De huizen die her en der aan weerskanten van de 3,5 km lange landweg naar het dorp staan, worden bijna alle bewoond door een weduwe of weduwnaar. Soms door een 'vieux garçon', een oude jongen die niet aan de vrouw gekomen is. In één huis woont een gescheiden man, maar dat is een huurhuis en hij komt niet van hier, want boeren scheiden niet. Zo veel eenzamen, zo veel hunkerbunkers, maar met elkaar omgaan doen ze nauwelijks.
Afgelopen week is er weer een weduwe bijgekomen. Buurman Maurice is overleden en dat is maar goed ook volgens mijn idee, want hij was al twee jaar gevangene van zijn zuurstoffles, sloffend en hijgend van kamer naar keuken. Zijn vrouw was daardoor ook aan huis gebonden, maar leek haar lot blijmoedig te dragen. Zolang ze er nog wat eten in kon duwen en hij af en toe wat tegen haar bromde, was ze content met de situatie zolang als die duurde.
Vandaag was de enterrement. Hoewel het niet zo zeker is of hij wel in de aarde belandt, want toen iedereen na de zoveelste bijbeltekst en bijbehorend gebed van het kerkhof liep, stond de kist daar nog steeds, beladen met bloemen en planten. Marimon denkt zeker te weten dat hij alsnog wordt weggehaald om gecremeerd te worden. Ik vermoed dat hij in zo'n stenen familiemonument geschoven gaat worden.
Maar eerst was er de kerkdienst. Het enige dat mij in de hele ceremonie beroerde, was het begin. De bomvolle kerk, waar de kist door het middenpad gedragen werd door de zonen en kleinzonen, gevolgd door een reeks bibberende oude mannen, oudstrijders van Algérie, met hun flodderige rode vaandels en verkleurde erelintjes. Daarna was het een emotieloos gedrein van voorgekauwde liederen en teksten. Dan de hele meute een rondedans om de kist, een klodder wijwater er overheen en klaar.
Voor de weduwe echter was het niet emotieloos. Zij heeft vanaf woensdag, toen hij overleed, tot en met vandaag gesnikt. Eerst moest ze al drie dagen in het rouwcentrum bij de opgebaarde wassen pop zitten om bezoekers te ontvangen. Dat lijkt mij al een opgaaf van jewelste. Toen zij vanmiddag gestut door haar beide kinderen achter de baar de kerk in kwam, leek zij mij dan ook drie maten gekrompen. Hoe zal het haar vergaan, gewend als zij is aan haar dienende rol. Zal zij zelf iets kunnen bedenken dat haar leven zou kunnen veraangenamen? Iets wat ze altijd al heeft willen doen? Tijdens de condoléance klemde zij zich tegen mij aan en smeekte me bijna haar op te blijven zoeken.
Dat heb ik beloofd. Souvent. Vaak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten