dan kunt u nu opnieuw beginnen, merkte ik bijdehand op, want ze zijn allebei weer in grote getale aanwezig.
Ha ha ha, dat vond hij wel leuk.
De heg. De klimop heeft de halve struik al opgegeten. Ik heb er nog maar twee bevrijd in twee dagen. De adelijke erfgenaam heeft de kapel aan de kerk gegeven. Onze buurman van over de 'grote weg', heeft de bron, het meertje en het land er omheen gekocht. De kerk doet niets aan onderhoud, die schudt slechts collectebussen leeg in het Vaticaan. De boer en de Heer geven elkaar de schuld van het slechte onderhoud. Dan doen wij het maar. De meidoorn hoeft niet de dupe te zijn van onderling gekrakeel.
Het schone terras achter de garage/gîte, met uitzicht op de kapel en een eeuwenoude kastanje, waaronder ik tijdens warme dagen verkoeling zoek. Zie foto enkele blogs geleden.
Terras in langsrichting.
Verder hebben we eindelijk een tandarts gevonden, een brommende Belg die overal tegen is. Hij ligt o.a. overhoop met de Sécu, het centrale verzekeringssysteem voor ziektekosten, gesponsord door de overheid. Hij probeert iedereen ervan te overtuigen dat niemand verplicht is zich daar te verzekeren. Dat zij profiteren van het gegeven dat er geen concurrentie is. Maar wat profiteren, waarvan, van wie? Zij hebben een miljardengat in de begroting, dus zij zullen zeker geen winst maken over onze rug. Wie vult dat gat, eigenlijk? Want iedereen krijgt netjes betaald, de zieken en invaliden, de ambtenaren, waarvan er veel te veel zijn maar die de zaak toch niet rondkrijgen als je ziet hoe lang je op je simpele verzekeringskaart moet wachten. Vanuit Nederland hoor ik via de sociale en andere media veel geklaag over bezuinigingen in de ziektekostenwereld. Hier durft de overheid geen enkele bezuiniging aan. Kom niet aan onze rechten! Heel Frankrijk gelijk de straat op als je ze een ander merk aspirientjes voorzet.
Maar goed, wij hebben een tandarts. Als hij nu maar goed boort en vult, dan nemen wij zijn opstandigheid wel op de koop toe.
En we hebben kersen, maar niet van onze boom! Nog geen kers hebben we gegeten, alles voor de spreeuwen en nu de restjes voor de wespen en de vliegen. Nou ja, eentje hebben we gegeten en die was dan wel niet rood, maar wel heel zoet.
Wij halen ze gewoon, net als ieder ander, bij de plaatselijke Coccinelle, een kleine supermarkt waar ze werkelijk àlles hebben, alleen geen honderd merken van hetzelfde produkt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten