Gistermiddag ben ik bij Odile op bezoek geweest. Ik had haar ontmoet bij Christine, een maîtresse de danse en theatervriendin, alwaar ik mij had vervoegd om een dansje te leren. Terwijl wij zaten te kwekken i.p.v. te dansen, werd er gebeld. Voor de deur stond de buurvrouw met haar hond te druipen in de regen. Dat was Odile.
Wij vonden elkaar meteen aardig en zij deed haar verhaal. Zij vertelde dat ze sinds enkele maanden in het dorpje woonde, maar nog niemand kende. En ook dat ze uit Parijs kwam en 4 jaar in het moeras had gewoond met een hork, waar ze eindelijk bij weggelopen was. Ze zag er kouwelijk en armoedig uit. Eenzaam en vergane glorie. Maar lief en intelligent. Zo eentje die je redden wilt.
Ik had haar uitgenodigd om bij Dries en Mélancolie te komen op een four et filmavond. Ze vond het heerlijk om weer tussen mensen te zijn. Het soort mensen waar zij bij paste. Ik zag haar helemaal op bloeien, open gaan, warm worden. Zij praatte die avond jaren eenzaamheid van zich af. Ik zag de Parisienne in haar herboren worden.
Ik weet niet precies waarom, maar het contact met de wereld is bij die avond gebleven. Ze had nog geen telefoon, de mobile had in haar bush bush geen bereik. Ik dacht ook dat ze werk had gevonden in de druiven. Laksigheid van mijn kant ook. Wel gaf ik altijd aan Christine eieren voor haar mee.
Gisteren dus dacht ik, kom ik ga haar eens op zoeken. Letterlijk, want ik wist niet waar zij woonde. In het lieu-dit, het hameau, het gehuchtje staan hooguit 5 huizen. Maar wel een dikke kerk, een dichte school die nu als gemeenschapszaal in gebruik is, een reusachtige Mairie en een presbytère, waar Christine woont. Geen postkantoor helaas. En ook geen V.V.V.
Na een poosje om me heen gekeken te hebben, kwam er een dame uit de dichte school die dacht dat de persoon die ik zocht wel eens in dat en dat huisje zou kunnen wonen. En prijs. Odile was blij verrast door mijn komst.
Vanaf de laatste keer dat we elkaar gezien hadden, was het haar niet beter gegaan. Integendeel. De situatie is nu wel beter, want het is lente en lekker warm, maar sociaal en financieel zat ze op een dieptepunt. Ze had al die tijd niemand leren kennen, behalve die paar dorpsbewoners met wie ze wel eens een praatje maakte. Ze had geen werk gevonden, in de druiven had ze maar een weekje gewerkt. Ze krijgt een soort uitkering waar ze na aftrek van huur, stook en elektriek, 100 Euros in de maand overhoudt om van te leven. Dat kan niet, hoe zuinig ze ook doet en daarom is ze gedwongen haar spaargeld op te knabbelen. Maar dat is ook eindig. Ze heeft nog voor 4 maanden, dan is het op en staat ze op straat. Werk vinden zal ze niet, al solliciteert ze zich blauw en al heeft ze ervaring als en de nodige diploma's voor directie-secretaresse. In deze tijd van crisis en werkloosheid en dat in combinatie met haar leeftijd, kans zero. Hier in de campagne krijg je alleen nog werk in de verzorging van bejaarden of kleine kinderen. Maar daar moet je ook diploma's voor hebben. Je moet zelfs een brevet halen om een luier om te doen tegenwoordig. Hoe moet dat nu verder? Ik maak mij zorgen. Zij ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten