Zoals wij allen kunnen zien is dit een beeltenis van Onze Lieve Here Jezus die in de hemelen zijt. Hij waakt sinds enkele jaren over mijn boudoir. Eerst stond hij bij mijn zoon in het kippenhok, maar dat vond ik toch geen plaats voor Hem, temeer omdat hij daar blootstond aan elementen, die in België niet altijd zachtzinnig zijn en gezien het materiaal waaruit hij is ontstaan, nogal bevattelijk is voor vocht, aldaar het hele jaar door, rijkelijk aanwezig.
Wij hebben een band, Jezus en ik, die ontstaan is in mijn vroege jeugd, toen ik met mijn broertje naar de zondagschool werd gestuurd, omdat mijn moeder vond dat, aangezien in onze opvoeding elke vorm van godsdienst ontbrak, wij er toch wel kennis van mochten nemen. Net als sexuele voorlichting, waartoe wij naar een voorlichtende film werden gestuurd, om wijsheden te vernemen die we allang wisten. Dit was echter niet het geval op de zondagschool, waar ons via het flanelbord talloze
raadselachtigheden uit de doeken werd gedaan. Ik weet niet of de bijbelse mystiek invloed op mijn broertje heeft gehad, maar in mijn
gevoelige zieltje gleed het naar binnen als warme bijenwas. Gelukkig maar, want ik heb tot een bepaalde leeftijd waarop je, niet altijd je verstand krijgt, maar wel cynisch wordt, zeer vast geloofd in iets of iemand die ik voor het gemak Onze Lieve Here Jezus noemde, en die waarschijnlijk niet in de hemelen woonde, want dat leek me niks, maar in mijn hartje, en waar ik toch wel veel baat en ook praktisch nut bij had. Zoals mij behoeden voor een beurt met hoofdrekenen voor het bord, waar ik door zenuwen en onkunde geplaagd, doorgaans stond te stuntelen en te haspelen. Dat vonden de andere kindertjes natuurlijk wel leuk, want het is altijd leuk iemand in verlegenheid te zien, vooral iemand die doorgaans de grootste bek had en de beste cijfers. Ik ben nog steeds niet goed in hoofdrekenen, daarom werk ik ook niet bij de kassa van de Super-U., want er is geen Lieve Here Jezus meer die de rekensommetjes voor me doet. Wel jammer eigenlijk. Hij staat daar nu, zonder handen en wat gebutst, niet meer de energieke, gebruinde jongeman vol idealen, die op juchtleren sandalen door de woestijn liep op zoek naar eventuele discipelen. Maar ik heb hem afgestoft en een mutsje voor hem gebreid in de kleuren van zijn tabberd. Uit dankbaarheid voor zijn steun in mijn jeugd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten