De onpraktische dromer, mijn vader.

Mijn vader geboren in 1909. Hier 18 jaar jong. Chique ventje, beetje verlegen. Op het punt om de wereld in te gaan. Dromer, schoolverlater. Ga jij maar bij de timmerman in de leer, want studeren wordt toch niks. Hij wilde helemaal niet timmeren. Groots en meeslepend wilde hij leven, maar hij wist nog niet hoe. Toch maar timmeren dan, maar niet in Delfzijl. Alsjeblieft niet in Delfzijl. Overal, maar niet tussen die Groninger boeren. Door heel Nederland heeft hij getimmerd, tot de grote crisis hem inhaalde en hij werkloos dreigde te raken of misschien al was. De vader van zijn zwager bracht redding. Hij was hoofd bij Rijkswaterstaat van de Noord-Zeekanaal verbreding. Dat was wat voor de jongens. Zijn zoon die na de zeevaartschool in Delfzijl eenmaal op het echte water, zeeziek bleek te zijn en de broer van zijn a.s. schoondochter, (mijn vader). Deze, als schoolverlater, begon onderaan, als waker op een baggerschuit. Hij zou in de avonduren de nodige studies gaan doen. De boeken daartoe heb ik mijn hele jeugd zien liggen, ik kan mij niet herinneren hem er één keer in hebben zien kijken. Maar hij was gelukkig op de sluizen van IJmuiden, waar hij mede verantwoordelijk was voor het onderhoud. De vrijheid op en aan het water gaf hem de gelegenheid verder te dromen. De oceaanstomers die door de sluizen kwamen brachten hem in verre oorden. Hij probeerde het wel eens om verder te komen, schreef de prachtigste sollicitatiebrieven, werd ook altijd uitgenodigd voor een gesprek. En dan liep het stuk, want hij was wel een schrijver, maar geen prater. In zijn timmerschuur, waar hij in zijn element was, voerde hij opstandige gesprekken met zijn meerderen.'Ik zeg, ik zeg, zeg ik'. In het echte leven zei hij niet zo veel, maar als hij onverwacht toch wat zei, lagen de toehoorders vaak dubbel van de lach. Ja, hij was ongewild geestig. En een beetje vreemd, anders dan anderen, eentje met gebruiksaanwijzing. Mijn moeder was zijn praktische tegenhang en hield hem met beide benen op de grond, wat hij haar ook weer kwalijk nam. 'Jij bent nooit ergens voor in mens, je hebt geen fantasie!' Gelukkig niet, anders hadden we nu in berooid op een zieltogende sinasappelplantage in Brazilië gezeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten