vrijdag 24 december 2021

De feestdagen voor de deur.

 Einde van de dag, het is al bijna donker en het motregent. Heiligenavond, we zouden niet overdrijven met het eten en drinken, maar we hebben toch weer veel te veel ingeslagen. Marimon, meestal nogal sober, ging op het laatste moment uit zijn bol en bestelde zelfs een traditionele kerstbûche bij de bakker. Een vette kledder waarmee wij de rest van het jaar de Fransen mee voor de gek plegen te houden. Die Fransen met hun tradities... Maar het is blijkbaar besmettelijk.

Overmorgen zitten we, net als iedereen, met een berg restjes en verzuchten we, zoals ieder jaar: hadden we maar een zwerver...

We zouden echt graag een zwerver hebben, eentje die slaapt in een soort hondenhok voor de deur en aan wie je de kliekjes kunt geven. We zouden hem (of haar, maar ik denk dat een haar lastiger is), goed verzorgen. Voldoende dekens, een tochtvrij hok, schone was en eens in de week in bad. 

Raymond had echt een zwerver geadopteerd. Jaren geleden al, wij woonden nog op Pied Sec plage. DéDé was semi dakloos, hij woonde in een aftanse caravan, die niet warm te stoken viel. Raymond had hem opgesleept en op zijn erf gezet, dan kon hij binnen slapen als het heel koud was en af en toe mee-eten. Dat af en toe werd steeds vaker en op de duur woonde hij er permanent in huis. Ik weet niet of Paulette, Raymond's compagne, dat nu zo leuk vond, want DéDé dronk nogal en werd dan stront vervelend. En Raymond dronk gezellig mee.

Hoe wij daar zo tussen verzeild raakten is een nogal ingewikkeld verhaal. Na de Corrèze kochten wij een huisje met uitzicht op de Gironde. Wij kochten dat van Claude. Claude kocht het huis van Raymond en Paulette 150 km noordelijker in Surgères en Raymond ging  verhuizen naar zijn ouderlijk huis te Soubran, (dat hij geërfd had van zijn moeder) op 10 km. afstand van Pied Sec. Maar het had nogal wat voeten in de aarde voordat iedereen daadwerkelijk in zijn gekochte huis zat. Claude verhuisde wel naar Surgères, maar Paulette wilde niet naar Soubran voordat Raymond het erf had opgeruimd en dat erf was werkelijk met geen pen te beschrijven, zo'n rotzooi. Het leek wel een sloperij. Dan had hij ook nog een hele kietelkooi aan slechtverzorgde beesten. Van ezels tot varkens, ganzen, kippen, honden, noem het maar op. Doordat alle hokken bezet waren kon Claude zijn vogels, kippen, eenden en ander klein grut niet daar heen vervoeren. Het werd onze taak om voor vogelopvang te spelen.

De ménage à trois in Surgères liep trouwens zeer harmonieus, Paulette was blij met de zachtaardige Claude die de vloekende, scheldende en drinkende Raymond een beetje temperde. En zij kon moederen over de magere, zich slecht verzorgende Claude, maakte de lekkerste hapjes voor hem en verloste hem van zijn eenzaamheid.Wij vonden het niet erg om het basement met gewonde vogels te verzorgen, de kooien langs te gaan en ze stuk voor stuk met hun eigen ritueel te begroeten, zoals ze gewend waren.

Zo kwamen we veel bij elkaar over de vloer, vierden zelfs een paar keer kerstfeest bij Raymond en Paulette. Op de duur zat iedereen in zijn eigen huis, maar we bleven elkaar af en toe zien. Spraken Raymond streng toe dat hij zijn dieren beter moest verzorgen en aardiger zijn tegen Paulette, die hij als een slavin behandelde.



We hebben ze niet meer gezien sinds we naar hier zijn verhuisd bijna 7 jaar geleden. Vorige week belde ik Raymond om te vragen hoe het ging. Een klaaglijk zwak stemmetje aan de andere kant van de lijn. Ik dacht dat hij op sterven lag. Hij lag op bed met griep of een gewone verkoudheid. Paulette was in het voorjaar gestorven. DéDé zat in een instituut te kuren om van de drank af te komen. Niemand die hem verzorgde, al zijn broers en zussen waren overleden, helemaal alleen op de wereld. Ja hij had spijt dat hij altijd zo lelijk tegen Paulette had gedaan. Naarmate we langer aan de telefoon zaten hoorde ik hem opknappen, hij kreeg zowaar weer praatjes. 

Egoïstische aso, maar o zo vermakelijk. Aso en schreeuwlelijk of niet, we vonden hem toch sympathiek. Ik hoop voor hem dat DéDé gauw terug komt, maar ik denk niet dat de kuur lang zal helpen. Zeker niet met de feestdagen voor de deur. 




vrijdag 17 december 2021

Gevoegd met bisonkit en ducttape.

 Café de Uientuin in het stadje T.


Rond deze tijd 32 jaar geleden, 1989, vorige eeuw. Voelt ook als een eeuw geleden. Onze eerste avond samen. We hebben wat afgekletst die avond,van de zenuwen. En ook gelachen, onbedaarlijk gelachen, ook van de zenuwen. Er viel ook zo veel te vertellen, over de 40 jaar die we gemist hadden samen. Elk een eigen leven. Een heel ander soort leven. Dat moest in elkaar gepast. Er was een mogelijkheid dat het zou passen.We voelden dat het ging passen...

Past het niet, dan voegt het wel zei Corrie van de Corriebeps uit Muiderberg, die mij naailes gaf terwijl ik haar Franse les gaf in ruil. Corrie is nu in de 90 en leeft nog steeds in hetzelfde huis als toen, in haar eentje sinds Bep er niet meer is. Wij hebben inmiddels al samen in 5 verschillende huizen gewoond, Muiderberg, la Corrèze in 2 verschillende huizen, la Charente-Maritime, en nu la Normandie.  

Een paar maanden later, nog op de Long Church Lane in het stadje T. Met Tijn en Kayan, (die nu zelf al vader is), in de kinderstoel. Ik denk dat het mijn verjaardag is. Zo te zien zitten we te roddelen en Marimon, die dan nog niet die status bereikt heeft, maar slechts een vaste verkering met goede vooruitzichten mag heten, is ook niet vies van een sappig verhaal, zo te zien.



5 kerstbomen verder in Muiderberg met dochter Vanessa en het poezenbestand.


2021 en 32 kerstbomen verder kunnen we stellen dat we stevig gevoegd zijn. Met bisonkit en duct tape.



donderdag 9 december 2021

Sterven als dakloze.

 Eergister mijn boosterprik gehad en nog steeds een beetje ziek. Niet leuk, maar wat ben ik blij en dankbaar dat ik de koortsaanvallen kon ondergaan in een warm huis, met een warm bed en een warme Marimon er in. 

Tegelijk met de prik kreeg ik via de familielijn het bericht dat er een nicht van ons was overleden. Dat vond ik niet erg, ik kende haar niet eens, (behalve een vage herinnering uit mijn jeugd dat ze mij onverhoeds een zet in m'n rug gaf waardoor ik voorover kukelde toen ik met de nichtjes op het trottoir speelde in de grote stad R). Maar wat mij wel raakte was, waar ze was gestorven. In een shelter van het Leger des Heils. 



Mijn ultieme nachtmerrie, eindigen als dakloze. 

Ik denk trouwens niet dat dit mij zou overkomen. Zelfs als mijn hoeder Marimon mij zou ontvallen, dan heb ik nog twee liefhebbende kinderen die mij zeker niet op straat zouden laten zitten. Had nicht dan geen kinderen? Jawel, maar een dochter was al jong gestorven aan de drank en de zoon, die ze als kind al in een tehuis gepropt had, had geen contact meer met haar omdat ze onaardig was. Heel haar leven was ze lastig en tegendraads. Geen koffie en geen thee, geen vlees en de rest onbespoten. Dat besloot ze niet alleen voor zichzelf, maar haar omgeving moest dat ook. Om de haverklap verhuizen zodat iedereen haar spoor bijster raakte. Onaanraakbaar en onvindbaar. Kwaad op de hele wereld. Kwaad geboren en nooit meer vrede gesloten. 

Er zal niemand zijn die haar mist. Wat erg..

woensdag 1 december 2021

Mijn overgrootvader Taeke Janszoon.

 

Is dit mijn overgrootvader? Zou kunnen, een nicht beweert van wel. Ik heb van vaders kant vrijwel geen foto's en familieverhalen daar was ons vader niet scheutig mee. Zijn familie interesseerde hem geen bal, hij vond zijn broer een arrogante kwal en zijn zuster een saaie tut. Inmiddels heb ik wel uitgezocht dat de familie Bakker rond 1893 uit Friesland was geëmigreerd. De man hier op de foto met zijn vrouw en 8 kinderen, waarvan de meesten volwassen waren of bijna. Zeven jongens en een meisje, waar in Oostdongeradeel geen werk voor was. Ik denk dat het emigratieidee van de jongens uitging en dat ze hun ouders, die in de 50 waren, dus toen al voor redelijk oud doorgingen, met zich mee namen. De man op de foto heeft toen niet zo lang meer geleefd, misschien was hij al ziek toen ze vertrokken. Ze vertrokken naar Groningen, Hoogezand/Sappemeer, waar de jongens op een fabriek gingen werken. Een hele vooruitgang vergeleken bij het boerenbestaan. De overgrootvader, Taeke Janszoon, was een keuterboertje en daarbij waarschijnlijk ook bakker. Geen vetpot, denk ik. Het lijkt mij een lieve man, een beetje een dromer en gewoon een pet te dragen. Dat kun je zien aan zijn haar, de pet lijkt er in gebakken. Ik zie de mond en het kinnetje van mijn kleindochter, maar kan dat wel na 6 generaties? Dan heb ik nog een foto van zijn vrouw met 2 schlemielige kindertjes. Toen haar man stierf is zij een kruidenierswinkeltje begonnen. Of misschien al eerder om de gaatjes te vullen, want het kan goed zijn dat van het schamele inkomen een gedeelte in overgrootvaders keelgat verdween. Dat weet ik niet zeker, maar ik weet wel dat een aantal van zijn zoons aan de drank waren. Dat zal de reden zijn dat mijn grootvader, die ik ook niet gekend heb want hij stierf toen ik 5 was, geheelonthouder is geworden. En in een ruk door ook maar socialist en hoeder van de cultuur in Delfzijl. Hij had de pech en het geluk dat hij op 13 jarige leeftijd een heupziekte kreeg, waardoor zijn been niet verder groeide en hij dus met een verhoogde zwarte schoen door het leven moest klossen, maar ook naar school mocht omdat hij toch nooit zwaar lichamelijk werk kon doen. Misschien was zijn ziekte ook wel een reden om naar Groningen te verhuizen. Hij werd boekhouder bij een stuwadoorsmaatschappij in Delfzijl en woonde boven de zaak, waar mijn vader met zijn (arrogante) broer en (saaie) zus is opgegroeid.
Opa Bakker 1880-1953


De Waterstraat met kantoor in het midden, waar geen auto voor staat.

Opa en oma Bakker met kinderen in de Waterstraat Delzijl. Mijn vader naast zijn vader. Oom Taeke in het midden. Tante Annie (die overigens helemaal geen saaie tut was) staande rechts. 1927.

woensdag 24 november 2021

Paarsje naar de casse.

 Vandaag heb ik afscheid moeten nemen van mijn paarse autootje, die mij bijna 24 jaar trouw van dienst is geweest.



Nu staat ze daar bij de dichte garage in het donker te wachten tot ze naar de 'casse' gereden wordt. Want dat is het wrange, ze leeft nog, ze doet het nog, alleen ze vervuilt.

Doen wij levende wezens dat allemaal niet, vervuilen? Komen wij op een dag ook niet meer door de keuring? Nee, mevrouw het spijt me, U wordt te duur in onderhoud. Nu weer een versleten heup, dan weer een ruisje bij het hart, orthopedische schoenen of hardnekkige eczeem. Bovendien vervuilt u in belangrijke mate het milieu. 


In 1998 kwam ik met Paarsje uit de garage te Almere gereden.  Er stond een bouwkeet omdat buren Daphne Dekkkers en Richard Krajicek die in de oude pastorie waren komen wonen, vonden dat er verbouwd moest worden. De eerste 3 jaar van haar leven heeft Paarsje op de Brink in Muiderberg gewoond. Het lijkt een eeuwigheid geleden en toch heeft ze dat allemaal meegemaakt. 

In 2001 verhuisde ze naar Frankrijk en kreeg nieuwe nummerborden.






Laatste ritje. Van huis naar de garage.

Hier tijden de verhuizing van de poezen naar Frankrijk, die we als laatsten ophaalden.


In 2007 verhuisde ze in een vliegende storm van de Corrèze naar de Charente-Maritime, weer andere nummerborden.

In 2015 vervoerde ze mij met 2 katten en 8 kippen naar Normandië, weer andere nummerborden.

Nu is ze bijna op. Ze heeft moeite met de heuvels, dan hijgt ze een beetje. Het raampje rechts-voor kan niet meer open en er zitten gaatjes in de uitlaat waardoor ze nogal luidruchtig is (vroeger stopten we dat dicht met kauwgum, maar dat schijnt niet meer te mogen), een schokbreker is een beetje bancale, waardoor ze piept en zucht in de bochten, haar achteruit doet moeilijk, maar dat is een geboorte foutje en nog zo het een en ander. Maar het belangrijkste is: ze vervuilt. Ja, wie niet. Die straaljagers die iedere week met donderend geraas hier komen overvliegen, moeten die niet eens gekeurd?


Dag Paarsje, dag vriendje, het is leeg op het erf. 

woensdag 22 september 2021

Holle pompoenen en lege takken.

 


Ik dacht, laat ik mijn pompoenen eens  gaan oogsten op deze stralende eerste herfstdag. Maar te laat, andere hongerigen waren mij voor geweest. Bij het optillen, waarbij het gewicht me al tegen viel, zag ik een groot gat met daarachter een holle ruimte. Geen zaadje hadden ze voor mij over gelaten.


De courgettes, gele dit keer, waren wel groot, maar keihard. Niet een hebben we er van gegeten. Frambozen, bessen, cranberries, lege struiken. Zelfs de wilde bramen gaven bijna niks. Appels, peren, waar we vorig jaar een vriezer voor hebben moeten bijkopen omdat we onze compotes niet kwijt konden, nu lege takken. Alleen aardbeien hebben we gehad, uitjes en knoflook. Dat wordt honger lijden van de winter. Gelukkig is in Nederland de kroketten en bitterballenoogst niet mislukt. Gauw bestellen, dan komen de vrieskist en de buikjes toch nog vol.

zondag 19 september 2021

Journée du patrimoine

 Naar aanleiding van de dag van het patrimoine, waarop al het normaal gesloten zijnde erfgoed zijn deuren opent, was er een fietstocht georganiseerd door de mairie van Passais, die langs onze kapel zou voeren. We zaten in ons beste goed vanaf 9 uur vanmorgen te wachten op fietsers, maar die kwamen niet want het regende. Vanmiddag stralend weer, maar nog steeds geen fietser. Wel een eindeloze stroom automobielen, waaruit een krakkemikkige serie bejaarden rolde. Ook kennissen, die na de covid voorzichtig uit hun holen waren komen kruipen, het mondkapje nog half op. Ja, we leven nog, jullie ook zo te zien, maar weet je wie er dood is? En zo werd het toch nog gezellig.



zondag 8 augustus 2021

Het lampje

 Omdat er in deze winterse augustusmaand geen buitenpretjes te beleven zijn, richten wij ons maar op binnenpretjes. Zo besloot ik gister om mijn naai/strijk/ wasdroog/logeer/ privé kamer te re-looken. In gangbaar Franglais, te re-looker, uit te spreken als relooké.

Ten eerste die vreselijke Leen Bakker hangkast er uit. Maar waar moeten dan de winterjassen naar toe. 

Als we nu een hangkast met legplanken kopen en in de slaapkamer zetten en het gruwelijke ikea ladenkastje in het boudoir en de dekenkist op de plek van het gruwelijke ladenkastje en een lage kast voor alle troepjes die rondzwerven in mijn privé/ werk/ logeer/naai/strijk/wasdroogkamer. Twee kasten dus. Na enig meetwerk op naar de brocante in Gorron, 18 km. van hier. 

Daar vonden we precies wat we zochten. De kasten opgemeten en terug naar huis om de beschikbare ruimte nog eens op te meten. Het valt namelijk niet mee om iets te vinden dat past onder die schuine wanden.

Weer terug naar onze kasten. Ze staan er nog, gelukkig. Maar ineens realiseren we ons, na twee keer heen en weer te zijn gereden, dat we wel de hoogte, de breedte, de diepte hebben opgemeten, maar niet het gewicht. We voelen er eens aan en krijgen de kast nog geen centimeter van de grond. En dan moet hij ook nog de trap op en een draai maken in het trappenhuis. We hebben wel een hele sterke buurman, een oud rugbyspeler die we plegen in te zetten voor dat soort klusjes, maar zelfs dan..

Moeten we dan toch maar aan de Ikeakast, die je in stukjes de trap op kunt dragen? 

Nee, dan nog liever de troepjes in verhuisdozen bewaren, of carrément weggooien.

Maar we krijgen nog een tweede kans. Emmaüs of in de volksmond Abbé Pierre, waar we al eerder een oude, uitneembare kast hebben gevonden. 

Waar we uiteindelijk mee thuiskwamen was een snoezig schemerlampje die we kregen voor 3 euro omdat er een barst in het glas zat.

Geen bezwaar, ik houd wel van dingen of mensen met een barstje of een scheurtje.




vrijdag 18 juni 2021

Een gevonden voorwerp

De laatste week van mei tegelijk met het mooie weer kwam de socializing weer op gang. Eerst op een terras, een paar weken later het restaurant. Wat hielp om de bijna vergeten vrienden en kennissenkring weer op te reutelen, was het organiseren van Marimon's 80ste jaardag. Die was in het voorjaar geruisloos voorbijgegaan wegens algehele sluiting van de wereld. Maar, zo gokten wij, in juli moet het leed toch grotendeels geleden zijn. Hoe gaan we dat doen, hoe was het ook weer, feest vieren..
Eerst een lijst samenstellen. Wie kenden we ook al weer? Hoeveel mensen kunnen/mogen we uitnodigen? Locatie: het kasteeltje een dorp verder en niet meer dan 30 personen, want meer kan de kasteelheer, die voor ons gaat koken, niet aan. De vergaderingen over hoe en wat en wie waren al een feestje op zich en door de mensen van onze invitatielijst te bellen, hoorden we de nieuwtjes. Oh, maar je weet dus helemaal niet dat mijn man al maanden in het ziekenhuis ligt met gebroken ruggewervels? Neen, wij weten niks, wij leven al maanden onder een cloche. Ook is toch onze grote vreugde ons Engels/ Franse taalgroepje weer gestart. In een iets andere samenstelling, dat wel, want er is een splitsing ontstaan tussen de vaxxers en de anti-vaxxers. Niet dat er echt ruzie is, maar ter vermijding van polemieken houden we het gescheiden en gezellig. Alleen de kasteelheer zelf hoort eigenlijk niet bij ons kamp, maar die gruwt zodanig van het vaccin dat hij het woord niet over zijn lippen krijgt, waardoor er ook geen discussies ontstaat. Wel vraag ik hem iedere week of hij al wat besloten heeft. Dan rilt hij alleen maar, en daar is alles mee gezegd.

Ook goed voor de sociale contacten was het onverwachte bezoek dat zich eergister tegen het vallen van de nacht bij ons aandiende. Ik zat boven de relaxen op de w.c., toen ik door het openstaande raam een klaaglijk gemekker hoorde. We hebben katten, soms kippen, eekhoorns en een eenzame haas die af en toe langs komt. Maar dat klinkt toch anders. Dan hoor ik Marimon roepen op een manier die ogenblikkelijke aandacht vereist. Ik ren naar beneden en zie een zwart schaapje in de tuin staan. Of een lam eigenlijk nog. Het wil naar de koeien, maar die staan achter prikkeldraad en de nacht is niet ver weg. Ik begin te bellen naar links en naar rechts, alle boeren in de buurt. Nee, een zwart schaap kenden ze niet, nooit gezien, maar misschien die en die...Ik pak mijn paarse autootje en race naar de genoemde boer, die geen boer was maar loodgieter. Nee, ik heb alleen witte schapen, kijk maar. Maar misschien, als je nou hier in rijdt en dan de eerste rechts en dan weer een kilometer het land in, helemaal het laatste huis daar wonen mensen die alles maar los laten lopen en nergens op letten en grom grom mopperdemopper. Dat lijken mij nou leuke mensen, dacht ik. Er op af! En ja ik kom uiteindelijk aan het eind van de doodlopende weg en daar staat een soort caravan zonder wielen met een blaffende hond er voor en uit de behuizing rolt het ene mens na het andere, van oud tot jong, heel vrolijk en spraakzaam en in voor een verzetje. Een zwart schaapje, ja die loopt daar wel eens rond, die is gewoon vrij. Is hij van jullie? Neeee, niet van ons, hij is gewoon vrij. Inmiddels is het bijna donker. Op de terugweg langs de doodlopende weg ontmoet ik nog een eenzame man die met zijn jachtgeweer in de aanslag over het land staat te turen. Bent u misschien een zwart schaap kwijt? Nee, u? vraagt hij chagrijnig. Gauw naar huis maar en daar is het probleem inmiddels opgelost, want het beestje had toch een doorgang in de omheining gevonden en was achter de koeien aangegaan. Iedereen blij.



De volgende dag komt er iemand het gras bij de kapel maaien en ik leg hem het raadsel van het zwarte schaapje voor. Had hij een oorbel in? Nee, zei ik, nu je het zegt, dat had hij niet. Dan is hij van niemand. Het is waarschijnlijk van een bepaald ras ( ik verstond de naam niet goed), dat gewoon rondzwerft. Ze kunnen honderden kilometers lopen, altijd in kleine groepjes. Ze zijn klein en zwart. Deze was alleen, wat niet normaal is dus. Is hij zijn kompanen kwijtgeraakt onderweg? Of weten de zigeuners in de caravan zonder wielen er meer van... Of de man met het jachtgeweer dat over de velden stond te turen.. Er blijken nog veel raadsels in ons buurtje onopgelost te zijn, want waar komen al die vrolijke mensen in die caravan nu ineens vandaan? Nooit gezien. Ni vu, ni connu. Wie weet wat of wie zich allemaal tijdens de covid periode gevestigd heeft in ons toch anders zo rustige dorpje. Morgen maar weer eens een ritje maken door het achterland met een gevonden voorwerp. Met een kaboutertje misschien?



zaterdag 15 mei 2021

Een dikke buik en een wurm.

 Gister in de pharmacie stond ik naast een vrouw van middelbare leeftijd die zo'n geweldige  buik had dat ik mijn ogen er niet van af kon houden. Want niet alleen was hij uitzonderlijk bol, maar ook paarsachtig rood en onbedekt. De rest van haar blote delen zag ook paarsachtig rood. Misschien was ze daarvoor wel in de pharmacie. Wat mij vooral opviel, was dat ze zich helemaal niet schaamde. Terwijl ze voorover gebogen met haar ellebogen op de toonbank steunde, en haar trommel vrij tussen legging en te kort t-shirt zweefde, keuvelde ze er lustig op los met de Pharmacien, die haar uitgebreid uitlegde hoe en wanneer ze de verschillende pillen en zalven moest nemen of smeren. 

Soms zie je in de Super ook wel een gezin, meestal groot, met veel kinderen en aanhangsels, dat rechtstreeks lijkt te zijn weggelopen uit  een Flodderfilm. De kinderen schijnen niet gebukt te gaan onder schaamte voor hun onverzorgde ouders, integendeel ze schreeuwen vrij en blij de boel bij elkaar en kijken nog trots naar ze op ook.

Ikzelf als kind was mij wel degelijk bewust van het uiterlijk van mijn ouders of andere gezinsleden. Al heel klein vond ik het verschrikkelijk om sandalen van mijn broer aan te moeten of een jurk van mijn nichtje, wiens moeder geen smaak had (volgens mijn moeder). Ik herinner mij dat ik een enorme scène gemaakt heb omdat ik geen zondags kleertje aan mocht naar school, terwijl de schoolfotograaf zou komen, maar met mijn gewone daagse streeptruitje op de foto moest. Wat juist goed uitkwam op een foto volgens mijn moeder, en ze had gelijk. Achteraf.



Vroeger tegenover ons op de Genieweg waren er een paar huizen die  verhuurd werd aan werknemers van de melkfabriek, vaak Groningers of Friezen, de gastarbeiders van toen. Er was dus nog al wat verloop in deze huizen en dus vaak andere buren. In een van deze huizen woonde een familie met een dochtertje iets jonger dan ik. Ik speelde wel eens met haar, wat inhield dat ik (iedere dag weer), tegen haar zei: 'mond open en ogen dicht'.  Dat deed ze braaf (iedere dag weer) en dan liet ik een kronkelende verse regenwurm in haar mond glijden. Die slikte ze nog door ook (iedere dag weer), dat had voor mij nu ook weer niet gehoeven. Gelukkig voor haar hebben ze er niet zo lang gewoond. Maar die moeder dus, was heel lief maar ook heel dik en op een keer vroeg ze of ik mee wilde wandelen naar het postkantoor. Dat wilde ik niet, omdat ik bang was dat mensen wel eens zouden kunnen denken dat het mijn moeder was. Ik was misschien 4 jaar.

Ik heb daar nog steeds een slecht geweten over, meer nog dan over de wurm..



zaterdag 8 mei 2021

Zoals de beroemde schrijfster Ellis M. schreef: Nooit meer k...... .

 Nu mogen we verder dan 10 km., maar doen we dat ook? Welnee, het is weer precies zoals alle jaren hier voor, 's winters verlangen naar verre oorden en dan als het voorjaar is en alles op zijn mooist, hebben we genoeg aan de tuin en loop ik nog steeds hetzelfde 2km. rondje omdat het daar ook lente is en zo lekker dichtbij. 

Verzachtende omstandigheid is dat er nog geen leuke winkels open zijn, café's, terrassen, bioscopen, restaurants. Dan kun je net zo goed thuisblijven.

Vanmorgen heb ik een pompoen geplant en een meloen en courgette en slaatjes. De dahlia's laten een eerste puntje zien en de dikkopjes groeien. Wel langzaam, vind ik. Zouden ze wel genoeg te eten hebben in dat kleine bakje? Of zouden de zoetwaterslakken alles opeten of eten die ook de dikopjes op? Volgens google zou ik ze kunnen bijvoeren met een blaadje sla. De slakken wel ja, maar de dikkopjes bliefden het niet. Toen bedacht ik zelf, zonder google, dat een schepje kroos uit de bron wel eens reddend kon zijn en inderdaad, ze beginnen plots hun naam eer aan te doen. Het kan ook komen doordat het eindelijk niet meer vriest 's nachts. 

Marimon is weer terug van zijn tweede missie naar Nederland, ditmaal om voorgoed afscheid van zijn zusje te nemen.  Tussen haar overlijden en haar uitvaart werd hij 80. Zonder feestje.

Maar wel met een voorraad haring, makreel, filet amérain en osseworst, waarvan we nog steeds smullen. 

En omdat iedereen om ons heen maar steeds dood gaat of ziek wordt, vonden we het tijd om de boel weer open te gooien en bezoek te ontvangen. Gelukkig zijn de meesten van onze vrienden en kennissen van onze leeftijd en dus gevaccineerd, dat maakt gezelligheid een stuk makkelijker. 

Nu wacht ik nog op een rood stempel met 'vaccinée' op mijn voorhoofd zodat ik overal binnen mag. Vaccinated only. Dat is discriminatie, maar wel zelf gekozen discriminatie. Okay, voor mensen die niet mogen gevaccineerd worden (wie zijn dat?), maken we een uitzondering, voor hen alleen een sneltest aan de deur. Degenen die nog niet aan de beurt zijn moeten nog een paar maanden geduld hebben dan mogen zij ook binnen. Maar de weigeraars? Die discrimineren zichzelf, jammer voor hen, maar ook voor ons, want...

Als we geen 80 % coverage hebben, krijgen we dat ellendige virus met zijn vele gezichten niet weg en dan blijven we k..... . Dus een klein beetje discriminatie geeft misschien een zetje?

En het is zooo leuk om met oude vrienden langzaam dronken te worden aan de keukentafel..(zonder mondkapje) 

Of plantjes te zoeken op de plantenmarkt (zonder mondkapje)

Of links en rechts knuffels uit te delen (zonder mondkapje).

Ik heb het gevoel dat het allemaal weer gaat gebeuren, binnen heel kort. 






donderdag 8 april 2021

Van kippen, kikkervisjes en geboortekaartjes.


De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen. Slechts een stapeltje veren liet Hij achter ten bewijze. Jammer, het waren leuke kipjes en ik had ze pas een jaar. Je zou zeggen, koop gewoon een paar andere, maar zo eenvoudig ligt het niet, ze zijn niet inwisselbaar. Je zou het niet zeggen als je een blik werpt in een megakippenstal, op het eerste gezicht zijn ze allemaal eender, maar dat is niet zo. Je hebt domme en pientere, brutale en verlegene, praters en zwijgers. Misschien zitten er tussen zoetwaterslakken ook wel karakterverschillen. Of tussen mosselen, die we zo bruut zonder scrupules in het kokende water kieperen. 

Ik was juist bezig de zoetwaterslakken die de moederkoek van de kikkervisjes aan het leegzuigen waren te verwijderen, toen ik beweging in de dril zag. Minuscule kikkervisjes maakten zich er uit los, zwommen een heel klein rondje en verdwenen weer in hun veilig thuis. Toen ik terugkwam met Marimon om hem ook getuige te laten zijn van het wonder, zaten er al tientallen tegen de wand van het vijvertje geplakt. Zo snel gaat dat. Voor je het weet zijn ze de deur weer uit.





De kleintjes hebben deze dag misschien wel uitgekozen omdat het zo stil was. Zonnig en stil. 

Op zo'n dag zou Pasen moeten vallen, maar dan waait er juist meestal een ijzige wind, zodat ik de vaak beloofde bollenvelden nooit heb gezien als kind, terwijl we er helemaal niet zo ver van af woonden. Maar wat is niet ver, als je geen auto hebt en ook niet altijd deugdelijke fietsen en vijf kinderen en weinig geld en er ook nog een straffe noord-ooster waait. 


Ik weet ook niet precies waarom we eigenlijk nooit gingen. Misschien kon mijn vader niet kiezen welke van de kinderen mee achter op de brommer mocht. Of misschien vond hij niemand die mee wilde, want het was geen onverdeeld lolletje om met hem mee uit te gaan. Ten eerste moest je heel erg opletten dat hij je niet ergens in den vreemde achter liet, want na 10 minuten onderweg te zijn was hij vergeten dat je er was en zag hij alleen de vogeltjes nog maar vliegen. Een keer ging hij met mijn moeder achterop de brommer naar de trein in Krommenie. Onderweg was de weg opgebroken en mijn moeder stapte even af. Bij het station merkte hij pas dat ze niet meer achterop zat. Daar stond ze met haar tasje terwijl ze haar verstrooide echtgenoot in de verte zag verdwijnen. 

Via Oud-Assendelft (mijn geboortedorp) waar ik sinds een jaar lid van ben, is er een geboortekaartje van mij en mijn broertje opgedoken. De kleindochter van de baker vond ze in een doos en vroeg of ik ze wilde hebben. Ja graag, ik wist niet dat er eentje van bestond. Maar, zegt mijn zus die er een foto van gezien had, Pa heeft vergeten de geboortedatum er op te vermelden. Dat bedoel ik maar. Het is een wonder dat ik nog leef.

dinsdag 30 maart 2021

Mijn oma en ik.

 

Alles wat ik vorige week gewenst heb is uitgekomen. Het is mooi weer, we zijn naar het strand geweest, hebben daar niet op een terras gezeten maar wel een drie dubbele ijsco genuttigd, voor een prijs waarvoor we een paar uur op een terras hadden kunnen zitten drinken, en ik heb de prik binnen. Paar dagen koorts, binnen de perken gehouden door Doliprane, de Franse versie van Paracetamol. Een halve dag een stijve arm en dat was dat.

Nu nog steeds mooi weer, ik zou een heleboel te doen hebben. Aardbeitjes planten, de vijver schoonmaken, het kippenhok boenen, de terrasbanken en stoelen een verfje geven en het al overal opschietende onkruid te lijf gaan. Maar ik doe volstrekt niets (behalve een heerlijke preiprol bereiden), want ik ben hondsmoe. Zo'n vurig verlangde lente moet ik ieder jaar weer aan wennen als hij plots in alle hevigheid voor mijn neus staat. Alles en iedereen wordt zo druk ineens. Vogeltjes die luid kwetterend heen en weer vliegen, openbarstende knoppen alom en al die om aandacht schreeuwende voorjaarsbloemen. En ik die niet slaap door de overweldigheid van al dat gebruis en ook de volle maan nog waarin ik mij baad als ware het een melkplas. En alles wat ik nog wil en alles wat ik nog moet.

Ik denk aan mijn oma toen zij 73 was. Die moest absoluut niets. Had geen auto en geen rijbewijs en zelfs geen fiets. Heb haar nooit verder dan tien meter zien lopen. Kwam nooit haar huis uit. Boodschappen werden voor haar gehaald. Ze had twee soorten jurk, of maar twee jurken. Een donkerblauwe met een vogeltje en een bruine met een bloemetje. Allebei van hetzelfde model, cache coeur, gemaakt door haar dochter die goed kon naaien. Eens in de week ging mijn moeder of tante Bep, om de beurt het huis stoffen en zuigen. Mijn moeder had daar een gruwelijke hekel aan, want zoals ze mopperde: 'Loop ik hier te zoeken naar een stofje, terwijl het thuis een grote bende is met vijf kinderen en een man die alleen maar rommel maakt en niets opruimt'. Gelijk had ze, maar ze deed het toch omdat ze geen ruzie wilde met haar zus. Oma kookte wel haar eigen potje, twee aardappeltjes met wat groente en een stooflapje. Even de aardappelen overhangen zei ze, als ze bedoelde lager zetten. Ze deed ook haar eigen administratie en spelde 'de Zaanlander', om te kijken wie er dood was en wie niet. Ze had zo haar mening over de wereld, maar die zei ze niet. Ze was zuinig met woorden, Neeltje Stam. Als ze lachte deed ze dat heel zachtjes, ze schudde alleen maar een beetje als een startende tractor, en als ze het heel geestig vond liep er een traan over haar wang. Ingetogen is het woord dat haar samenvat en ook een beetje saai in mijn kinderogen. Daaraan dacht ik vannacht toen ik niet kon slapen. En nu ik daardoor zo moe ben, zou ik willen ruilen met het leven van mijn saaie oma.


Oma met pothoed in het midden, mijn moeder er naast, mijn vader (de rommelmaker) daar weer naast. Ik, klein chagrijnig kopje links in de deuropening. 





woensdag 17 maart 2021

Zon en terras.




 Dit is wat ik nu wil: zon en terras. Maar eerst de prik.

Na wat gedoe had ik dan eindelijk de vurig gewenste afspraak. Zaterdagmorgen om half 9 ga ik de 'jab' krijgen. Bij mijn eigen vertrouwde huisarts nog wel. Want ja, ik ben boven de 65 en heb een onderliggende kwaal. Ik wist niet dat ik dat had, maar een kanker van minder dan drie jaar geleden telt als zodanig. Maar gister ging ook Frankrijk mee in de hysterie die ontstaan was rond het Astra Zeneca vaccin, omdat er één op de miljoen gevaccineerden een beroerte had gekregen, waarvan niet eens bewezen is dat er een verband bestaat tussen de twee. Ieder medicament kan een bijwerking hebben. Onder alle pilletjes die geslikt worden, is de helft daarvan bedoelt om het negatieve effect van de eerste tegen te gaan. Krijgt u hoofdpijn van de pil tegen maagpijn? Hier is een pil tegen hoofdpijn. Waar u misschien weer maagpijn van krijgt. Morgen gaat de Franse Commissie voor Medicijnen o.i.d. de knoop doorhakken. Bij de pharmacie dachten ze vanmorgen dat het goedgekeurd zou worden en dat het prikken dus gewoon door zou gaan. 

Mijn aangetrouwde zwager, die al slecht lag van een kanker, is nu helemaal doodziek door corona, besmet door de thuishulp, die het wel wist dat ze positief was maar het niet gemeld had. Was ze niet verplicht wegens de wet op de privacy, zei ze.

Al het verzorgend en verplegend personeel verplicht inenten, staat als nummer een op mijn verkiezingsprogramma. Net als in België (hoewel het daar nu ook weer niet zo denderend gaat). 

Democratie is een mooi iets, maar in noodgevallen niet handig.




donderdag 4 maart 2021

Het gaat gebeuren.

 De pomp zit weer in de put, we eten weer aan de pick-nicktafel en er komt al weer een beige waasje over ons wintervel.



Er stak ook een ragondin de weg over tijdens mijn ochtendwandeling, om van het ene stroompje in  het andere te komen. Ik wachtte even op hem en hij wachtte op mij, maar uiteindelijk liep hij toch door en liet zich van de dijk glijden op weg naar het meertje achter ons huis, waar hij hopelijk zich niet in de kooi van de buurjongen waagt die daar voor hem klaar staat, want dan eindigt zijn staart in het gemeentehuis, waar de leverancier 1 euro voor zal vangen. Wat een gedoe voor die ene euro. Eerst vangen, dan doodschieten, staart er af hakken... En wat doet hij met de rest? 

De covid, we zitten er nog steeds mee, maar er liggen minder 80 plussers op de IC. Hoe dat zo? Zijn ze op misschien? Of omdat ze vrijwel allemaal gevaccineerd zijn. Daarentegen zijn het nu meer de 20-39 en 40-59 jarigen die IC de bedden bezetten. Omdat ze beroepen uitoefenen waarmee het contact met anderen onvermijdelijk is, zoals verplegend personeel. Maar tot mijn grote verbazing zagen we op de T.V. dat ze het Astra Zeneca vaccin niet blieven. Ze vertrouwen het  niet. Het schijnt dat er bijwerkingen zijn, wat koorts en griepachtige verschijnselen. Nu zitten ze met al die ingekochte A-Z in hun maag en gaat het daarom vrijgegeven worden aan 65 plussers met onderliggende ziektes. Co-morbidités. Ik hing gelijk om 8 uur 's morgens aan de telefoon bij mijn huisarts. Heb ik co-morbidités? Daar moest hij even over nadenken. Ik bel u zo terug. Wat hij tot nu toe niet heeft gedaan. Als die verpleegsters zo halsstarrig blijven weigeren, zullen ze het A-Z. vaccin wel vrijgeven aan iedere 65 plusser, zoals in Duitsland nu gebeurt. Een beetje koorts en gesnotter vind ik niet erg, beter dan een zuurstofmasker.En anders wacht ik wel op de Sputnik 5, die nu onderhevig is aan een rolling review, oftewel een versnelde procedure om een vaccin goed te keuren. Het komt allemaal helemaal goed. Nog een week of zes.

Ondertussen hebben we ons een wandelkaart aangeschaft van het stuk kust tussen Mont Saint Michel en Granville. Ons traject begint  in Ducey, wat 45 minuten van ons vandaan ligt. Daar hebben we ons openbaar  toilet en een bakker die de hele dag open is en de heerlijkste  pizzabroden verkoopt, die we dan op de bazaltblokken bij Saint Jean de Thomas opeten. Met de zeewind in je snuit. Na Ducey kun je de Mont Saint Michel zien liggen.



En we hebben ons stembiljet op de post gedaan vanmorgen. Was een heel gedoe om vanuit het buitenland te kunnen stemmen, maar het is gebeurd. Voor de bakker. De eerste keer dat ik die moeite heb genomen. Raden maar op welke partij, waarbij het mij voornamelijk ging om de lijstaanvoerdster, Sigrid Kaag, die wij bij verrassing op de radio hoorden en waar ik helemaal weg van was. Ze is wel heel erg katho, loopt met een rozenkans in haar tasje, maar dat moet dan maar, kleine dingen hou je toch.... 

 

dinsdag 23 februari 2021

Het einde van de winter.

Hij is er weer, de ijsvogel. En de vissen zijn ook sinds enkele dagen weer uit het zand opgedoken, deze combinatie kan geen toeval zijn.



 Hij zit er nu al een kwartier, doodstil op een tak boven de vijver. Dan wordt zijn geduld beloond, twee keer een plons en twee keer raak. Kan bijna niet anders, altijd prijs in onze overvolle kom. Hij heeft nu al een poosje niet bewogen, ik denk dat hij zit uit te buiken. Arme visjes, maar zo is het leven, zo ben je er en zo ben je er niet.

Het kindje dat in de container is gegooid is er wel, die laat zich niet kisten. Een dappere. De moeder is nog zoek, geloof ik. Maar wat heb je er aan om haar te vinden. Haar straffen? Ze had vast een hele goede reden om zich te ontdoen van haar last. Maar beter had ze het op iemands stoep kunnen leggen, aanbellen en hard wegrennen, voor zover ze kon rennen na de bevalling.

We hebben een nieuw kacheltje. De winter was weer zo zacht, op die ene week na, dat de centrale verwarming alleen na 5 uur aan ging. Overdag een oliekacheltje, zoals onze ouders in de schuur hadden staan om het bevriezen van de loden leidingen te voorkomen. We hadden er twee, een in huis en een in de gîte in wording. De huiskachel loefde en moest een nieuwe pit, dachten we. Dat kostte 65 euro en hij loefde nog steeds  en steeds erger, het leek wel of het hele ding in brand stond. Bleek dat de dop van het tankje lekte. Nieuwe dop na lang zoeken op internet gevonden. 50 euro. Dus hele kachel naar de poubelle, waar de beheerder hem opzij gezet heeft want je weet maar nooit. Het gîte kacheltje dat we toen maar in huis gehaald hadden, begon na het aansteken keihard te ratelen. Soms lukte het na veel gevleok (Brigitte Kaandorp) om hem aan te houden zonder ratel. Dit kacheltje was pas 4 maanden oud. Een nieuwe kostte 100 euro, dus dat maar gedaan en wonder boven wonder, de technicien van de Point P. heeft het gîte kacheltje, waar nog garantie op zat weten te repareren. Zo komen we toch nog het laatste restje van de winter door. 





Eigenlijk is het al klaar met die winter. Ik ben al de hele week in de tuin bezig. Gras inzaaien eindelijk, toen gistermorgen de wind even was gaan liggen. En opruimen, dooie takken knippen, kattendrollen opruimen. Nutteloze plantjes kopen die zo weer bruin zijn als het nog een nachtje vriest en een kikker met een paraplu die bij het eerste briesje omwaait. De lentekoorts heeft toegeslagen en met de corona gaat het goed en ergens anders weer slecht. De vaccins laten op zich wachten  en om 6 uur binnen. En wat doen we nu straks met de avondklokhondjes? Ook maar in de container?

Vanmiddag een wandeling rond een meer dat teleurstellend klein bleek. Met een half uur hadden we het gerond. Maar wel mooi.

vrijdag 12 februari 2021

Ze hebben ons verlaten...


 Gistermorgen bij het krieken van de dag is hij weggereden. Sneeuw en ijs, lockdowns en attesten, quarentaines en controles konden hem niet weerhouden de barre tocht naar het Noorden te ondernemen. De Held! Nu zitten beer en ik de thuiswacht te houden over katten en kippen die niet naar buiten durven omdat dat witte spul zo koud is aan hun gat.

Poesje Samir is de grootste schijterd, hij wil absoluut niet naar buiten en zoekt vertwijfeld in alle hoeken en gaten waar hij zijn drolletjes kan leggen. Ik zet hem al worstelend en kronkelend buiten voor de deur, aan de zonnige kant. Daar zet hij 3 stappen en ontdoet zich van zijn ballast. Bij nadere inspectie zie ik hier voor zeker 6 dagen aan drollen liggen. De kippen kwamen helemaal niet uit hun nachthok zolang het vroor, bang dat hun pootjes zouden vastvriezen? Ik vraag mij af hoe ze dat weten. Het zijn jonge kippen, het is hun eerste winter, ze hebben geen moeder die hun waarschuwt voor de gevaren des levens.

Ik zelf kom ook nauwelijks buiten de deur. Bang dat mijn pootjes vastvriezen?  Ten eerste vind ik het niet aangenaam, die poolwind rechtstreeks uit de poesta die pijn doet aan mijn gevoelige sinussen en ook ben ik bang een schuiver te maken en met een klap op mijn achterhoofd te landen om dan morgenochtend stijf bevroren teruggevonden te worden door een boer die zijn mest komt lossen. Of hij rijdt over me heen, want boeren kennen geen christelijke tijden, die rijden midden in de nacht nog met hun stink mest. Voor hen geldt geen spertijd. Gister heb ik tegen heug en meug wel een kleine wandeling gemaakt met Chinese Ling. Dat arme mens zit ook altijd maar alleen met die akelige vent van haar. Maar degene die een schuiver maakte was zij. Niets aan de hand, ze moest vreselijk lachen, zoals Chinezen plegen te doen om alles wat niet leuk is en ze stond gelijk weer op haar beentjes. Ze valt natuurlijk ook niet van zo hoog, want ze is heel klein, daarom word ik er ook gek van als ik met haar moet lopen of fietsen, ze neemt hele kleine pasjes en schiet niet op. Nu begrijp ik wat Marimon uit te staan heeft met mij. Maar hij houdt van mij en ik hou niet van Ling. 

En verder ben ik net zo'n schijterd geworden als Samir. Ik durf nauwelijks de weg op met mijn Paarsje. Met de nieuwe Blauwe al helemaal niet want ik wens geen deuk in haar te rijden. Reed ik vroeger, zelfs een paar jaar geleden nog, niet ook naar Nederland in mijn eentje vanuit de Corrèze midden in de winter? Zelfs ging ik daar door bergen sneeuw met Paarsje mensen bezoeken die ingesneeuwd zaten. Wacht even... Nu ik het uitreken is een paar jaar wel zeker 15 jaar, want we wonen hier al 6 jaar en 8 jaar in de Charente-Maritime, waar het uiterst zelden sneeuwde. Time flies. Ziekte, zwakte, lock down, virussen alom...het knaagt aan mijn zelfvertrouwen. Als het eerst maar weer lente is.