Gister Tikkop van Adriaan van Dis uitgelezen. In dit boek verhaalt de schrijver over een al wat oudere man, die in zijn jongen jaren gevaarlijke opdrachten uitvoerde voor een Parijse verzetsgroep tegen de Apartheid. Nu gaat hij, op uitnodiging van een vroegere comrade uit het verzet, terug naar het inmiddels vernieuwde Afrika om te zien en te ervaren hoe de situatie aldaar is en tevens om zijn geheugen op te frissen, dat een deuk heeft opgelopen door een beroerte. Wat hij daar aantreft, is allerminst opbeurend. De Apartheid is helemaal niet uitgebannen, zoals hij gedacht had. In een visserdorp huurt hij een gemeubileerd huis. Ook daar woont blank en bruin gescheiden. De blanken wonen in grote huizen op het duin, de vissers beneden in een stinkende havenkom, waar door de van hogerhand opgelegde vangstquota, grote werkloosheid heerst, met alle gevolgen vandien. De misdaad tiert er weliger dan de vis, de jeugd is aan de tik, een afrodisiacum gewonnen uit een weekdier, de perlemoen. De bruine handelaren hierin, scheuren rond in Buggy's, hebben het voor het zeggen en zorgen dat ze hun klanten behouden. De vissers begrijpen niets van de quota. Meneer Kwota? Wie is dat? Een prachtig boek. Die meneer van Dis kan pas echt schrijven. Spannend en poëtisch tegelijk. En dan dat Afrikaans, wat een schattige taal: de moeder die het over haar zoontje heeft, die verslaafd is aan de tik: My vrot seun, my vrek seun. Ag heretjie, ag heretjie..
Het zoontje dat aan het afkicken is thuis bij de verteller en voor het eerst met moderne apparatuur in aanraking komt en die de bout ziet garen achter het glas in de oven: Beeldbraai.
En de leukste: onenightstand- eennagnaai
Zal het ooit nog goed komen met Zuid-Afrika? Moenie worrie nie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten