maandag 4 juni 2012

Zieke dochter

Wat nu weer op Pied Sec plage? 
Vanmorgen vroeg toen ik mijn tuintje stond te wieden, kwam Frits langs. Frits, ook door ons wel aangeduid als 'de rattenvanger', omdat hij in Nederland jarenlang muskusrattenjager was, en die ons ieder jaar trouw bezoekt sinds we in Frankrijk wonen, zou afscheid komen nemen en tegelijk ons een dame voorstellen. Hij kwam alleen en nam (nog)geen afscheid. Frits de rattenvanger, die ook perfect bomen kan zagen en beton storten had zich, zoals ieder jaar, op een gemeentelijke camping in het aanpalende dorp geïnstalleerd. Hij staat daar graag, want buiten dat het er heel goedkoop is, wordt hij bezocht door reizigers en dorpsbewoners van allerlei pluimage. Ditmaal had hij kennis gemaakt met een moeder en een dochter, waarbij hij losliet dat hij de moeder leuker vond dan de dochter. Eergister werd de dochter ineens opgenomen met akute buikpijnen. De term pancreas viel. De moeder zit sindsdien bijna onafgebroken bij haar dochter, want de verzorging is hier in het weekend bijna nihil. Nu had de moeder aan de rattenvanger te kennen gegeven dat ze wel bij de Secours Populaire wilde komen werken omdat ze hier net aangekomen is en niemand kent. Vanmorgen dus zou ze met mij kennis maken opdat ik haar zou kunnen introduceren in de wereld. Als je ergens vreemd komt en niemand kent, is het moeilijk om ergens een beginnetje te vinden, ik ken dat. Zij was er echter niet bij, want zij was naar het ziekenhuis geroepen omdat het slechter ging met de dochter. Ineens zag ik alles voor me. Ik vroeg Frits of de dochter groot en flink gebouwd was. Ja, dat was ze. En daar had je het hele verhaal. De camping in het dorp heeft een soort beheerder, een stokoud vies mannetje dat slecht beheerd. Hem had ik een keer, misschien wel al twee jaar geleden, in de pharmacie gezien met een  
meisje (vrouw) van een jaar of 25. Zij deed net of ze zijn verzorgster was en hij deed net of zij zijn vrouw was. Zij was 2 koppen groter dan hij en ik vond het een curieus stel. Nu hoor ik dat hij haar van de straat gevist had, verslaafd aan van alles en nog wat, en haar onderdak en voeding had geboden. Wel bezat hij maar één bed, zodat het arme kind bij hem in bed moest. Dit ging een poosje goed, maar niet lang natuurlijk. Als zij half lam van de pillen naast hem lag, begon hij aan haar te friemelen. Zij bekloeg zich schriftelijk hierover bij haar moeder die, zoals een goede moeder betaamt, haar kwam redden. Zij heeft alles achter gelaten en heeft hier in in dit door God verlaten oord dat zich Saint Bonnet noemt, een huis gehuurd voor haar en haar dochter. Maar dan ben je er nog niet, ze moet ook nog ergens van leven. Ik heb de rattenvanger beloofd haar te bezoeken. Tja, als je niemand kent en je zit ook nog met een doodzieke dochter.....Wordt vervolgd.


Uitzicht vanuit mijn (ons)bed.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten