Al sinds wij hier zijn komen wonen, begin maart, zag ik haar in de moestuin spitten. Iedere dag een baan van 10 meter. Zij leek mij al oud, met die kromme rug. Veel te oud om iedere dag dit zware werk te doen. Later trok zij de drietand door de regels, nog later de hark. Iedere droge dag was ze daar. Zij vorderde gestaag. Uiteindelijk was de aarde zo fijn alsof ze haar door een passe-vite gedraaid had.
Ik wilde haar aanspreken, wilde weten hoe zij dat klaarspeelde zonder machientjes, met haar blote handen en kromme rug.
Maar ik durfde niet goed.
Het huis dat bij de moestuin hoort ligt helemaal alleen aan de weg. Goed onderhouden, met een mooie, nieuwe voordeur en een goed dak. Geen tuintje of pad ervoor, zomaar pardoes in het weiland, rondom afgezet met schrikdraad, een smalle loopstrook tegen het huis aan om de deur en de moestuin te bereiken.
Vorige week, een half jaar verder, wist ik dat ik het ging doen.
Ik liep de kilometer over de holle weg naar haar huis en zag haar bezig in de tuin, die ik iedere dag mooier had zien worden.
Ik liep over het gras, over de smalle strook langs haar huis en zo langs de de achterkant van de tuin tot ik haar op 1 meter genaderd was. Gebogen over haar gewas had zij mij niet zien of horen aankomen. Later merkte ik dat ze ook behoorlijk doof was.
Zij schrok even, maar keek me toen blij verrast aan. Waar ik nu opeens vandaan kwam? Een geest uit een andere wereld?
Ik stelde me voor als de buurvrouw van een kilometer verderop.
Ja, ze had mijn paarse autootje wel eens langs zien komen.
Zij was klein, vrolijk, sprankelend. Met heldere blauwe ogen en appelwangen. In verticale stand bleek ze niet zo krom als het aanvankelijk leek. En ook niet zo oud. Zeven jaar ouder dan ik maar. Alleen kromgetrokken door het harde werken. En pijn in haar rug, wat ze hier hun nieren noemen (de rug noemen ze de schouders). Ach, troostte ik haar, mensen die een half leven achter de computer hebben doorgebracht, hebben ook pijn in hun rug. Al had je je hele leven op bed gelegen, wie heeft er nu geen pijn in zijn rug na zijn 60ste?
Zij vertelde mij, dat zij sinds haar 46ste weduwe was en sindsdien alleen de boerderij had voortgezet. Zonder machines, zonder kinderen, zonder familie. Alles op haar bult.
De volgende dag kwam ze mij opzoeken met een emmer aardappelen en bieten. Veel te veel natuurlijk, ik zal vanaf nu om de dag bieten moeten eten, want Marimon lust ze niet.
Zij vroeg er geen prijs voor, ik mocht geven wat ik wou.
Toevallig had ik alleen klein geld in mijn knip. Alles bij elkaar kwam ik op krap 5 euros. Ze keek de muntjes bijkans mijn portemonnee uit. Ik heb haar ons hele huis laten zien. Haar verbazing over de vloerbedekking door het hele huis, de badkamers met ligbad en (nep)gouden kranen, de gordijnen, de salon, de machines in de keuken. Ik schaamde me dood om zoveel luxe.
Ze wilde dan wel op de foto, maar een heleboel shotjes werden afgekeurd, omdat ze er niet goed opstond, vond ze. En niet van de voorkant en vooral niet als ze lachte. Waarschijnlijk kwam haar gebit niet door de keuring. Toen ze in de spiegel in de hal keek, schrok ze. Ik ben wel oud geworden zeg..!
Later hoorde ik van een andere buurvrouw een deel van het verhaal. De man, die veel ouder was dan zij, en met wie ze al jaren in zonde samenwoonde, besloot haar op de valreep te trouwen toen hij al ziek was en wist dat hij doodging. Zo erfde ze de huizen (3), een boomgaard, en de boerderij. Nou ja, boerderij... Een paar koetjes en een klein stukje hooiland. De familie was woest toen zij hoorde dat zij achter het net had gevist. Niemand praat nog tegen de slet, die hun broer, neef, oom had verleid en na in zonden met hem te hebben samengeleefd, er met de poet vandoor ging.
Zij heeft de koetjes en het stukje land verkocht toen zij 65 werd en van de opbrengst, denk ik, de nieuwe deur in het huisje laten zetten. Verder zijn de huisjes niet veel soeps, geen ruzie waard.
Ouderdomsuitkering zal zij ook wel niet hebben, want in Frankrijk moet je iedere maand premie betalen en als niemand dat voor je doet, je echtgenoot of je werkgever, dan ben je de pineut.
Ik denk dat ze voornamelijk leeft van de opbrengst van haar aardappelen. En de appels uit de boomgaard, die zij verkoopt aan een cooperative, die er cider of Calvados van maakt. Verder eet zij de hele winter uit haar moestuin en stookt haar kacheltje op hout.
Zij leeft en is zo te zien gezond, dus materieel rooit ze het wel.
Maar ze was wel heel blij met onze kennismaking, want zei ze, in de winter als het werk gedaan is, zijn de dagen wel heel lang.
En ze is nog nooit in Parijs geweest....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten