maandag 24 juli 2017

Vluchten waar naar toe...

Ik ging flink tekeer met mijn maxi wildschaar in de overwoekerde heg, toen er plotsklaps iets bruins uit de klimop sprong. Het was een vette pad met dunne pootjes. Gauw mijn fototoestel. Wat overbelicht, want op eens was daar de zon.

Het arme beest, zo cru uit zijn schuilplaats verdreven, wist even niet meer waar hij was. Wat is boven, wat is onder. Ondersteboven, binnenstebuiten, achterstevoren. En warm, stekend warm. Redt mij iemand uit deze hel?! Ik heb hem opgepakt en in de schaduw van een nog onontgonnen bosje gezet. Tot ook deze gerooid zal worden.
Vluchten kan niet meer...

Ik las in de Ouest-France een akelig verhaal over een busje met 8 Roemenen, dat aangehouden werd voor de douane bij Ouistreham, vlak voor de oversteek naar Engeland.
Er kwamen geluiden onder uit het busje, gehuil en geklop.
De gendarmes troffen onder een luik in de vloer, een ruimte van nog geen meter lang, 1 m. 40 breed en 85 cm. hoog, 7 Afghanen, waaronder een kind van 4. Goed dat ze gevonden werden zo vlak voor hun einddoel, want ze zouden het niet gehaald hebben. 
Totaal uitgedroogd, in grote ademnood, werden ze vervoerd naar het C.H.U. van Caen. Zouden ze enig idee gehad hebben van wat hen te wachten stond toen ze daar hoopvol opgekreukeld in die benauwde ruimte plaatsnamen?. En de bovenzitters, die beweerden niet te weten wat zich onder de vloer bevond, zij moeten het geroep en geklop toch gehoord hebben. Het gehuil van het kind dan toch.

Ik was 4 jaar toen ik in een donkere veewagen zat opgesloten met mijn moeder en 20 welpjes. Wij waren op weg naar Maarn, waar wij een week met de padvinderij gingen kamperen in en rond een boerderij. Heerlijk natuurlijk. Mijn moeder had de hele week met de flanelsteek dekens aan elkaar zitten naaien om als slaapzak te kunnen dienen. De veewagen, met van die luikjes die enig licht doorlieten, was een goedkope, doch verboden oplossing. Bij de pont en andere stopplaatsen, moesten wij daarom allemaal stil zijn en hield ik even op met huilen. Want ik vond het verschrikkelijk in die schuddende bak van die donkere veewagen. Wat was ik bang.
Wel had ik de keus om voorin te zitten, maar dan moest ik op de harige blote knieĆ«n van de akela. Deze was geen vreemde voor me, ik kende hem zelfs goed, maar dan met lange broek. 
Ik wist niet wat ik erger vond. 


Wat moet dat kind onderin dat busje een angst hebben uitgestaan. En dan besefte zij nog niet eens dat zij zou gaan sterven. En wat moeten die mensen een erbarmelijk bestaan zijn ontvlucht om zulke risico's te nemen en je dan nog in een onzekere toekomst te storten.
Zij hebben geen idee wat voor nieuwe ellende ze in Engeland te wachten staat, want dat land schijnt de hel voor migranten te zijn.
Waarom vertelt niemand ze dat, voor ze vertrekken?
En waarom wordt er geen helse jacht gemaakt op de passeurs, die niets en niemand ontzienende geldwolven en moordenaars. 
De guillotine is nog te goed voor ze.

Wij hebben de veewagen overleefd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten