woensdag 17 oktober 2018

Een tuin vol Vlier en Coniferen.

De koetjes zijn terug, wat een verrassing om deze tijd van het jaar. Geeft wat aanspraak, nu de toeristen wegblijven. Ik heb ze vanmorgen verteld dat zij niets van ons te vrezen hebben, omdat wij leerling vegetarier geworden zijn.

Ons dagblad de 'Ouest France', deelt de diervriendelijke eter als volgt in: de flexitarien, die in principe vegetarier is, maar niet altijd.
De végétalien, die niets eet wat van een dier afkomstig is, dus niet alleen geen vlees, maar ook geen melk, eieren, of honing. De welfariste, die de omstandigheden waarin dieren worden gefokt en geslacht, wil verbeteren, maar wel vlees blijft eten. De végan is végétalien, maar weigert ook alle van dieren afkomstige produkten zoals leer, zijde, wol en bont uiteraard en produkten die zijn getest op dieren. De abolitionniste tenslotte is het ergst, want die wil helemaal niks. Die vindt dat dier en mens tot eenzelfde soort behoort en dus dezelfde rechten heeft. Je eet je buurvrouw ook niet op. Zo iets. Ik schat ons in als flexitarien, voorlopig. Of welfariste.

Omdat de zomer maar blijft duren en Marimon toch de hele dag met zijn neus in de badkamer zit (met de poezen, die daar zijn gaan wonen) heb ik mij maar op de volgende conifeerstronk gestort.
Drie uur heb ik werk gehad, het was een enorm ding dat vlak voor een rododendron groeide, maar het is gelukt zonder de wortels van rodo te beschadigen. Waarom heb ik toch zo'n hekel aan coniferen?

Het antwoord zal in mijn jeugd liggen. Dit plaatje hierboven is het huis waar ik ben opgegroeid. En hoewel je het op de foto niet zo ziet, stond de hele tuin vol coniferen. Tenminste het voortuintje werd helemaal in beslag genomen door zo'n steeds maar uitdijend onding. Op de foto was hij waarschijnlijk nog in babystadium, maar later kon ons moeder niet meer bij de ramen met haar soeplepel en ragebol om op zijn Noord-Hollands de ramen te wassen. En hoewel moeder bijgestaan door de kinderen de tuin bijhield, was vader de onbetwiste alleenheerser over het lapje grond en had moeder geen inspraak, laat staan de kinderen. Alleen bedong zij een betegeld plaatsje achter het huis om er een bankje met een paar stoelen neer te zetten en de kachelhoutje te hakken. 

 Maar er was ook een grasveldje, met veldbloemen.
En er werd koffie gedronken en geborreld op moeder's plaatsje,

 en er broedde een wilde eend.
En wij deden elkaars haar.
 En later viel het wel mee, zie ik. Dit is de achtekant van het huis.

Ook had zij recht op een waslijn dwars door de tuin, maar daar hielden haar privileges op. Geen vierkante meter voor een paar Afrikaantjes of wat Tuinkers stond hij aan ons af. Alles stond vol met Vlier en Coniferen, volières en kippenhokken. 
En nu heb ik mijn revanche, alle coniferen er uit. Kippenhokken mogen blijven staan, uiteraard. Ik heb toch nog wel een beetje van zijn gekte geerfd!

De poezen slapen tegenwoordig in de nieuwe badkamer in wording.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten