In 1968 ging ik met een vriendin naar Perugia, om daar in de Università per Stranieri, een cursus Italiaans te volgen.
Natuurlijk zaten we ook wel eens in de klas, en natuurlijk hebben we er wel wat Italiaans geleerd, maar het meeste van de taal, staken we toch buitenschools op.
Als excuus voor onze veelvuldige afwezigheid, kan ik de charme van het stadje en haar (tijdelijke) bewoners aanvoeren.
Het was er zo geheimzinnig, en in die smalle straatjes gebeurde zo veel, dat wij ons hoofd niet bij de lessen konden houden.
Na verloop van tijd stapelden de cafés, dancings, terrasjes, vriendjes en verkeerde liefdes zich dus danig op, dat ik besloot om even de hete grond onder mijn voeten te verlaten.
Op dat moment ontmoette ik David op een terras en maakte met hem de afspraak om elkaar de volgende morgen om acht uur te treffen op de uitgaande weg naar het zuiden.
Hij was daar en wij vertrokken liftend naar Torvaianica, waar zijn zus, die assistente of weet ik wat, was van een of andere filmregisseur, verbleef in een soort hotel, dat bestond uit allemaal kleine ronde huisjes, zoals trulli. Wij beleefden daar een paar leuke dagen tussen de chique filmmensen, maar zijn zus zat duidelijk in haar maag met haar hippie broertje en zijn tijdelijke vriendinnetje, en wilde ons wel lozen.
Wij staken onze duim weer op richting Pesaro, aan de Adriatische kust.
Ik weet hier gek genoeg, heel weinig meer van. Ik weet nog dat we een lift kregen van een man met een 60 km. autootje met een bakkie, waar we in zaten te hobbelen en de slappe lach kregen van de pijn aan ons gat. Ik weet niet meer hoe lang we weg waren en waar we geslapen hebben. Anyway, wij zijn ieder ons weegs gegaan. Ik, omdat ik blut was en naar de kust moest om geld te verdienen. Hij had een aardige toelage en moest terug naar school, denk ik. Wij hebben in ieder geval contact gehouden en met kerst ben ik naar Engeland gegaan en heb daar bij zijn moeder, een enig mens, met hun de kerstdagen doorgebracht. Een sprookje gelijk.
Met Pasen, kwam hij naar Nederland en een paar maanden later ging ik hem bezoeken in Rome, waar hij toen woonde.
Dat was de keer dat we met vier meiden een Fiatje 500 hadden gekocht voor 100 gulden en vijf dagen over de reis hebben gedaan omdat het ding almaar kapot ging. Uiteindelijk kwamen wij dan, na veel omwegen, want we zijn eerst langs Perugia gegaan, en ik heb nog tussendoor een tripje naar Joegoslavië gemaakt, in Rome aan.
Maar daar in Rome duurde het niet lang, want al gauw ontmoette ik mijn toekomstige ex.
Hier zetten we een van de vier vriendinnen met wie ik gekomen was, op de trein naar Nederland. Ik begrijp niet goed hoe David en mijn toekomstige verkering daar zo vriendschappelijk naast elkaar komen. Wellicht was het met de een nog niet aan en met de ander nog niet uit. Misschien bevonden wij ons in niemandsland.
In ieder geval is het zeker dat ik hem een vuile streek geleverd heb, die nog steeds op mijn geweten ligt te dobberen.
Maar nu.
Ik had natuurlijk nooit meer wat van de belazerde partij vernomen.
Maar dankzij internet die alles opspoort, heb ik hem gevonden. Ik gaf de naam in op FB en vond een jongeman, die ik gelijk herkende als zoon.
Sinds twee dagen heb ik een levendige chat met de zoon, die heel blij is met de foto's en de verhalen die hij niet kende.
Hij vertelde mij dat zijn vader 20 jaar geleden een beroerte had gehad en sindsdien eenzijdig verlamd is en moeilijk praat.
Hij was pas één jaar toen dit gebeurde, dus heeft hij zijn vader nooit anders gekend. Pa is twee keer gescheiden (wie had dat gedacht).
Hij stuurde een foto van een grijze stuurse man, die ik nooit zonder uitleg herkend zou hebben. Zou hij nog boos zijn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten