zaterdag 30 april 2011

Kippenvreugd en kippenleed

Eindelijk heb ik dan chickies. Dat komt zo: Vorige week arriveerde hier onze vriend Dick Bloothoofd, de helft van het tweemanschap die wij de Kaarsjongens pleegden te noemen, omdat de ontbrekende helft Willem Kaarsgaren heette. De jongens( 50ers, dus eigenlijk geen jongens meer), kwamen vanaf het begin dat wij naar Frankrijk verhuisden, jaarlijks een weekje bij ons klussen. Dat was voor ons heel welkom natuurlijk, want er viel en valt altijd veel te doen hier. Maar omdat hier waar we nu wonen minder te klussen en meer te tuinen valt, had ik ze vorig jaar geclaimed om een kippenhok/ren/afrastering voor mij te verzorgen.Voor mij zeg ik, want Marimon wil geen kippies en wenst dan ook niet zijn handen er aan vuil te maken. Dat zou anderhalf jaar geleden gebeuren, maar helaas kreeg Willem een gaatje in zijn long. Dat kan iedere bonafide roker gebeuren, dus nog geen man overboord. Maar het gaatje ging niet dicht en bleek longkanker te zijn. Hij is vorig jaar mei gestorven. Dick is zijn zwager en vriendje kwijt en heeft nu helemaal alleen een kippenhok moeten in orde maken. Het was een
 stuk rustiger rond de bouw, maar het resultaat is er niet minder mooi om. Het bestaande vogelhok werd water, tocht en roofdicht gemaakt. De glycine( blauwe regen) werd van het dak geknipt( waar wij allen aan mee geholpen hebben, ook Marimon), want anders zou de boel op een niet ver verwijderde dag instorten. Het is wel zonde van die blauwe bloemenpracht, maar hij gaat wel terugkomen en nu zullen we hem beter leiden


Foto boven is Willem 2 jaar geleden die zijn broekspijpen afknipt bij ons op het achterplaatsje.


En toen kwam de dag dat we de kippetjes gingen kopen, Dick en ik. We gingen naar elevage Proust, omdat ik die toevallig ken en kochten er 3 kleine kippetjes, kuikens eigenlijk nog van 4 weken oud, een witte, een bruine en een zwarte. Ik weet het ras niet meer, dat moet ik woensdag( ze zijn maar één middag in de week open) eens gaan vragen. Nu heb ik ze 4 dagen, en ik weet niet of ik er wel goed aan gedaan heb om van die jonkies te nemen, want ze snappen niks en zijn heel angstig en onzeker. Zo wil ik ze 's nachts liever in het konijnenhok hebben, want dat is beschutter. Maar die krengen willen er niet in en als ik ze er met een zekere dwang instop, worden ze panisch, dus dat doe ik maar niet meer. Dus slapen ze buiten in de ren. Nu is er ook een overdekt binnending met betonnen vloer waar ik wat stro ingekwakt heb en waar ze de hele dag zitten in plaats van lekker in het zonnetje in de ren te scharrelen. Nee, ze doen het andersom, overdag binnen en 's nachts buiten, om van het konijnenhok niet eens te spreken. Nu is het 's nachts niet koud en het regent niet, maar ik vraag me af of ze zo slim zijn om naar binnen te gaan als het regent, want ze zijn wel erg dom en van 't padje af. Ik had beter een moederkip kunnen nemen met een paar kleintjes; Nou ja, als ze het niet overleven dan een herkansing. Ik heb ze nog maar geen namen gegeven. De buurvrouw zegt, dat ik er een Bernadette moet noemen,naar haar, en de ander Pierrette naar haar zuster; Dat kan, dan noem ik de derde naar de derde zuster: Renée. De vierde zus wordt niet vernoemd, want daar hebben ze allemaal ruzie mee. Dat komt goed uit, want er is geen vierde kip om te vernoemen. Het is een hele zorg die chickies.




Eerste nacht in het konijnenhok, toen wilden ze nog wel.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten