zaterdag 30 november 2019

Vollopen en leeglopen in de scan.

Nu de tijd gekomen is dat de poche er af kan, komen er weer allerlei onderzoeken om te kijken of de boel van binnen netjes aan elkaar gegroeid is en er geen scalpels zijn achtergebleven bijvoorbeeld. De eerste in de serie heb ik donderdag ondergaan. Een scan. Omdat ik er daarvan al tig heb gehad en niemand mij had verteld dat het deze keer anders zou gaan, had ik geen maatregelen van welke soort ook getroffen.

Ik had braaf plaatsgenomen op de scantafel, in hemd en onderbroek zoals altijd. Twee jonge 'scanverpleegstertjes' maakten het infuus in mijn arm klaar waar de contrastvloeistof in moest. Bekend tafreel. Maar er lag ook een grote, blauwe , papieren broek klaar, met een open flap in het kruis. Wat moet ik daarmee? vroeg ik enigszins ongerust. U trekt uw onderbroekje uit en deze aan. Wij gaan dan via de onderkant een liter vloeistof inbrengen, die u zo lang mogelijk moet binnenhouden, dus billen op elkaar. Ja maar, sputterde ik tegen, ik heb een poche. Daar hadden ze niet op gerekend. Verbaasde gezichten.
 -Dan komt de vloeistof in de poche. 
-Ja maar, daar kan geen liter in, dat wordt knappen. 
-Heeft u een reservepoche meegenomen? 
-Toevallig niet, want ik heb er niet meer in voorraad. De pharmacie had ze niet in voorraad en de grossier ook niet. Dit is mijn laatste. Vanmiddag om half 6 kan ik een nieuw pak ophalen.
-Wat nu gedaan? Wij hebben opdracht gekregen dit op deze manier uit te voeren en we hebben hier geen poches.
Terwijl de vloeistof al in mijn arm ging en de andere vloeistof in de bibs, begon ik bevelen uit te delen. 
-Naast de receptie is de afdeling darmen. Daar zit een stoma specialiste, ze heet Cathérine en ik weet zeker dat zij poches in voorraad heeft. Rennen!! Ondertussen vulde de poche zich en ging vervaarlijk bol staan. -Stop, ho, riep ik, dit gaat niet goed. Op dat moment kwam de koerier binnen met Cathérine. Wij kenden elkaar nog van een vorige keer, toen ze mijn wonden verschoond had. Wat was ik blij dit vertrouwde, lieve gezicht te zien. Nu kan het niet meer mis gaan. 
-We legen de poche gewoon aan de onderkant,zei ze rustig. Hebben jullie een haricot? Dat bleken ze na wat zoeken te hebben. Een boonvormig metalen bakje, voor allerlei vieze dingen te gebruiken. -Het ruikt naar anijs, toch niet aan de Pernod geweest? 
Na de foto's mocht ik alles laten lopen, gelukkig en werd ik gemaand op te staan van de scantafel. Maar hé, ho, ik ben nog lang niet leeggelopen. 
-Ja hoor, alles is er uit.
-Jullie zult zien van niet, zei ik terwijl ik, al druipend opstond van de tafel. Dat wordt dweilen. 
-Gaat u maar naar het kleedhokje. 
-Al druipend naar het kleedhokje? Zijn jullie wel goed? Zoek liever een handoek of desnoods een keukenrol! Ze stoven alle kanten op, maar nergen een handdoek of zelfs maar een washand te bekennen. Uiteindelijk nam ik maar het stuk plasticpapier dat de scantafel moest beschermen, om me mee droog te maken en schodderde al druppelend met de Cathérine in mijn kielzog naar het kleedhok waar ik mij half vochtig aankleedde. Het zal wel opdrogen in de auto. De scandokter was er binnen 5 minuten. Uw darm is étanche, zei hij. Wat zoveel betekent dat hij waterdicht is. Goed aan elkaar gegroeid dus, de stukken. Dat is goed nieuws, zei hij er nog maar eens bij. Ja, goed nieuws. Nu kan de poche er af. En wat als het nu eens niet waterdicht geweest was? Was mijn buikholte dan vol water gelopen? Ze doen maar wat daar.

Volgende keer gaat er een grote tas mee. Met handdoeken, maandverbanden, luierbroekjes, en poches. Want ze vertellen je hier nooit wat van te voren. 

woensdag 30 oktober 2019

Goed nieuws!

En zo gingen we gister naar het ziekenhuis om mijn wonden, of wat er van over is te laten controleren door de chirurgien dr. Bassem Makar, die niet degene is die de operatie uitgevoerd heeft, want dat was le docteur Pompilio die nu zelf onder het mes ligt, de bofferd. Ik lag daar vredig op de onderzoektafel onder de vaardige handen van de infirmière het gepampel en geveeg te ondergaan, toen ik de docteur vanachter zijn bureau iets hoorde mompelen. Nu was ik een beetje doof, omdat mijn linker gehoorapp. de geest had gegeven en en plus versta ik de man sowieso niet, maar ik vind het ook weer gênant om steeds pardon wat zegt u te moeten zeggen, dat vind ik weer zo discriminatoire, want hij heeft een verweg accent en bovendien een bruine huid en voor je het weet heb je weer iemand gekwetst of bestempeld, Maar in dit geval leek het me uiterst interessant wat hij daar mompelde. Ik schoot overeind: Comment? Wat zegt U? Kunt U bij uitzondering dit herhalen? En jawel, hij zei het, hij sprak de woorden. Het stuk darm dat mijn collega heeft verwijderd bevatte geen kankercellen. Geen chemo nabehandeling meer. U bent vrij. U kunt gaan... 
Dank U wel dokter. Natuurlijk zijn wij hier heel blij mee, wij springen een gat in de lucht. Ik vraag mij alleen af waarom dat stuk darm er dan uit moest als het toch al schoonbestraald en gechemood was?
Omdat ze dat niet konden zien voordat het er uit was, misschien. Laten we het daar maar op houden. Gelijk werden er de nodige stappen gezet voor de volgende fase: een scan, en een afspraak met de coloscopiespecialist. Als de stukjes darm netjes aan elkaar blijken te zijn gegroeid mag de poche er af (net nu ik er zo aan gehecht raak). Dat gaat begin of half december worden. Wie weet mag ik weer als volwaardig mens aanzitten aan de diverse kerstdiners die zo rond half december beginnen. 
Vorig jaar december sloeg ik alarm. Het heeft precies een jaar geduurd.
2019 is een raar getal. Ik heb het vanaf het begin gewantrouwd. 

2020 klinkt een stuk beter. Joepieieieieie!!!!

maandag 14 oktober 2019

Avez-vous mal?

Vous avez mal? Heeft u pijn? Dit zinnetje, mij meermalen toegefluisterd in de nacht, gaven mij sterkte en troost terwijl ik daar lag op mijn rug, gevangen tussen infuus buizen en slangen, naar het plafond te staren. Er is hier iemand die zich om mij bekommert. 
Het ergste was niet de pijn, want die had ik niet, daar zorgde een poedertje opgelost in het magische infuus voor, maar de machteloosheid. Je niet te kunnen bewegen, omdat je vast zit en bovendien de kracht ervoor je ontbreekt. De ergerlijke buurvrouw, die urenlang een TV met veel geflits liet schetteren. De intense verveling. Het smakeloze eten. 

Maar dan de verzorgers. Van poetsvrouw tot ambulancier tot aide soignante tot infirmière, allemaal even geduldig, zorgzaam en lief. 

De artsen niet. Die kwamen iedere dag met hun gevolg in hun kielzog de kamer binnen schrijden, keken naar je alsof je een lap vlees in de etalage van de slager was, mompelden hun bevindingen naar hun achterban, die dat scheen te begrijpen, en ruisten weer de kamer uit. Tot ze je op gegeven moment meedelen dat je naar huis mag, zonder ooit een glimlachje op hun gezicht getoverd te hebben.

Een fijn ziekenhuis daar in Flers. Klein, ouderwets, armoedig haast, met versleten handdoeken en gescheurd behang. Maar met veel warmte en veel vrijheid voor de patient, die b.v. de hele dag bezoek mocht ontvangen. Wat ook weer zijn nadeel had, want mijn aardige, populaire buurvrouw (de derde) b.v., had meestal de hele middag tot ver in de avond bezoek van soms wel 8 mensen tegelijk. Dat kan bezwaarlijk zijn voor de medekamerbewoner, maar ook voor haarzelf. Want die mensen bouwden een feestje rondom haar, terwijl ze er zelf koortsig en suf tussen lag. Ikzelf vind het wel bezwaarlijk om te gaan zitten reutelen op de wc, terwijl het bezoek op een meter afstand toehoort. Dat was nu in mijn geval niet van toepassing, want ik reutelde vrijelijk in mijn poche terwijl ik in bed bleef liggen, de schaamte voorbij. 

Ja, een 2 persoonskamer heeft zo zijn nadelen. Vooral die TV. (lang leve de smartphone). Maar het scheelt wie je treft als partner. Met de derde en laatste buurvrouw kon ik uitstekend overweg. Zij vroeg mij vriendelijk of ik het erg vond dat ze even een quiz ging kijken op TV. Wij overlegden of het raam open moest of dicht. Wij vonden allebei dat de luiken niet dicht moesten 's nachts. Wij lagen op slapeloze nachten allebei op onze mobile te staren in het donker en vroegen elkaar waarom we niet sliepen en lieten vrijelijk scheten die knalden door de nacht. Dat is pas vriendschap.

Ik dacht na een dag of 3 weer thuis te zijn, maar dat viel tegen. Ik was blij dat ik dat niet hoefde. Het zitten op een stoel naast mijn bed vond ik al vermoeiend op de 3de dag. Ik moest mijzelf dwingen de gang op te gaan, wandelend met het infuus op wieltjes met alle flessen en zakken er aan (een hele organisatie om niet in de knoop te raken). De 12 dagen waren precies goed getimed. 

Eenmaal thuis gaat de vooruitgang met sprongen. Ik voel mij weer een hele Piet, vooral door het heerlijke eten van Marimon, de stilte op La Chapelle en mijn eigen bedje met mijn eigen Marimon er in...



zaterdag 14 september 2019

Negerzoenenfeest.

Ik vraag mij af of het brengen van de goede of slechte boodschap in het opleidingspakket van de arts in wording zit. 

De eerste boodschap werd mij nog half slapend van de narcose na de coloscopie gebracht door dr. H., de internist. 'C'est grave, très grave', sprak hij somber. Over 14 dagen wil ik opereren.
Dat kwam er niet van, eerst nog een M.R.I, een Scan, een Endoscopie, een Echo met Röntgen er achteraan, weer een M.R.I. van de lever, een Cardio, een PETscan, 5 weken bestraling en chemo en toen pas, nu dus over 2 weken, eindelijk de operatie. 

Maar het nieuws werd steeds beter. Zag Sacha de scandokter nog een plekje op de lever en plekjes her en der in de longen, (c'est moins bien, mais pas catastrophique) en dacht de internist zeker te weten dat het vlekje op de lever kwaadaardig was (u bent zo te zien geen alcoholist, dus we gaan er van uit dat het een uitzaaing is), de PETscan die ik 2 weken later in Caen kreeg wees uit dat het geen métastase was. Dat mompelde dr. M'Vondo tussen neus en lippen door, terwijl hij nauwelijks besefte hoe belangrijk dit voor mij was.

Eergister was ik weer bij dr. Sacha van de scan. Nu heette hij Florent, maar hij zag er precies hetzelfde uit. Zo'n lief knulletje met rechtopstaand zwart spijkerhaar, jonger dan mijn zoon. 
Het vlekje op de lever is niet geëvalueerd, noch de vlekjes op de longen, alle aangetaste lympheklieren in de darmen zijn verdwenen. Toen ik niet meteen reageerde, zei hij met nadruk:
'Dat is goed nieuws!' Ja, ja, dank u wel. Un grand merci .

Dat moeten we vieren. Meteen door naar de Lidl. Een groot pak negerzoenen (die nu de saaie naam van 'Choco Softies' dragen, hoe verzin je het), pinda's in een jasje, spritsen, verboden biefstukjes uit Argentinië, macropak zachte toffee melange, 6 flessen Faugère wijn, een plastic tafelzeil, een pak mini snickers en ook een zak gemengde sla om het goed te maken. Alles in plastic verpakt, helaas. Het milieu moet weer het gelag van mijn vreugde betalen. 

En zo ga je in 6 maanden tijd van ernstig, naar erger, naar een serieuze doodsmogelijkheid in je gedachten (is dat niet ieders lot op de duur?), naar terugvechten, aanvallen, moeheid en berusting in die moeheid, naar overgave, naar hoop op spoedig herstel.

Gister waren we bij dr. M'Vondo che Mabubu. Hij zei dat als het uitgeknipte stukje darm onder de microscoop schoon blijkt, er van chemo achteraf geen sprake zal zijn. Of een korte sessie. Dank u wel dr. M'Vondo. De volgende afspraak met hem is volgend jaar september. Als hij het haalt, want hij zag er moe en afgetobd uit. Hij werkt niet te hard, want hij is ontzettend traag, maar maakt wellicht  te lange dagen, want hij zal toch al die patiënten moeten afwerken met dat tempo van hem. Ik hoop dat hij nog even van zijn pensioen mag genieten, want dat heeft hij verdiend, de zachtste en liefste dokter van Baclesse. Zou hij thuis ook zo aardig zijn? Hij doet me denken aan Agostinho uit Mozambique, de aardigste zwarte met de mooiste glimlach van het stadje T. Maar hij sloeg wel zijn vrouw...


Maar tussen de bedrijven door heb ik wel een hele mooie en gelukkige zomer gehad, en dat gaat maar door. Nu weer appeltijd met rapen, schillen, koken en invriezen. Met de voorraad van vorig jaar hebben we tot in maart appelmoes gehad.



En na Caen gister door naar Cabourg, waar niks aan was, de hele zeekant volgebouwd met hotels en appartamenten, het leek de Costa Brava wel. Maar Houlgate, dat er tegenaan ligt, dat is nog zoals het was. Lief, schattig, simpel, echt. We waren een beetje moe gister, dus we zijn er slechts stapvoets doorheen gereden. En het was ook een beetje miezerig weer. Maar de volgende rit naar de kust zal naar Houlgate zijn. Nog beter dan Cancale!

Vanavond moules/frites in de feesttent van het dorp. Daarna is het even uit met de pret, want dan moet ik weer op een darmdieet voor de operatie over 2 weken. Maar daarna... dan zet ik mij in het restaurant waar we gister zo heerlijk gegeten hebben op weg naar Cabourg, en ik kom er niet eerder uit dan dat ik zo rond ben als de juffrouw op de foto hier boven.

woensdag 4 september 2019

Onze lusthof

Begin september, heerlijk weer, prachtige nazomer. Ik zit in de 4de opknapweek en alles gaat hard vooruit. Vandaag een uurtje gefietst, was maanden geleden. Moet de beenspieren nog wat trainen, dat merkte ik vooral toen ik gister na jaren de step weer eens te voorschijn haalde. Na 200 meter had ik het gezien, gelukkig was de buurman thuis en konden we het gezellig even over stoma's hebben. Hij is ervaringsdeskundige en weet alle ins en outs van dit zakje.


Zondag waren we in Cancale. We hebben een stukje van de smokkelaarsroute gelopen, meer geklauterd eigenlijk, over smalle rotsachtige paadjes, op en af. Dat kan moeder toch maar allemaal!

Laila, mijn paarse autootje gewassen, ook na maanden. Ik kon haar bijna niet meer terugvinden onder de laag woestijnzand. Zij slaapt nu voor de toekomstige gîte omdat ze daar zo mooi bij de Verbena's kleurt. 

Zij is samen met haar broertje, uit de cour voor het huis verbannen omdat Marimon het ambitieuze plan heeft opgevat om van de cour een lusthof te maken met een bloemenborder, zitjes en parasols.

Maar voorlopig moet hij zich nog door enige lagen puin en stenen graven. Hij raast regelmatig met zijn motormaaier met aanhangkarretje door de cour om het puin af te voeren en de verse grond (die weer uit de graafwerken van de fosse septique komt) in de kuilen te gooien. De kippen raken ervan in de stress en laten dat luidkeels horen. Zij leggen hun eieren tegenwoordig n.l. onder de hortensia voor het huis,7 kiekens in wording, wat een verantwoording.

 Ik hoor steeds vaker: 'Ai m'n rik'...

De toekomstige lusthof.

Ondertussen knoop ik relaties aan met kikkers in de vijver.
Je zal het niet geloven, maar kikkers zijn sociale dieren. Als ik naar de vijver ga om de vissen te voeren, springen zij eerst vanaf de kant waar zij zaten te zonnen, geschrokken het water in. Als ik dan even blijf staan of zitten op m'n hurken, dan komt er eentje de kant op en gaat mij aan zitten kijken. Als ik die dan aanspreek en zoete verhaaltjes vertel, komen er steeds meer die daar roerloos blijven zitten luisteren.

Kikkers hebben een ziel, zoveel is zeker. Van kippen weet ik het zo net niet en als ze er al een hebben, dan is die zeker zwart.

zondag 18 augustus 2019

Dieet-eten versus Wiener Schnitzel

Deze week ben ik begonnen met het grenzeloos genieten van mijn herwonnen vrijheid. Geen taxi voor de deur. Ik mag de hele dag ongelimiteerd bankhangen. Pas maandag heb ik enkele meest nodige klusjes gedaan, zoals mijn haar in de henna zetten en de poezen ontvlooien. En natuurlijk een boeket Dahlia's, volgehangen met kaartjes waarop de namen van alle chauffeurs 10) die mij de afgelopen weken naar Caen hebben vervoerd, afgegeven bij de secretaresse van het taxibedrijf.  

zondag 11 augustus 2019

De geur van Baclesse.

Vanmorgen lang onder de douche gestaan om de geur van Baclesse af te spoelen. Baclesse is het bestralingscentrum waar ik de afgelopen 5 weken iedere dag met de taxi half slapend naar toe vervoerd ben.
Niet dat de bestraling zo vreselijk was, daar heb ik niets van gevoeld, hoewel de vrolijk rondspringende kabouters iedere keer aan me vroegen of het wel ging. Nee, het ergste was de spanning, houd ik mijn plas op (je moet een half uur van te voren 1 liter! water drinken), poep ik niet in mijn broek, is er geen retard of valt de machine niet uit. Dit laatste gebeurde om de haverklap, zodat er vaak lange wachttijden waren. In de derde week, de hittegolfweek, is het gebeurd dat de machine er helemaal mee ophield, juist toen ik er onder lag. Er werd aan gesleuteld en gedaan, maar ze kregen hem niet aan de gang. Iedereen werd naar huis gestuurd, behalve ik. Zo'n snotneus van een Peyton Place dr. Rossi, vond dat ik daar 5 uur op een stoeltje moest blijven zitten, de tijd dat de tweede machine op mij werd aangepast. Ik protesteerde hevig, maar hij vond dat ik dankbaar moest zijn dat een physicien alleen voor mij zich zo'n moeite gaf. Ik kon zogenaamd geen dag zonder bestraling omdat ik tegelijkertijd chemo innam. En de 14de juli dan? En Mariahemelvaart? En het weekend? Maar ja, je delft toch het onderspit want je bent afhankelijk van je redders, dus heb ik daar, samen met mijn lieve chauffeuse (die daar overigens wel voor betaald kreeg, in mijn vorig blog schreef ik abusievelijk van niet), 5 uur zitten wachten. Om half 10 's avonds waren we thuis. 

De volgende dag werd ik gebeld met de mededeling dat ik niet hoefde te komen want de machine was nog steeds en panne. Toen kon het ineens wel dus, een dag zonder bestraling!! I.p.v. vrijdag ben ik toen zaterdagmorgen gegaan, op de voor mij aangepaste 2de machine. Maandag was hij gerepareerd en sindsdien niet meer stuk geweest. Een week later hadden ze het er nog over hoe erg het was dat ik zo lang had moeten wachten. Ja, zei ik. Jullie hadden mij wel eens een bed kunnen aanbieden. Heeft u daarom gevraagd dan? Nee, want ik wist niet dat die mogelijkheid bestond...

Dat bedoel ik. Er is in dat gebouw geen enkele consideratie met of begeleiding van de patiënten. De kabouters van de bestraling zijn jong, vrolijk en aardig, maar meer technici dan verplegers.
De vriendelijke Obama van de in-take heb ik pas aan het eind weer gezien. Hij vroeg hoe het gegaan was, constateerde dat mijn bilspleet verbrand was (dat wist ik zelf ook wel) en schreef een receptje uit voor incontinentie luiers, die je overigens niet vergoed krijgt, dus verspilde moeite, en dat was dat. Iedere week had ik een 10 minutengesprekje met een net van school nog niet droog achter de oren co-assistentje, waarbij ik het gevoel had dat ik hem moest begeleiden i.p.v. andersom. En dat was ook weer dat.

Maar dan de taxichauffeurs, dat waren de ware begeleiders. Van hen kwam ik nog eens iets aan de weet en niet alleen over chemo en bestraling, maar ook over de buurt, de postbodes en de dorpsarts. Bij sommigen heb ik van een diepe inkijk in hun privébestaan mogen genieten, waardoor een hechte band is onstaan met bijna tranen en een snik in de stem bij het afscheid.
Maandag breng ik ze samen met de eindafrekening een grote bos Dahlia's uit de tuin.

Eerste fase goed doorstaan. Buiten wat gevoelige handen en voeten,  een hardnekkige en onvoorspelbare buikloop en een chronische vermoeidheid, heb ik geen klachten gehad. Het ergste was het wachten overal.

Met grote dank aan Marimon voor het instoppen van een niet aflatende stroom aangepast voedsel.

30 september de operatie. Nu 7 weken vrij, onderbroken door weer een scan, een MRI, gesprek met chirurg en anesthesist. En een afsluitend gesprek met M'Vondo (Obama) in Caen.



zondag 14 juli 2019

Eerste week zit er op.

Deze week heb ik veel geleerd: o.a. dat het C.H.U. (Centre Hospitalier Universitaire) in de volksmond wordt uitgesproken als 'SJU'. En verder dat de bestralingsmachines (vooral de mijne) om de haverklap 'en panne' zijn. Zo'n 'panne' kan dan makkelijk 2 uur duren, die je daar moet uitzitten en de chauffeur ook, als hij tenminste geen vrachtje tussendoor heeft. Die chauffeurs hebben in mijn ogen een slavenbaan, want vooral nu in vakantietijd, maken ze dagen van 12 uur en om de week ook nog in het weekend. Ik hoop dat ze het overwerk betaald krijgen, i.i.g. krijgen ze de uren die ze in het ziekenhuis moeten wachten niet betaald. Maar ze klagen niet en zijn tevreden met hun job. Ik heb er deze week 6 verschillende gehad, en ze waren allemaal even lief en zorgzaam. Ze begeleidden me helemaal tot aan de afdeling waar ik zijn moet en komen mij daar ook weer afhalen, zodat ik niet bang hoeft te zijn in dit enorme gebouw achtergelaten te worden. Ook als ik naar de bloedprik of de controledokter moet. Gelukkig maar, want ik verdwaal nog in een schoenendoos. De bestralingsafdeling kan ik inmiddels wel blind vinden, zodat de chauffeur een parkeerplekje kan zoeken en ook de bloedprik ga ik zelfstandig naar toe, dus mijn oriëntatie is al aan het verbeteren. Van het bestralen voel ik niks en ook van de chemo heb ik geen last. Alleen de darmen zijn wat in de war. We zijn nog bezig het juiste dieet te vinden, want van het voorgeschreven dieet word je alleen maar slap en verlies je je eetlust. Bovendien krijg ik geheel tegenstrijdige adviezen. De ene dokter zei dat het dieet was om diarrhee te voorkomen, de ander om constipatie te voorkomen. Ik ga dus gewoon weer eten zoals ik gewend was, alleen wat kleinere porties en wat vaker. 

De eerste week zit er op, het gaat naar wens, heb geen klachten behalve vermoeidheid. Maar dat is niet zo gek als je bedenkt dat ik per dag zeker 5 à 6 uur van huis ben, tussen de taxirit, het wachten en de bestraling, die overigens maar 10 minuten duurt. Ik denk dat het uiteindelijk voor de Sécu goedkoper uit zou komen om meer machines neer te zetten her en der, hoewel ze 2 miljoen per stuk kosten, zodat al die urendurende, geldverslindende taxiritten voorkomen kunnen worden. Ook prettiger voor de patiënt.


zaterdag 22 juni 2019

De taxi ambulance.

12.15 de taxi staat voor de deur. Tot mijn verrassing is het een taxi-ambulance, die hier natuurlijk ambulance-taxi heet, met een mooi rood kruis op het portier. Niet dat het een echte ambulance is, je moet gewoon zitten, zoals ieder ander mens, maar het is toch confortabel. De chauffeuse, die geweldig rijdt en tegelijkertijd kans ziet om de berichten op haar  I phone te lezen en zelfs om die te beantwoorden en een zak spekkies leeg te eten, is ook mijn gids en hoedster. Ik hoef helemaal nergens meer aan te denken, behalve aan de halve liter water die ik een half uur voor het onderzoek moest  innemen, in mijn blaas te houden. De secretarie geeft aan haar de nodige papieren en vertelt wat er mee gedaan moet worden. Ik weet niet precies waarom ik hier ben, in het bestralingscentrum in Caen, maar het zal wel met bestralen te maken hebben. Gaat u hier maar liggen. We gaan eerst uw blaas controleren, of er genoeg inzit. O ja, er zit meer dan genoeg in, schiet nu maar op. Maar er mag ook niet te veel in zitten, dan halen we het eruit. O ja, hoe dan? Toch niet met zo'n enge catheder, waar je steevast een blaasontsteking van krijgt? Er zat precies genoeg in, gelukkig.
Er werd in mij geprikt en daarop wat getatoueerd. Mag ik hiermee onder de douche? Ja hoor, dat mag. Zou het, net als een echte tatouage, voor altijd op mijn buik blijven zitten? Ik werd gemeten en geschoven. Dit heette een simulations de radiation. Een oefening, droogzwemmen, zo zal het voortaan vijf weken lang gaan, maar dan zonder blaasproef en zonder tatouages, want die zitten er al. Fluitje van een cent. Alleen die 3 uur durende autorit iedere dag, zal nog niet meevallen. Vooral omdat de chemo er nog bij gaat komen. Maar we zien wel. Al die mensen die ik hier in de wachtkamers zie zitten, in rolstoelen, met stekkers in hun neus, verbonden aan machientjes, afvoerputjes in hun hals waardoor ze praten en hoesten, zodat hun t-shirt vol sproeisel komt te zitten, mensen die wiebelend, als Lazarus overeind komen uit hun rolstoel, lopend op wankele dunne benen naar de receptie om verhaal te halen, hoe lang ze daar nog moeten zitten wachten, wanneer ze weer naar hun veilige ziekenhuisbed mogen. Ik heb het gevoel dat iedereen hier in F. tot over de dood in leven wordt gehouden. Om de overlevingscijfers hoog te houden voor de statistieken? Ik weet dat je niet in geld mag denken, maar wat moet dat niet kosten en wie moet dat opbrengen en is dat houdbaar op de duur met die kankerepidemie van tegenwoordig. Of heeft iedereen opeens kanker omdat ik het heb? Net als dat de hele wereld zwanger lijkt als je het zelf bent? Wie je ook spreekt, ze hebben wel een broer of zus of neef of nicht of buurvrouw die het ook heeft. Of gehad. Want de meesten spreken over gehad. Ze kunnen het navertellen. God zij
dank.



dinsdag 11 juni 2019

Een man om te zoenen.

Ik ben in Caen in het bestralingscentrum en ga 'mijn' oncoloog ontmoeten. Daar komt hij de gang in met traag swingende pas, een oudere Obama. Is uw man er niet? Die komt er aan, is nog een parkeerplaats aan het zoeken, ik ben vast vooruitgegaan, anders zouden we te laat komen. Oh, maar het steekt niet op een minuut hoor, we hebben de tijd. Dat bleek toen hij zeker een kwartier werk had om een benzinebon uit de computer te draaien, die hij ook nog verkeerd had ingevuld, dus een nieuwe bon, weer een kwartier. De rest van het uur bekeek hij het resultaat van de MRI en besloot dat hij me kon bestralen. Nou fijn. Maar wanneer dan? Oh, dat weet ik niet, kom de 21ste terug, dan ben ik net met vakantie vertrokken, maar mijn collega gaat u onderzoeken en opmeten en de juiste bestralingspunten op u tekenen en dan beslist de administratie wanneer er begonnen kan worden. Relaxed. Zo kom ik de zomer wel door. Ook bestudeerde hij de PET Scan, waar ik zo bang voor was. Ja ik zie het, u heeft een letsel in de bocht van het rectum naar de sigmoïde. De onderste helft ga ik bestralen, de bovenste wordt er uit geknipt. Wist ik allemaal al. Maar wat ik niet wist.....

En een kankervlek op de lever, zei ik. Waar dan?, zei hij. Daarvan is niets te zien op de scan. Nee hoor, daar zit geen kanker.
Mijn ogen werden groot van verbazing. Ik had hem kunnen zoenen!
En trouwens, al zou het er wel zitten, dat is wel weg na de chemo en anders pakken ze het bij de operatie wel mee. No worries mate, niks aan de hand. Fluitje van een cent. Dank u wel dokter M'Vobo

Wij huppelden door de Super U op weg naar huis en kochten veel te veel onnodig lekkers. Twee weken vrij.

Vandaag kwamen de werkers om de Fosse Septique te graven. Want we gaan het doen, de gîte. We hebben 4 jaar gewikt en gewogen en nu kunnen we niet meer terug, het gat is gegraven, de tank zit er in. Een nieuw avontuur, want tja, het leven gaat door...



maandag 3 juni 2019

De PET TEP scan.

Vandaag een PET scan gehad, wat ze hier een TEP scan noemen.
Ik had er een beetje tegenop gezien, ten eerste omdat je 6 uur voor de scan het laatste voedsel in je mond mag stoppen. Dat betekende dat ik na mijn haver/fruit/yoghurt ontbijt niets meer mocht eten tot 6 uur 's avonds. En ook natuurlijk de onverbiddelijke uitslag, want je ziet daarop ieder foutief puntje. Onze huisarts vond juist dat de opsporings apparaten nog veel meer zouden moeten kunnen tonen, want des te kleiner het foute plekje, des te eerder het weg te krijgen is. Wees blij als ze wat vinden! (zei hij), Nou ja, hm, liever niet.

Het is een uur en een kwartier rijden naar Caen, dan nog het verkeer dat tegen kan zitten, de plek en een parkeerplaats vinden. Marimon en ik gingen om 12.45 weg om daar om 14.15 aan te komen. Om 14.30 moest ik mij bij de administratie melden. Het duurde nogal lang daar, want de madame die mij in moest schrijven had nogal moeite met mijn uitheemse naam en geboorteplaats, terwijl ze het zo van mijn paspoort kon overschrijven. Maar het land van herkomst, wat is dat dan. Les Pays-Bas, madame. Nooit van gehoord. Waar ligt dat dan ergens? Ze kon het niet vinden op de computer en een collega moest haar te hulp schieten. Zelfs mijn adres in Frankrijk tikte ze verkeerd, hoewel ik haar een visitekaartje met al mijn gegevens voor haar neus had gehouden. Een verdieping lager bij de admini van de PET, bleek dat ze alles verkeerd had ingevuld. Zo gaat de tijd wel om.

Op de duur lag ik dan in een klein kamertje op een soort bed, terwijl de nodige vloeistof ingespoten werd. Ik moest daar een uur stil in het halfdonker blijven liggen en viel prompt in slaap. Het uur was snel om op die manier en achtereenvolgens ook de scan, want ik dommelde lekker nog een poosje door onder het dekentje dat de infirmière zo zorgzaam over mij heen had gelegd en een zacht briesje mij leek gevoelen of ik aan het strand lag.

De uitslag weet ik nog niet, die sturen ze over een paar dagen door naar de specialist die mij onder behandeling heeft. Ik heb dus nog een paar rustige dagen die ik in onwetenheid mag doorbrengen.

Donderdag gaan we weer naar Caen, nu om de dokter te ontmoeten die ons het behandelplan gaat voorleggen. 6 weken bestraling, gecombineerd met chemo. Iedere werkdag naar Caen, met de taxi gelukkig, alles 100 procent betaald door de Secu. Wat een geluk dat ik hier woon en niet in Timboektoe. En wat heerlijk om tegen de avond ons stille en paradijselijke erf op te rijden, waar de poezen in het warme grind liggen te rollen en de kippen de picknick tafel onder zitten te schijten terwijl de was nog vrolijk aan de lijn hangt.


dinsdag 21 mei 2019

Mijn Marimon kan alles!

De afgelopen week was er de kip, de vloer, de MRI, de chit chat op Château Jasmine en nog zo het een en ander. 
Laen we beginnen bij de vloer, want die is al ouder dan deze week, tenminste de aanvang er van, en nu bijna kaar.
Nee, eerst het eendenpaartje dat domicilie bij ons gekozen heeft. De kleinzoon van de (overleden)buurman had ze in zijn meertje gezet, maar ze vinden het bij ons gezelliger. Ze komen 's morgens bij het krieken van de dag, schuiven de kikkers opzij, nemen een bad in ons vijverje, poetsen zichzelf op de oever en doen een tukje onder een van de bomen. Na een paar uur, als de kippen vrij komen en het met hun rust gedaan is, gaan ze weer naar hun meer. Niet dat ze er bang voor zijn, nee het is eerder andersom, het zijn de kippen die hen met enig wantrouwen bekijken. Zo de waard is vertrouwt hij zijn gasten.
Want kippen deugen niet, zoveel is zeker.

Zo waren wij weer eens door slecht gedrag hunnerzijds gedwongen een executie uit te voeren. Ik had enige tijd geleden onderdak verleend aan twee grijze kippen wier baasje ze niet meer bliefde. Waren ze eerst aardig en beleefd, na een poosje begonnen ze het kippenhok te terroriseren. Nadat ik ze weer pikkend en hakkend bovenop het kleine zwartje (mijn lieve Goldie) had aangetroffen , was de maat vol. Marimon zou ditmaal het vonnis voltrekken, want zoals ik hem zeide: -Jij hebt in je leven nog nooit in een MRI centrifuge gelegen en je hebt nog nooit een kip gedood. Tu manques d'expérience dans ta vie-. We gingen het doen. Samen. Ik ophangen en hij steken. Mijn deel lukte goed, maar zijn deel niet, want hoe hij ook stak, de grijze opende steeds weer een oog. Uieindelijk besloot ik Thérèse erbij te halen, want zij heeft boerenlevenservaring. Zij stak met zekere hand, doeltreffend een scherp mesje in haar nek. Zo, nu moet ze dood zijn. We gingen koffiedrinken, ik bracht Thérèse weer terug naar huis en we gingen weer door met onze bezigheden. Een paar uur later loopt Marimon langs de garage met een stel planken om te zagen voor zijn vloer. Terwijl de kip daar nog steeds ondersteboven hing, ging Marimon eens van dichtbij kijken hoe de vlag er bij stond. Maar toen hij vlak voor haar stond opende ze een oog en zei: Tôôôk....Toen heeft Marimon het scherpste keukenmes gehaald, heeft het nog wat bijgepunt en het vergezeld met een oerkreet door haar strot gezaagd. Zo!

Vanmiddag heeft Marimon het laatste vloerdeel geplaatst in het nieuwe houten keukenvloertje, want vaste vloerbedekking in de keuken was ons zo lang we hier wonen al een doorn in het oog.


Mijn Marimon kan alles!

Tussendoor heb ik afgelopen week nog een plotseling tussendoor MRI gehad, naar later bleek voor mijn lever, waar een heel klein vlekje op zit. Misschien kunnen ze dat meepakken in de operatie.

Vanmiddag kreeg ik bericht (s.m.s op mijn mobiel, zo gaat dat tegenwoordig), dat ik donderdagmiddag verwacht wordt in het ziekenhuis voor een gesprek met de specialist. Eindelijk zal het plan worden ontvouwen (hoop ik). Wat gaan 'ze' doen en wanneer.
Spannend!!

Château Jasmine en de rest komt de volgende keer.

zondag 12 mei 2019

Ma petite lésion.

Afgelopen vrijdag had ik het voorrecht een onverwachte reis te  maken door mijn darmstelsel. Die morgen hadden wij een concluderend gesprek met de specialist en pas bij het afscheid stelde hij mij voor om 's middags even tussendoor langs te komen voor nog een onderzoekje. En of ik onderweg even bij de pharmacie langs kon gaan voor een lavement. En of ik dat dan een uur voor het onderzoek kon inbrengen. Ja hoor, dat kon allemaal, daar ben ik inmiddels een expert in geworden. Koffie, eten en terug naar Flers (25km.) Ik moest mij melden op de afdeling endoscopie. Daar werd ik op een tafel gedrapeerd en ondertussen op de gebruikelijke wijze ondervraagd. Naam, geboortedatum, welke medicijnen gebruikt u?. Maar ik ben hier voor een tussendoor onderzoekje... Nee hoor, u bent hier voor een rectoscopie. Voor ik het wist ging daar een flexibele tuinslang met een lampje naar binnen. Ik mocht meekijken op het scherm naar de wondere wereld van mijn binnenbestaan. Wat een schoonheid, wat een maagdelijke roze zijdezachte wanden, ook dankzij mijn preventieve schoonspoelerij natuurlijk. Verder, dieper in de krochten van mijn geheime wereld, en daar was hij, de boosdoener. Ik heb hem gezien, ik heb mijn eigen petite lésion gezien, mijn kleine letsel zoals ze het hier eufemistisch uitdrukken. Toen, o schrik, kwam er ineens een enorme tang uit het niets.Tastend en voelend begon het gevaarte grote zilverkleurige nieten rondom het letsel te klikken. Het was een eng gezicht en ik hield even mijn adem in, maar  voelde er helemaal niets van! Toen was het gedaan en mocht ik gelijk naar de radio (röntgen, denk ik?) De nietjes waren ter plekke aangebracht opdat de radio precies op die plek kon mikken. Dat was de bedoeling. Maandag algemene artsenvergadering. De vraag is, eerst bestralen of eerst opereren. Want ma petite lésion is wel cancereuse, dus niet zo aardig en moet zo snel mogelijk verdwijnen uit mijn bestaan. Verder gaat het goed.

We hadden deze zondagmorgen bezoek van het ons bekende eendenpaar, van de ons dagelijks bezoekende specht en het kleine zwarte onbetrouwbare eekhoorntje, dat soms wekenlang wegblijft. En de zon schijnt.

dinsdag 2 april 2019

Antonio die geen Antonio mocht heten.

Gister, aan de vooravond van de geboorte van onze zoon 46 jaar geleden, zaten Angelo Henny, Pino en ik in de Milanobar, Leidsestraat namen te verzinnen. Jongensnamen, want meneer Pinto een Indischman die bekend stond om zijn bijzondere gaven, had mij op kantoor de hand gelezen. Maximiliano kwam voorbij en Massimo, Angelo wilde Hugo, naar zijn nonno van moederskant. Ik wilde Christian, maar dat vond Angelo weer te christelijk. Eigenlijk zou hij Antonio moeten heten, naar nonno van vaderskant. Maar nonna was daar rabiaat op tegen. Antonio, Arcangelo , Antonio, Arcangelo...laten we eens stoppen met die voorwereldlijke reeks. Haar eigen zoon had ze Patrizio Mauro genoemd, toen de ambtenaar van de burgerlijke stand aan haar kraambed de namen kwam noteren. De eerste weken heette hij ook zo (dacht ze), tot het trouwboekje kwam, waaruit bleek dat haar man de ambtenaar was achternagelopen en dat deze er Arcangelo had voorgeplakt. Mannenmeningen wogen toen zwaarder. 

Max ongeveer 20 jaar.

De volgende dag toen mij, terwijl ik uitgeteld op de strijkplank lag, de naam van onze verse zoon werd gevraagd, mompelde ik: Max. 
Bij thuiskomst bleek er Antonio Gerard achtergeplakt, naar de nonno en de opa. Ook goed. Iedereen blij. Behalve nonno...
Nonna met Max 4 jaar en ik hoogzwanger van Vanessa.

maandag 11 maart 2019

Een drukke dag.

11 maart. 
Ik word wakker met buikloop. Als ik de kippen ga voeren ligt de volgende bruine kip stijf in het hok. Terwijl ik de keuken opruim zie ik iets scharrelen bij het schuurtje. Ik pak de verrekijker erbij. Het lijkt op een muis, maar is het niet want het heeft een wollige staart en ook het kopje is anders, stomper als van een varkentje of een hond. Ik zoek in boekjes, maar kan het niet duiden.




Ik zet de was aan en ga met mijn buurman naar Marie-Claire om te oefenen voor onze theatervoorstelling a.s. weekend. 
Bij thuiskomst zie ik het beestje weer terug, het hipt over de klompen die voor de deur staan en die ik net aan wilde trekken om op de wei de was op te gaan hangen. Het was wellicht op weg naar het waterbakje dat daar staat voor katten en kippen. Er is geen twijfel meer mogelijk, het is duidelijk een eekhoorn. En nu?
Ten eerste, weg uit de gevarenzone van onze k's en k's. Na deze opgesloten te hebben, pak ik het op en draag het al piepend en worstelend naar een boom bij de bron. Daar voer ik het notenmélange van de Lidle. Het zit een poosje te hikken en als ik even later terugkom zit het 20 cm. boven de grond aan de boom vastgeplakt. Dat gaat de goede kant op. Ik hang de was op.
Wij eten een vegetarische maaltijd en ik lees een boekje.
Ik zuig de slaapkamer en sop het sanitaire. Af en toe controleer ik het beestje, dat inmiddels het klimmen opgegeven heeft en suf in het gras zit. Ik spreek hem streng toe: Zo zul je niet lang leven, jongen. Kom op, die boom in! Hij wil niet. Het waait hem te hard.
Dat vindt de waslijn ook, die gebroken in het gras ligt. De was is droog en niet vies geworden, dus kan zo de kast in. Ik moet naar mijn schoolklasje in Barenton, maar nog maar nauwelijks op weg hoor ik rare geluiden van onder mijn pas gerepareerde 21 jaar oude Suzuki komen. Terug naar huis om haar om te wisselen met Marimon's 12 jaar oude Suzuki. Op school hebben de 4 stagiaires mijn taak zolang overgenomen. Dank jullie wel meiden. Als ik thuiskom is het bijna donker en baby eekhoorn is verdwenen.
Ik ga niet naar de zangoefeningen voor het theater vanavond.
Ik ben moe. Het leven van een pensionado à la campagne is niet altijd even gemakkelijk.

zaterdag 23 februari 2019

Rommelen in de zon.

Het kan niet op in deze maand februari 2019. Vlinders fladderen rond mijn hoofd, een bij zit op een paardebloem, een wesp op mijn hand. Fietsen in korte broek, broodje eten aan de pick-nicktafel, schoffelen in de tuin. En zo hebben we nog vijf dagen te gaan. 

Marimon zaagt de oude en laatste coniferen uit de cour. Ook de door de gemeentewerkers half afgezaagde wilde pruimenboom, met pruimen die niet te eten waren, helemaal afgezaagd.

Ruimte op La Chapelle-plage.

Maar niet voor lang, want als de coniferentroep opgeruimd is, komt op die plek een rij van 4 cypressen. Die passen meer in het tegenwoordige sub-tropische klimaat. Little Italy.

Kijk die bijna 78 jarige tiener eens achter zijn remorque duwen, nog lang niet rijp voor de rollator!

Vorige week hadden we nog zo een last van wateroverlast, dat
de lavendels en sempervivens in de oude varkenstrog stonden te verzuipen.
Dit is inmiddels opgelost door de lavendels te verplaatsen naar het lavendelveld, waar ze horen. Het water er met een kannetje uit te hozen en er wat grond bij te kwakken.

Zo rommelen we maar wat aan onder een stralende zon. 
Geen verwarming aan in huis en nog steeds 20 graden binnen en 17 buiten! We gaan met zijn allen naar de verdommenis, maar laten we er nog even van genieten..

woensdag 13 februari 2019

De heerlijkste lentedagen vallen in februari.

Na een regen en stormperiode, is de lente toch nog plotseling op ons neergedaald. Voor de eerste keer weer buiten gegeten, wat in de tuin gesnoeid en geknipt en in de ligstoel geluierd.


En vandaag, op de derde mooie dag, naar Rennes. Dat was precies een jaar geleden, ook in februari, met net zulk mooi weer. Warm in de zon, puffend in al die winterkleren en fris in de schaduw, blij dat je toch die winterjas nog steeds aan hebt.

Rennes, mooie oude stad, met her en der een instortend vakwerkhuis en vlak erachter graafmachines die een metrobuis aan het uithollen zijn. Het oude maakt plaats voor het nieuwe, zoals het hoort.



Een vrolijke stad met veel jonge mensen, dat doet altijd goed. Veel studenten, maar ook veel bedelende jongeren, meestal met hond en soms ook een heel ander genre, zoals een dame die mij aansprak, gewoon mens, netjes gekleed, zo rond de 50, zij vroeg mij wat geld. Ik vroeg haar wat het probleem was, want dit leek mij een bijzonder geval. Mijn gootsteen zit verstopt, zei ze en ik heb geen geld voor een loodgieter, u mag geven wat u wilt. Ik vond dit wel een plausibele reden en wilde ook wel wat geven, maar had geen geld in mijn zak en Marimon was al doorgelopen. Toen ik die te pakken had, was ze verdwenen. Jammer. Waar is de lallende oude clochard met wijnfles gebleven? Daar  hoef ik tenminste niet verder over na te denken, die geef ik een euro en klaar.

Zou ze het al met de plopper geprobeerd hebben?





woensdag 6 februari 2019

Van de bank naar de wijde wereld. 1970

Vroeger hadden wij babyboomers het maar makkelijk. Wat werk betreft tenminste, wonen was een ander verhaal, maar dat is nog steeds zo. Werk was overal. Op de middelbare school kwamen jobhunters al op kantoorpersoneel jagen. Je hoefde slechts te kunnen rekenen, schrijven en lezen. Typen was een plus. Niet voor mij. Ik liet me niet vangen, gruwde toen van een kantoorbaan. Maar een paar jaar later kwam het mij toch wel goed uit, maar dan via een uitzendbureau. Je kon komen en gaan wanneer je maar wilde, werd beter betaald en je zat niet steeds tegen dezelfde mensen aan te kijken. Je maakte geen carrière, dat niet. Maar dat was ook niet de bedoeling. Ik wilde reizen, vrij zijn. Uitzendburo's maakten dat mogelijk. 's Winters werken en 's zomers weg. Op de dag dat je weer terugkwam van de zon lag er alweer een baantje op je te wachten.


Zo vind je dan een buitenlandse verloofde en die kun je rustig meenemen naar de bank waar je op dat moment werkt, want cijfers zijn overal hetzelfde en op een telmachine werken kan iedereen.
Betaalcheques tellen, de hele dag. Die gingen tot 50 gulden en werden daar in het hoofdkantoor verzameld vanuit de bijkantoren over het hele land. Je moest het snel doen en geen fouten maken, want aan het eind van de dag moest de rekening kloppen tot op de cent. Zo niet dan gingen we kienen. Ieder met de strook uit zijn telmachine voor zich terwijl de chef de bedragen van de cheques oplas. Dat kon je zo een uur kosten. Wee de sukkelaar die de fout had gemaakt.
Hier sta ik met een bosje collega uitzendkrachten bij de munt. We werkten bij het hoofdkantoor van de ABN/AMRO bank, die toen nog niet zo heette. Het was geloof ik de ABN, die fusie kwam pas jaren later. 



En dan eindelijk op een dag smolt het ijs en kon je weer gaan, de wijde, zonnige wereld in.