De oudere jongerenstaat beviel goed, ik zou het graag zo houden.
Ineens besef ik dat mijn moeder dat ook altijd zei. Het is goed zoals het nu is, jammer dat het zo niet kan blijven. Dat zei ze nog toen ze 98 was, dus er is nog hoop.
Er is zelfs goede hoop. Er zal niet zo veel meer veranderen, zolang er zich geen calamiteiten voordoen tenminste. Het veranderen gaat namelijk steeds langzamer. Een baby verandert heel snel. Een kind ook, maar iets minder. Tot je 25ste verandert er continu heel veel, dan gaat het tot je 40ste steeds trager, maar je bent nog steeds in beweging. Na de 40 ben je een ander, je bent volwassen.
De basisingrediënten zitten er nog steeds in natuurlijk, in feite ben je je hele leven datzelfde kind, maar toch. Je bent oudere jongere geworden. Er zijn minder feesten, minder vrijers, minder ruzies, minder dromen. Als het meezit, meer rust, meer vrijheid, meer slappe was. Je zou het ongeveer op een rijtje moeten hebben in je hoofd, hart en ziel. Maar helemaal klaar en netjes afgewerkt ben je nog niet. Daarom heb je nog tot je 65ste de tijd om de puntjes op de i te zetten. En daarna? Dan heb je werk om alles te houden zoals het is, dus voortdurend gymen, rennen, talen leren, kranten lezen, stukjes schrijven. Trainen, die benen en die hersens, niet om vooruit te gaan, maar om niet achteruit te gaan.
Ga ik al achteruit? Jazeker. Als ik mij niet tot de les roep, is het een grijze mist in mijn hoofd, zo iets als de lucht in de maand januari. Lichamelijk voel ik mij wel gezond, maar nogal wiebelig.
Was ik dat niet altijd al? Met 45 bood een jong meisje mij in de tram haar plaats aan. Toen zij later naast mij kwam zitten, vroeg ik haar waarom ze mij eigenlijk haar plaats gegeven had. U stond zo te wankelen, antwoordde zij. Zo zie je maar. En nog veel eerder in café den Engel, als er een blowtje langs kwam, werd ik altijd overgeslagen. Jij bent als kind in de toverdrank gevallen zei men dan. Met andere woorden, ik was al vaag genoeg van mijzelf.
Op naar de 85!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten