Mijn omgevingsverkenningsplannen zijn bruut de grond ingeboord door een rhume, die mij suf en lamlendig heeft achtergelaten. Donderdag kreeg ik de eerste signalen zoals o.a., een loopneus, nu is het zondag en ben ik opgeschoten naar benauwde hoesterigheid, chagrijnigheid en weer een loopneus. Dat is jammer, want juist toevallig vandaag zijn er in Vitrezay, aan de Gironde, op steenworp afstand, allerlei feestelijkheden gaande, die mij wel niet zullen bekoren in de staat waarin ik verkeer. Maar je weet niet, ik ga er toch op af, hoewel ik wel op mijn vingers kan natellen dat we weer overgooid worden met middeleeuwse ambachten en klederdrachten, wijn en andere streeklekkernijenverkopers, melige clowns en luchtballonnenhandelaars. Maar ga ik niet, dan houd ik er het knagende gevoel aan over dat ik wat gemist heb. Overigens heb ik deze 3 dagen huisarrest helemaal niet als storend ervaren en zelfs heb ik voor mijn doen en de arbeidremmende omstandigheden in aanmerking nemend, tamelijk veel werkzaamheden verricht. En verder veel mooie boeken en tijdschriften gelezen, zoals Jagtlust van onze bekende en geliefde levensloopschrijfster Annejet van der Z. Jagtlust was haar eersteling en dat merk je ook. De drie volgende, Anna, Sonny Boy en Bernhard vond ik veel beter geschreven. Het gegeven is interessant: een oud buiten en zijn bewoners en bezoekers tussen 1954 en 1971. En wat voor bewoners. Alle bekende schrijvers, dichters, kunstenaars uit de jaren 50 en 60 zijn wel een keer in dit huis geweest. En hebben meegewerkt er een zootje van te maken, zowel van het huis als van hun leven. Gelukkig heeft een groot deel van hen zich op tijd teruggetrokken uit deze wereld van altijd feest. Aan hen hebben we nog wat aardig lees en kijkvoer over gehouden. Niet al ons talent deed mee met de grote orgie, Harry Müllisch is één keer geweest en daarna nooit weer. Dat pleit voor hem. Hoewel hij wel altijd met een open sportwagen rond het Leidseplein toerde en op het terras van Américain de bink uithing.
Dat weet ik omdat ik daar zelf ook aanwezig was en hem iedere dag wel een keertje spotte.
Dit is niet het Leidseplein, maar de Dam. Met m'n postlopersjasje, zoals mijn vader het jasje noemde, om zijn koperen knopen en uniform snit, vermoed ik.. Omstreeks dezelfde tijd, 1964, werkte ik bij Drenth sigaren, sigaretten, souvenirs, in de Leidsestraat, hoek Leidseplein. De kettingpijproker H.M., was een vaste klant. Vanuit mijn onschuldige winkeltje, beschouwde ik als 16-jarige hoe de saaie, brave na-oorlogse wereld, vergast werd op kabouters, provo's, langharigen, anti-rookmagiërs, LSD experimenterenden, en iets later hippies, 5 dollars a day toeristen, hara krishna slangen met tamboerijnen en kaalgeschoren hoofden. Ik stond erbij en ik keek er naar. Ik vond het allemaal hoogst amusant, maar vond ze wel van heel kinderachtig tot knettergek en voelde niet de minste behoefte om er aan mee te doen. Natuurlijk kreeg de tijdgeest later toch wel enige vat op me, maar zoals het er op Jaglust toeging, wekt bij mij slechts verbazing en ook afkeer. Een keer een feestje, een wild feest zelfs, dat de volgende dag bij het gezamelijk opruimen nog een staartje krijgt, dat dan weer duurt tot de volgende morgen, desnoods nog een dagje eraan vastplakken, alla. Maar een roes van weken, maanden, zelfs jaren, neen.
Ben ik een calvinist in het hart? Een Groninger calvinist zelfs? Zou goed kunnen. Zou ook kunnen dat ik mijn leven zoals het is mooi genoeg vind zonder het door kunstgrepen nog mooier te willen maken. Je krijgt er toch eens de rekening voor gepresenteerd, want achter iedere berg is overmijdelijk ook een dal. Klinkt hèèl calvinistisch. Maar als de calvinisten nu eens gelijk hebben?
Met schoonzus, verloofde afwezig want soldaat in Nieuw-Guinea, mijn andere broer en toekomstig zwagertje( maar dat weten ze nog niet). Ikke links, met drumstok. Bij ons thuis op de bank, waarschijnlijk hadden we net T.V.
1962. Wat wisten wij van Jagtlust?
zondag 31 juli 2011
woensdag 27 juli 2011
De blauwe fonteinen van het château de Beaulon
Gister hebben we in het kader van ' ontdek je omgeving', het park van een kasteel bezocht, waarin verscheidene mysterieuze blauwe bronnen brobbelen.
Het water heeft zo'n prachtige kleur, dat varieert van turquoise tot indigo, al naar gelang het weer en het seizoen. De fonteinen, die niet spuiten, maar brobbelen, komen uit een ondergrondse rivier, waarvan men vermoedt dat hij vanuit het Massief Centrale komt. De diepte varieert van 11 tot 18 meter en de watertemperatuur is altijd 13 graden, zomer en winter.
De vreemde kleur blauw wordt veroorzaakt door een microscopische alg, die zich alleen hier, op dit plekje op de aardbol, kan ontwikkelen( volgens de kasteelheer). De bronnen vormen samen een beek, die na heel wat gekronkel, uitloopt in de Gironde. Het is, denk ik, hetzelfde water als waar we een paar dagen geleden waterfietsten. Het is er tenminste vlakbij, 12 km. van ons huis. Hadden wij maar zo'n beekje, dan deden de tomaten het wat beter.
Een bewijs dat ik er was.
En over wilde watervallen gelopen heb.
Tot slot een 400 jaar oude plataan. Althans de stam ervan.
Het water heeft zo'n prachtige kleur, dat varieert van turquoise tot indigo, al naar gelang het weer en het seizoen. De fonteinen, die niet spuiten, maar brobbelen, komen uit een ondergrondse rivier, waarvan men vermoedt dat hij vanuit het Massief Centrale komt. De diepte varieert van 11 tot 18 meter en de watertemperatuur is altijd 13 graden, zomer en winter.
De vreemde kleur blauw wordt veroorzaakt door een microscopische alg, die zich alleen hier, op dit plekje op de aardbol, kan ontwikkelen( volgens de kasteelheer). De bronnen vormen samen een beek, die na heel wat gekronkel, uitloopt in de Gironde. Het is, denk ik, hetzelfde water als waar we een paar dagen geleden waterfietsten. Het is er tenminste vlakbij, 12 km. van ons huis. Hadden wij maar zo'n beekje, dan deden de tomaten het wat beter.
Een bewijs dat ik er was.
En over wilde watervallen gelopen heb.
Tot slot een 400 jaar oude plataan. Althans de stam ervan.
maandag 25 juli 2011
De grotten van Regulus
Afgelopen week heb ik met kind en kleinkind, de grotten van Regulus bezocht. Deze grotten, die op natuurlijke wijze zijn ontstaan in de kalkrotsen aan de Girondemonding en later nog een beetje zijn uitgekrabd door zijn bewoners die vonden dat ze te kleinbehuisd waren, werden eerst, in de 16de eeuw, door protestanten gebruikt om zich te beschermen tegen vierendelers en radbrakers en later, tot in de vorige eeuw, door druivenplukkers die wegens verwoesting van de druiven door de phylloxeraparasiet, waren ontslagen. Wat aardig van de gemeente om die arme werkloze druivenplukkers, die de huur van hun schamele huisje niet meer konden betalen, in de grotten te laten wonen. Waren ze tenminste van de straat af en uit het zicht.
Hoewel het er erg getocht moet hebben, hadden ze wel een mooi uitzicht. Nu in beslag genomen door Vanessa en Chiara.
De laatste bewoonster was Marie la Guicharde die leefde van de verkoop van ansichtkaarten, haar inkomsten aanvullend met konijnenteelt. Of andersom. Ze heeft er 25 jaar gewoond.
De kakstoel. Mijn oma in het bejaardenhuis had er ook zo een. Lekker makkelijk, gooi je 's morgens zo over de rotsen.
De slaapkamer
Hier deed ze haar was.
Dit was haar keukentje en tevens haar enige warmtebron.
Haar konijntjes.
Haar badkamer. Zo wasten wij ons vroeger ook, helemaal geen verschil.
Bij haar buurman haalde zij een visje, ruilen tegen een konijn.
Al met al lijkt het me wel wat. Alleen die tocht zou ik iets tegen willen doen. Wellicht een spuitbus met pur in de naden.
En een raampje graag. Dan zal ik niet meer klagen en wensloos gelukkig mijn dagen slijten op de rots.
Hoewel het er erg getocht moet hebben, hadden ze wel een mooi uitzicht. Nu in beslag genomen door Vanessa en Chiara.
De laatste bewoonster was Marie la Guicharde die leefde van de verkoop van ansichtkaarten, haar inkomsten aanvullend met konijnenteelt. Of andersom. Ze heeft er 25 jaar gewoond.
De kakstoel. Mijn oma in het bejaardenhuis had er ook zo een. Lekker makkelijk, gooi je 's morgens zo over de rotsen.
De slaapkamer
Hier deed ze haar was.
Dit was haar keukentje en tevens haar enige warmtebron.
Haar konijntjes.
Haar badkamer. Zo wasten wij ons vroeger ook, helemaal geen verschil.
Bij haar buurman haalde zij een visje, ruilen tegen een konijn.
Al met al lijkt het me wel wat. Alleen die tocht zou ik iets tegen willen doen. Wellicht een spuitbus met pur in de naden.
En een raampje graag. Dan zal ik niet meer klagen en wensloos gelukkig mijn dagen slijten op de rots.
vrijdag 15 juli 2011
Tentjes
Kort berichtje, want ik ben aan het labbere end( labours end?) zoals mijn tante uit Rotterdam altijd zei. Heel moe dus. Komt vast van die 2 uur waterfietsen van gister. Ik wil alleen een melden dat de tentjes voor de logé's er staan. Kunnen ze even uitwapperen, want ze ruiken nogal muf na zoveel jaar niet te zijn gebruikt. Het is een vrolijk gezicht.
donderdag 14 juli 2011
Waterfietsen chez le Moulin du Sap
Omdat we vorige week een echtpaar van rond de 80 in ons vakantiehuisje hadden dat er iedere dag op uit trok, meestal op de fiets, en dat dan terugkwam vol enthousiaste verhalen over schone en interressante dingen die zij gezien hadden in de omgeving, dingen waar wij niets van wisten, begon het schaamrood ons toch wel naar de kaken te stijgen. Wij namen ons dan ook voor, onze omgeving eens grondig uit te kammen, ter land, ter boot en op de fiets.
Vandaag gelijk al prijs: Moulin du Sap, een achteraf gehuchtje met een watermolen, een terras dat ons aan Oud Valkeveen deed denken, maar dan zonder speeltuin, maar met bootjes en stroompjes en pannekoeken. Le Paradis..
We hebben 2 uur gewaterfietst, wat nog niet mee viel, want zoals opa Heijnen altijd zei als mijn vriendinnetje en wij weer eens een onzinnige wandeltocht gingen ondernemen: "Heen ga je, maar terug moet je". Aanvankelijk liep alles op rolletjes, wij voeren alle stuntels voorbij die niet, zoals wij, in een waterplas geboren waren en dus het manouvreren bij de geboorte hadden meegekregen. Wij fietsten vrolijk en onbekommerd door de waterplanten, maar dat duurde niet lang, want op Marimon's lange benen was het vaartuig niet berekend, het was alsof hij op een doortrappertje reed en dat valt niet mee na verloop van tijd. Ook werd hij aangevallen door denkbeeldige muggen, ik heb er tenminste niet één gezien, maar het schijnt dat ze hem wel zien en dus zat ik al gauw aan het roer met een wild om zich heen slaande Marimon, ondertussen in al zijn zakken gruttend naar Muggenmelk. We zijn niet helemaal tot het eind van de beek gevaren, want er leek geen eind aan te komen en misschien was er ook geen einde, ja in de Gironde, maar dan zit je voor je het weet op de oceaan met je waterfiets en het begin was waarschijnlijk op het Massif Central. Maar we hebben wel iedereen er uit gefietst en kwamen op de duur slechts een enkele eenzame visser tegen, die ook niet wist of er ooit een einde aan kwam. Toen zijn we maar omgekeerd, maar wel veel te laat, morgen kunnen we slechts nog kruipen.
We hebben 2 uur gewaterfietst, wat nog niet mee viel, want zoals opa Heijnen altijd zei als mijn vriendinnetje en wij weer eens een onzinnige wandeltocht gingen ondernemen: "Heen ga je, maar terug moet je". Aanvankelijk liep alles op rolletjes, wij voeren alle stuntels voorbij die niet, zoals wij, in een waterplas geboren waren en dus het manouvreren bij de geboorte hadden meegekregen. Wij fietsten vrolijk en onbekommerd door de waterplanten, maar dat duurde niet lang, want op Marimon's lange benen was het vaartuig niet berekend, het was alsof hij op een doortrappertje reed en dat valt niet mee na verloop van tijd. Ook werd hij aangevallen door denkbeeldige muggen, ik heb er tenminste niet één gezien, maar het schijnt dat ze hem wel zien en dus zat ik al gauw aan het roer met een wild om zich heen slaande Marimon, ondertussen in al zijn zakken gruttend naar Muggenmelk. We zijn niet helemaal tot het eind van de beek gevaren, want er leek geen eind aan te komen en misschien was er ook geen einde, ja in de Gironde, maar dan zit je voor je het weet op de oceaan met je waterfiets en het begin was waarschijnlijk op het Massif Central. Maar we hebben wel iedereen er uit gefietst en kwamen op de duur slechts een enkele eenzame visser tegen, die ook niet wist of er ooit een einde aan kwam. Toen zijn we maar omgekeerd, maar wel veel te laat, morgen kunnen we slechts nog kruipen.
woensdag 13 juli 2011
Here Jezus die in de hemelen zijt.
Zoals wij allen kunnen zien is dit een beeltenis van Onze Lieve Here Jezus die in de hemelen zijt. Hij waakt sinds enkele jaren over mijn boudoir. Eerst stond hij bij mijn zoon in het kippenhok, maar dat vond ik toch geen plaats voor Hem, temeer omdat hij daar blootstond aan elementen, die in België niet altijd zachtzinnig zijn en gezien het materiaal waaruit hij is ontstaan, nogal bevattelijk is voor vocht, aldaar het hele jaar door, rijkelijk aanwezig.
Wij hebben een band, Jezus en ik, die ontstaan is in mijn vroege jeugd, toen ik met mijn broertje naar de zondagschool werd gestuurd, omdat mijn moeder vond dat, aangezien in onze opvoeding elke vorm van godsdienst ontbrak, wij er toch wel kennis van mochten nemen. Net als sexuele voorlichting, waartoe wij naar een voorlichtende film werden gestuurd, om wijsheden te vernemen die we allang wisten. Dit was echter niet het geval op de zondagschool, waar ons via het flanelbord talloze
raadselachtigheden uit de doeken werd gedaan. Ik weet niet of de bijbelse mystiek invloed op mijn broertje heeft gehad, maar in mijn
gevoelige zieltje gleed het naar binnen als warme bijenwas. Gelukkig maar, want ik heb tot een bepaalde leeftijd waarop je, niet altijd je verstand krijgt, maar wel cynisch wordt, zeer vast geloofd in iets of iemand die ik voor het gemak Onze Lieve Here Jezus noemde, en die waarschijnlijk niet in de hemelen woonde, want dat leek me niks, maar in mijn hartje, en waar ik toch wel veel baat en ook praktisch nut bij had. Zoals mij behoeden voor een beurt met hoofdrekenen voor het bord, waar ik door zenuwen en onkunde geplaagd, doorgaans stond te stuntelen en te haspelen. Dat vonden de andere kindertjes natuurlijk wel leuk, want het is altijd leuk iemand in verlegenheid te zien, vooral iemand die doorgaans de grootste bek had en de beste cijfers. Ik ben nog steeds niet goed in hoofdrekenen, daarom werk ik ook niet bij de kassa van de Super-U., want er is geen Lieve Here Jezus meer die de rekensommetjes voor me doet. Wel jammer eigenlijk. Hij staat daar nu, zonder handen en wat gebutst, niet meer de energieke, gebruinde jongeman vol idealen, die op juchtleren sandalen door de woestijn liep op zoek naar eventuele discipelen. Maar ik heb hem afgestoft en een mutsje voor hem gebreid in de kleuren van zijn tabberd. Uit dankbaarheid voor zijn steun in mijn jeugd.
zondag 10 juli 2011
bijoux brigitte
Dinsdag was een uitstekend dagje, want Jeanne en ik hadden besloten met de trein naar Bijoux Brigitte in Bordeaux te gaan.
