Vanmiddag had ik het zo warm dat ik een korte broek aangetrokken heb. Tot een uur geleden toen die warme zon alweer op zinken stond en het dan ook gelijk ijzig werd.
Ik heb vanmiddag de greppel aan de overzijde van het gemeentelijk pad, schoongemaakt. Ik weet niet precies wie dat nu eigenlijk moet onderhouden, of wie de eigenaar is, de boer of de gemeente.
De gemeente doet er sowieso niks aan en de boer kan het eigenlijk niet meer. Die houdt de boel onder controle met spuitmiddelen, waar wij natuurlijk niet zo blij mee zijn. Hij kwam, zoals iedere dag, even langs op zijn fiets, om te controleren of niemand zijn bron meegenomen had in de autokoffer.
Kijk eens aan, helemaal schoon.
Dit gat moet in ieder geval van vreemde smetten vrij zijn voor als straks, van de winter, na hevige regenval de greppel zal zijn veranderd in een wildkolkende rivier.
De boer groette vriendelijk, maar zei er helemaal niets over. Misschien vindt hij het niet leuk dat ik hem zijn werk uit handen neem. Zijn vrouw heeft mij wel eens gezegd dat hij moeite had met het loslaten van zijn levenswerk, zijn boerderij. Daarom gaat hij op zijn fiets iedere dag zijn bezittingen langs. Als een echte landheer.
Dit huisje heeft hij ook gekocht. Zijn zoon wil er later in, als hij gepensioneerd is. Of eerder, als zijn vader over de brug komt met de centen. Maar dat kan nog wel een tijdje duren, hoewel hij al wel een lelijk hoestje heeft en krom trekt van de artritis, maar daar kun je het nog lang mee rekken.
Zes uur, bijna donker. Gauw de kippen naar bed en dan de Springbalsemien zaaien op de oevers van de greppel. De boer zal niet weten wat hij meemaakt volgend voorjaar.
En nu...snaveltjes dicht en oogjes toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten