zondag 31 juli 2011

Jagtlust

Mijn omgevingsverkenningsplannen zijn bruut de grond ingeboord door een rhume, die mij suf en lamlendig heeft achtergelaten. Donderdag kreeg ik de eerste signalen zoals o.a., een loopneus, nu is het zondag en ben ik opgeschoten naar benauwde hoesterigheid, chagrijnigheid en weer een loopneus. Dat is jammer, want juist toevallig vandaag zijn er in Vitrezay, aan de Gironde, op steenworp afstand, allerlei feestelijkheden gaande, die mij wel niet zullen bekoren in de staat waarin ik verkeer. Maar je weet niet, ik ga er toch op af, hoewel ik wel op mijn vingers kan natellen dat we weer overgooid  worden met middeleeuwse ambachten en klederdrachten, wijn en andere streeklekkernijenverkopers, melige clowns en luchtballonnenhandelaars. Maar ga ik niet, dan houd ik er het knagende gevoel aan over dat ik wat gemist heb. Overigens heb ik deze 3 dagen huisarrest helemaal niet als storend ervaren en zelfs heb ik voor mijn doen en de arbeidremmende omstandigheden in aanmerking nemend, tamelijk veel werkzaamheden verricht. En verder veel mooie boeken en tijdschriften gelezen, zoals Jagtlust van onze bekende en geliefde levensloopschrijfster Annejet van der Z. Jagtlust was haar eersteling en dat merk je ook. De drie volgende, Anna, Sonny Boy en Bernhard vond ik veel beter geschreven. Het gegeven is interessant: een oud buiten en zijn bewoners en bezoekers tussen 1954 en 1971. En wat voor bewoners. Alle bekende schrijvers, dichters, kunstenaars uit de jaren 50 en 60 zijn wel een keer in dit huis geweest. En hebben meegewerkt er een zootje van te maken, zowel van het huis als van hun leven. Gelukkig heeft een groot deel van hen zich op tijd teruggetrokken uit deze wereld van altijd feest. Aan hen hebben we nog wat aardig lees en kijkvoer over gehouden. Niet al ons talent deed mee met de grote orgie, Harry Müllisch is één keer geweest en daarna nooit weer. Dat pleit voor hem. Hoewel hij wel altijd met een open sportwagen rond het Leidseplein toerde en op het terras van Américain de bink uithing.


Dat weet ik omdat ik daar zelf ook aanwezig was en hem iedere dag wel een keertje spotte.



Dit is niet het Leidseplein, maar de Dam. Met m'n postlopersjasje, zoals mijn vader het jasje noemde, om zijn koperen knopen en uniform snit, vermoed ik.. Omstreeks dezelfde tijd, 1964, werkte ik bij Drenth sigaren, sigaretten, souvenirs, in de Leidsestraat, hoek Leidseplein. De kettingpijproker H.M., was een vaste klant. Vanuit mijn onschuldige winkeltje, beschouwde ik als 16-jarige hoe de saaie, brave na-oorlogse wereld, vergast werd op kabouters, provo's, langharigen, anti-rookmagiërs, LSD experimenterenden, en iets later hippies, 5 dollars a day toeristen, hara krishna slangen met tamboerijnen en kaalgeschoren hoofden. Ik stond erbij en ik keek er naar. Ik vond het allemaal hoogst amusant, maar vond ze wel van heel kinderachtig tot knettergek en voelde niet de minste behoefte om er aan mee te doen. Natuurlijk kreeg de tijdgeest later toch wel enige vat op me, maar zoals het er op Jaglust toeging, wekt bij mij slechts verbazing en ook afkeer. Een keer een feestje, een wild feest zelfs, dat de volgende dag bij het gezamelijk opruimen nog een staartje krijgt, dat dan weer duurt tot de volgende morgen, desnoods nog een dagje eraan vastplakken, alla. Maar een roes van weken, maanden, zelfs jaren, neen.
Ben ik een calvinist in het hart? Een Groninger calvinist zelfs? Zou goed kunnen. Zou ook kunnen dat ik mijn leven zoals het is mooi genoeg vind zonder het door kunstgrepen nog mooier te willen maken. Je krijgt er toch eens de rekening voor gepresenteerd, want achter iedere berg is overmijdelijk ook een dal. Klinkt hèèl calvinistisch. Maar als de calvinisten nu eens gelijk hebben?





Met schoonzus, verloofde afwezig want soldaat in Nieuw-Guinea, mijn andere broer en toekomstig zwagertje( maar dat weten ze nog niet). Ikke links, met drumstok. Bij ons thuis op de bank, waarschijnlijk hadden we net T.V. 
1962. Wat wisten wij van Jagtlust?














Geen opmerkingen:

Een reactie posten