De trein ging van Jonzac, dat 20 minuten gaans is per automobiel, rechtstreeks naar Bordeaux. De rit duurt een uur. Geen files, geen vrachtauto's. Le grand luxe.
Eerst natuurlijk een terrasje tegen de grote dorst die de reiziger ver van huis pleegt te overvallen. En verhalen natuurlijk. Onze kleppen zijn niet dicht gegaan vanaf het moment dat we in Jonzac in de trein stapten. En we hebben nog niet alles gezegd.
Mensen en mode, dat was ons hoofddoel.
Wat mij bijzonder opviel in B., was het toegenomen aantal bedelaars. Hier een ouderwetse authentieke, die blijven gelijk in aantal. Maar de hoeveelheid normale, vaak jonge mensen dat zit te bedelen is echt verontrustend. Is dat nu de crisis waar ik persoonlijk en ook de mensen in mijn directe omgeving niets van merken?
Ik heb dit keer geen enkele aalmoes heb uitgedeeld, het waren er te veel. Wij kochten er echter geen sjaaltje minder om.
Woensdag, terwijl ik zat te broeden op een sfeerverhaal over de bevalling van mijn kind, die 34 jaar geleden op deze dag inzette, werd mijn broer geopereerd aan zijn darmen. Een banale ingreep, die iedere dag wordt uitgevoerd in elk ziekenhuis. Dit keer liep het verkeerd, hij kwam met zeer veel pijn en koorts uit de narcose en werd terstond weer opengemaakt. De darm bleek geperforeerd, een levensgevaarlijke toestand. Volgende dag paniek, want in shocktoestand. Rien ne va plus. Hij ligt nu nog steeds in het UZ te Gent, verbonden aan allerlei machines die hem in leven houden. Het goede nieuws is, dat de koorts gezakt is en de vitale organen weer een beetje werken. Op halve kracht, maar toch.
In eens heb ik geen hekel meer aan machines.
De trein ging van Jonzac, dat 20 minuten gaans is per automobiel, rechtstreeks naar Bordeaux. De rit duurt een uur. Geen files, geen vrachtauto's. Le grand luxe.
Eerst natuurlijk een terrasje tegen de grote dorst die de reiziger ver van huis pleegt te overvallen. En verhalen natuurlijk. Onze kleppen zijn niet dicht gegaan vanaf het moment dat we in Jonzac in de trein stapten. En we hebben nog niet alles gezegd.
Mensen en mode, dat was ons hoofddoel.
Wat mij bijzonder opviel in B., was het toegenomen aantal bedelaars. Hier een ouderwetse authentieke, die blijven gelijk in aantal. Maar de hoeveelheid normale, vaak jonge mensen dat zit te bedelen is echt verontrustend. Is dat nu de crisis waar ik persoonlijk en ook de mensen in mijn directe omgeving niets van merken?
Ik heb dit keer geen enkele aalmoes heb uitgedeeld, het waren er te veel. Wij kochten er echter geen sjaaltje minder om.
Woensdag, terwijl ik zat te broeden op een sfeerverhaal over de bevalling van mijn kind, die 34 jaar geleden op deze dag inzette, werd mijn broer geopereerd aan zijn darmen. Een banale ingreep, die iedere dag wordt uitgevoerd in elk ziekenhuis. Dit keer liep het verkeerd, hij kwam met zeer veel pijn en koorts uit de narcose en werd terstond weer opengemaakt. De darm bleek geperforeerd, een levensgevaarlijke toestand. Volgende dag paniek, want in shocktoestand. Rien ne va plus. Hij ligt nu nog steeds in het UZ te Gent, verbonden aan allerlei machines die hem in leven houden. Het goede nieuws is, dat de koorts gezakt is en de vitale organen weer een beetje werken. Op halve kracht, maar toch.
In eens heb ik geen hekel meer aan machines.
maandag 4 juli 2011
Rochefort, ook leuk
Zaterdag waren we naar Rochefort met het zeemanskoor, nooit eerder geweest, denk ik. Zeker weten doe ik dat nooit, met het geheugen dat ik heb. En after all, al die stadjes lijken op elkaar. We zijn niet echt in het centrum geweest, slechts er doorheen gereden, maar het lijkt ons wel wat voor als we oud zijn en te krammenakkig om een tuin te onderhouden. Dan moet je in een stadje zitten vinden we, met de bakker en de apotheek om de hoek, op rollatorafstand. En een bankje voor de deur, met een bloembak en een gieter ernaast, die gevuld wordt door diegene van ons die nog goed ter been is en die dan ook gelijk de limonade meeneemt. En de spritsen.
Voordelen van Rochefort: Het is niet te groot en ook weer niet te klein. Het is een havenplaats, met vooral pleziervaart en scheepswerven. Het ligt aan een prachtige brede rivier, de Charente. Niet te ver van het strand en aan het marais, alwaar geheimzinnige vaargeulen en eilandjes met wrakkige houten bouwsels bewoond of bezocht door schimmige oesterkwekers.
Het zeemanskoor was uitgenodigd als muzikaal behang van een soort antieke botenshow, begeleid door als oude schippers vermomde mannen, die iets antieks zaten te doen, zoals touw maken en zeemansknopen leggen en zeilen insmeren met een kokend prutje van lijnolie met natuurlijke kleurstoffen, ik ben vergeten waarvan ze die brouwden. Eigenlijk interresseert mij dat botengedoe niet zo, ik geniet meer van de gezelligheid en al die malle mensen om te bekijken.
En die waren er genoeg, zoals we later zagen toen het tijd werd om onze etensbonnen te gaan inruilen tegen een portie welverdiende moules frites, af te halen op het feestterrein achter een muur. De rij wachtendendie wij daar aantroffen in de brandende zon, was wel een paar honderd meter lang en die mensen hadden nog wel voor hun bonnen betaald! Wij hadden ze tenminste nog gratis bij elkaar te gezongen, Marimon dan tenminste en ik in de functie van groupy.
Wij hielden het heel gauw voor gezien en zijn rommeldebom met stille trom gedeserteerd van het strijdtoneel en zijn incognito in een visresto ondergedoken, betaald dit keer, maar wel snelle bediening.
vrijdag 1 juli 2011
Alweer vrijdag?
Nu is het alweer vrijdag, hoe kan dat nou? Net was het nog maandag en golfde de hitte. Des avonds begon het te rommelen en te flitsen. Ben daarom maar niet naar de theaterrep. gegaan, want Marimon was al weg naar zijn koorrep. en dus moest ik bijgevolg, voor de hoeder van het huis spelen. Die taak heb ik nu eens heel serieus opgevat. Ik begon met alle zichtbare stekkers er uit te trekken. Ik hoorde in gedachten Marimon zeggen: eerst maar eens de telefoon in de kelder eruit rukken. Dat heb ik gedaan, hoewel daar al complicaties ontstonden, want er stonden meerdere telefoons met nog veel meer stekkers en draden, die zo op het oog overal en nergens naar toeliepen. In Clamensac had ik nog wel enig overzicht wat onze elektriek en multimedia betreft, maar sinds we hier wonen is Marimon's hobby duidelijk uit de hand gelopen. Boven was de situatie nog veel erger. Knooppunten waren: achter het door Marimon himself geknutselde TVRadio CDDVDVIDEOTaperecorderDigitaalanaloogomzetterScartschakelaarSatellietscanner kastje, en in zijn computerkast die, als je de deurtjes opendoet, begint te knipperen en te ritselen en te piepen, kortom,waar voor een eenvoudig dorpsmeisje een niet meer te beheersen situatie ontstaat. Gelukkig viel het hele electriciteitcircuit uit, zodat ik mij rustig in mijn luie stoel kon wijden aan het prachtige geluid-en lichtspel dat de natuur mij bood. Tegen twaalven kwam Marimon thuis. Waarom zit je in het donker? De elektriek is uitgevallen, zei ik verheugd. Op het rode knopje drukken in de kelder, dan heb je gelijk weer stroom. En alle stekkers hoef je er ook niet uit te trekken, er is een stekker in de kelder met adsl er op, die trek je er uit, meer niet.
Met Marimon is het leven wel eenvoudiger, maar het maakt het minder spannend. Het is leuker als een mens niet alles weet...
Na de bui was het afgekoeld en konden we weer eens wat doen. Ik heb mij maar weer eens in de chickies verdiept en in hun leefomgeving. Zo heb ik hun hok brandschoon gemaakt en ontdaan van nieuw opkomende weigeliaslierten. Die zaten meer op mijn gezichtshoogte, dus hadden zij er niet zoveel last van, maar het baasje des te meer. Het belendend huisje, hierboven afgebeeld, hadden zij ook in beslag genomen, tenminste de ene helft, met gevolg dat zij ook dat volpoepten. Hier heb ik ingegrepen, want ik zit niet om extra werk verlegen. Helaas kon ik het nog niet schoonmaken, want nu huisde er weer een wespenfamilie. Hoe krijg ik dat nest nu weer weg zonder letsel. Ik heb de deur maar dichtgedaan, dan kunnen de kippen er in ieder geval niet meer in en de stront droogt vanzelf op( weet ik uit ervaring omdat onze vader, die niet in de hemelen zij, het hok nooit schoonmaakte, maar dat loste zich vanzelf op, pardon, droogde op. De onderkant van de deur is van hout, maar de bovenkant is met gaas bespannen, dus zouden de wespjes er zo door kunnen. Maar dat snappen ze niet en ze blijven er dralend voorhangen. Voor mij kat in 't bakkie natuurlijk, maar ik had ze toch slimmer gedacht. Soit.
Naast het huisje, waar de jungle woekerde en ons stookhout voor de komende winter lag te rotten, heb ik het een ietwat leeg geknipt. Nu ligt er alleen nog een warrige berg hout, onze bomen zaliger, maar die laat ik lekker liggen tot we het koud krijgen.
Herman Brood's moeder zei altijd: we gaan pas zuinig doen als het op is. Wij zeggen: we gaan pas zagen als we het koud krijgen.
Het huisje met de houtstapel.
Ondertussen waren 2 van de chickies hem zoek. Ik ben niet snel ongerust, maar nu dacht ik toch heus dat ze hoog in de lucht in de klauwen van een roofvogel zweefden, aangezien Pierrette, die de leidster is, binnen de omheining zenuwachtig liep te tokkeren en ze altijd met hun drietjes bij elkaar blijven. Bovendien meende ik zeker te weten dat de box vluchtdicht was.
Niet dus. De meiden liepen gezellig samen in het bos en hadden de grootste lol. Op de foto hierboven drijf ik ze weer binnen de omheining.

De hereniging. Gaan we eerst eens met ons gat in die vieze drab zitten wat vroeger de drinkbak van een manke eend was.
Met Marimon is het leven wel eenvoudiger, maar het maakt het minder spannend. Het is leuker als een mens niet alles weet...
Naast het huisje, waar de jungle woekerde en ons stookhout voor de komende winter lag te rotten, heb ik het een ietwat leeg geknipt. Nu ligt er alleen nog een warrige berg hout, onze bomen zaliger, maar die laat ik lekker liggen tot we het koud krijgen.
Herman Brood's moeder zei altijd: we gaan pas zuinig doen als het op is. Wij zeggen: we gaan pas zagen als we het koud krijgen.
Het huisje met de houtstapel.
Ondertussen waren 2 van de chickies hem zoek. Ik ben niet snel ongerust, maar nu dacht ik toch heus dat ze hoog in de lucht in de klauwen van een roofvogel zweefden, aangezien Pierrette, die de leidster is, binnen de omheining zenuwachtig liep te tokkeren en ze altijd met hun drietjes bij elkaar blijven. Bovendien meende ik zeker te weten dat de box vluchtdicht was.
Niet dus. De meiden liepen gezellig samen in het bos en hadden de grootste lol. Op de foto hierboven drijf ik ze weer binnen de omheining.
De hereniging. Gaan we eerst eens met ons gat in die vieze drab zitten wat vroeger de drinkbak van een manke eend was.
Abonneren op:
Posts (Atom)